Jaar 2006-2007 Cyclus C
Bezinning bij / surfen naar:

Begin februari: in Oostende wordt een jongen van achttien vermoord om een sigaret. Er ontstaat wat geschokt straatrumoer. De ouders van de jongen roepen op tot rust. Geweld moet niet met geweld beantwoord worden, zeggen ze. Diezelfde dag zaait een autobom in Bagdad dood en vernieling op een markt in Bagdad: ten minste 150 doden en dubbel zoveel gewonden. De zoveelste slachtpartij in de moordende strijd tussen soennieten en de sjiieten.

Zusters en broeders, ik zet die beide feiten tegenover elkaar in een poging Jezus’ woorden te begrijpen. “Bemin uw vijanden”, zegt Hij, “doe wel aan wie u haat, zegen hen die u vervloeken en bid voor hen die u mishandelen.” Ik denk dat we niet direct blijf weten met die woorden. “Bemin uw vijanden” … Godbeware me, moeten de ouders van Bart Bonroy dan houden van de jongen die hun zoon vermoord heeft? Moeten de nabestaanden van die honderden doden en gewonden in Bagdad houden van de man die een vrachtwagen vol springstoffen op de markt liet ontploffen? Het klinkt ondoenbaar, onmenselijk, tegennatuurlijk.

Maar Jezus heeft het gezegd, dus kunnen niet doen alsof we het niet gehoord hebben. We kunnen niet zeggen: ‘Ik ben een goede christen, maar hier gaat Hij te ver, hier vergist Hij zich, dat neem ik niet aan. De rest wel, maar dat niet.’ We kunnen niet zomaar een beetje ons eigen christendom samenstellen, net als een menu in een restaurant: een beetje van dit en een beetje van dat, ieder naar onze eigen smaak en voorkeur. Christendom à la carte dus. Nee, dat kunnen we niet doen. We zijn volgelingen van Christus; we kunnen dus niet anders dan de weg gaan die Hij ons voorgaat. We moeten ons dus afvragen wat Hij met die woorden bedoelt, en of het echt wel mensonvriendelijk en tegennatuurlijk is wat Hij zegt. We kunnen ook nagaan hoe Hijzelf reageerde wanneer Hij voor de hogepriesters en voor Pilatus en Herodes moest verschijnen. De hogepriesters wilden zijn dood, dus kwamen ze met allerlei valse beschuldigingen tegen Hem aandraven. Welnu, het meest opvallende is dat Hij zich nauwelijks verdedigt en vooral: dat Hij niet in de aanval gaat. Hij had die hogepriesters zonder moeite kunnen beschuldigen van jaloersheid en valsheid, maar Hij doet dat niet. Hij gaat niet in de tegenaanval, Hij slaat niet wild om zich heen, Hij kwetst niet met woorden.

Ik denk dat in die houding de betekenis ligt van zijn woorden van vandaag. Uw vijand beminnen betekent: geen kwaad met kwaad vergelden, zelf geen onrecht begaan, en diegenen die u kwaad berokkenen, blijven zien als mensen, hoe moeilijk dat ook kan zijn. Maar is het ook tegennatuurlijk? Is het onmenselijk? Ik verwijs opnieuw naar Oostende: de ouders van Bart Bonroy wilden geen geweld, en ietwat oudere vrouw zei voor de televisie: “Bart is dood, maar de jongen die dat gedaan heeft, moet verder zien leven met wat hij gedaan heeft en zijn ouders ook. Ik denk aan zijn moeder”, voegde ze er nog aan toe. Ik dacht bij haar woorden aan het wereldberoemde schilderij van de Oostendse schilder James Ensor. ‘De intrede van Jezus in Brussel’ heet het. Welnu, in de oproep van die ouders en in de woorden van die vrouw deed Jezus die dag zijn intrede niet in Brussel, wel in Oostende. Geen goedpraten van wat die jongen aangericht had, maar een poging om zich in zijn leven en dat van zijn ouders te verplaatsen. Die jongen blijven zien als een mens. Precies wat Jezus ons voorhoudt: iedereen in alle omstandigheden blijven zien en behandelen als een mens. Alleen zo is leven mogelijk. Anders belanden we in Bagdad. Want dat is de keuze: Jezus of Bagdad. Maar ik zou ook Afghanistan of Darfour of nog zoveel andere landen en streken kunnen noemen die getekend worden door geweld en tegengeweld, haat, dood, vernieling, tegenhaat, nog meer dood, nog meer vernieling. Niet wat Jezus voorhoudt is tegennatuurlijk en onmenselijk. Uw vijand haten, kwaad met kwaad vergelden, oog om oog en tand om tand, dát is tegennatuurlijk en onmenselijk.

Op het einde van de evangelielezing zegt Jezus: “Wees barmhartig zoals uw Vader barmhartig is.” En ten slotte zegt Hij: “Geef en u zal gegeven worden.” Geven dus: geen haat, maar liefde; geen wrok, maar vergeving; geen geweld, maar zachtheid. Met de gulheid van heel ons hart geven wat niets kost: liefde en vrede. En op die manier ook leven geven, want liefde en vrede scheppen leven, wrok en haat daarentegen scheppen dood. Letterlijk. De honderden miljoenen doden die vorige eeuw in oorlogen zijn gevallen en de honderden doden die vandaag elke dag het slachtoffer zijn van wrok en haat, zullen het niet meer navertellen.

Zusters en broeders, laten we Jezus’ woorden ter harte nemen. Laten we liefde en vrede geven, en kwaad vérgeven, niet zomaar een beetje, maar gul en overvloedig. Als we dat zouden doen, en als iedereen dat zou doen, zou ook dat andere woord van Jezus bewaarheid worden: dat we zullen terugkrijgen “een goede, gestampte, geschudde en overlopende maat” van liefde, vrede en vreugde. Amen.

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha