Jaar 2006-2007 Cyclus C

Bezinning bij / surfen naar:

Zusters en broeders,

De parabel die we zonet hoorden, klinkt ons heel bekend in de oren. De farizeeër die zichzelf zo goed vindt dat zijn zogenaamde gebed tot God een lofzang op zichzelf wordt, en daartegenover de tollenaar die berouwvol om genade bidt. Een parabel over schijn en zijn. Naar buitenuit schijnt de farizeeër perfect, maar zijn zogenaamde perfectie doet hem blinken van zelfverheerlijking, en van enige zelfkritiek heeft hij nog nooit gehoord. Tegenover hem staat de tollenaar, de volksverrader die met de bezetter meewerkt en zijn eigen volk uitzuigt. En toch, als we moeten kiezen, zullen we geen moment aarzelen: de tollenaar zal het met lengten voorsprong halen.

Het evangelie telt heel wat van die verhalen. De Samaritaan bijvoorbeeld, die veel barmhartiger is dan de priester en de leviet. Of de tollenaar Zacheüs, over wie we volgende week zullen lezen, of de Romeinse korpsoverste Jaïrus, of de Kananese vrouw die allebei diepgaand gelovig blijkt te zijn. Altijd opnieuw blijkt dat de goegemeente bepaalde mensen totaal verkeerd beoordeelt, veroordeelt en uitsluit. En altijd opnieuw ook gaat Jezus daartegenin, en neemt Hij het uitdrukkelijk op voor mensen die in de ogen van anderen slecht, verwerpelijk en te mijden zijn. Dat doet Hij ook vandaag.

Zusters en broeders, nu verwacht je misschien dat ik u ga bestoken met de moraal van het verhaal. Dat we dus moeten oppassen dat we niet zelf die farizeeër zijn of worden, zodat we onszelf o, zo goed en de anderen o, zo slecht gaan vinden. Welnu ik ga dat niet doen. Het is immers missiezondag, dus betaamt het dat ik de thematiek naar de hele wereld opentrek. En dan zeg ik zonder aarzelen: deze parabel is bijzonder geschikt voor deze dag.

Want als ik om me heen kijk, dan lijkt het wel alsof de halve wereld in de huid van die farizeeër gekropen is. Een manager van een niet eens zo groot bedrijf, die het heel normaal vindt dat hij op drie jaar tijd zo’n miljard oude Belgische frank opstrijkt. De voorzitter van een van onze grote banken, die één miljoen euro per jaar verdient, en die openlijk verklaart dat hij zelfs niet een klein beetje van al dat vele geld aan het goede doel kan besteden; nee, daarvoor verdient hij echt niet genoeg. Een onnoemelijk aantal regeringen in dit land, die vanuit hun eigen grote gelijk alleen maar heel veel ruzie kunnen maken, terwijl de problemen zich opstapelen. De Amerikanen die hele Irakese steden platleggen, en de Irakezen die in ruil daarvoor gijzelaars onthoofden - wat een mooi woord is voor ‘de keel oversnijden’. De Israëli’s die met tanks en buldozers dwars door Palestijnse huizen, tuinen en plantages rijden, en die met de glimlach om de lippen vrouwen en kinderen vermoorden, en de Palestijnen die in ruil daarvoor zichzelf en anderen opblazen. De Russen die in Tsjetsjenië geen steen op de andere laten, en de Tsjetsjenen die kinderen gijzelen en vermoorden. Een groot aantal Afrikaanse leiders die hun eigen volk bestelen; islamtische terroristen die wereldwijd en in naam van de almachtige Allah dood en vernieling zaaien. Allemaal mensen die zich spiegelen aan de farizeeër uit het evangelie van vandaag, die even vol zijn van zichzelf, en die vanuit hun eigen grote gelijk en vol overtuiging zeggen: ‘God, ik dank u dat ik niet ben als de rest van de mensen, dat ik o, zo goed, en de anderen o, zo slecht zijn.’

Zusters en broeders, sommigen trekken missionering in twijfel. Welnu, alleen al omwille van de parabel van vandaag is missie absoluut noodzakelijk. De wereld zou minder wreed en veel rechtvaardiger zijn als veel meer mensen Jezus en zijn boodschap zouden leren kennen. Een boodschap van liefde en vrede en broederlijkheid. Een boodschap die verteld wordt met verhalen waarin de mens een spiegel wordt voorgehouden. Een spiegel waarin hij zichzelf ziet zoals hij écht is. Een spiegel die hem misschien meer mens zou kunnen maken. Mens voor zijn medemens. Amen

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha