Jaar 2006-2007 Cyclus C
Bezinning bij / surfen naar:

Zusters en broeders,

Zowel in de eerste lezing als in het evangelie horen we het verhaal van Jezus’ hemelvaart. Twee keer wordt het door Lucas verteld en toch zijn het verschillende verhalen. Hoe kan dat nu?

Het antwoord ligt in het feit dat noch de evangelies, noch de ‘Handelingen van de apostelen’ historische verslagen zijn van het leven, de woorden en de werken van Jezus. Lucas liep, bij manier van spreken, niet met de pen in de hand achter Jezus aan. Wellicht heeft hij Hem zelfs niet eens gekend. In het begin van zijn evangelie schrijft hij dat hij zich baseert op mensen die van bij het begin van Jezus’ optreden ooggetuigen waren en dat hij alles nauwkeurig heeft onderzocht. Ook de andere evangelisten liepen niet met het notitieboekje achter Jezus aan. Hun evangelies zijn dus evenmin nauwkeurige historische rapporten van wat zich omtrent Jezus heeft voorgedaan. Wel zijn het geloofsverhalen van mensen die zo sterk door Jezus waren aangegrepen dat ze geprobeerd hebben Hem in woorden en verhalen te vatten. Geprobeerd, inderdaad, want Jezus is veel te groot om door iemand begrepen te worden. Hij is niet te vatten in precieze woorden, in nauwkeurige waarnemingen, in scherp afgelijnde gedachten. Jezus overstijgt alles en iedereen.

Waarschijnlijk heb je ooit wel eens een boek gelezen of een film gezien waarin in een stad, een dorp, een straat, een gezin zelfs ineens een vreemdeling opduikt. Vanwaar hij komt en wat zijn verleden is, is niet duidelijk. Maar soms lijkt hij wel een boodschapper uit een andere wereld, zo heel anders is hij. Hij gaat anders om met de mensen, bekijkt hun problemen vanuit een andere, onverwachte hoek en lost ze dikwijls ook op. Meestal kiest hij de kant van de zwaksten. Dat zorgt voor nieuwe problemen, want de sterken lusten dat helemaal niet. Maar hij is sterker, omdat hij bij de zwakken kracht lijkt los te weken. Kracht, en ook dromen, verlangens, idealen, nieuwe wegen. Dat maakt die vreemdeling allemaal wakker in die mensen, maar wanneer hij onmisbaar lijkt geworden, vertrekt hij. In films en bijvoorbeeld ook in de Lucky Luke stripreeks gebeurt dat gewoonlijk tegen de avond, met een ondergaande zon. Langzamerhand verkleint hij tot een stip, tot ook die stip in het niets lijkt opgelost. Net of hij is teruggekeerd naar het onbekende land waar hij vandaan kwam. En zij die achterblijven, voelen zich wel verweesd, maar toch niet echt verdrietig en kapot, want door hem zijn ze krachtiger en beter geworden.

Welnu, het verhaal van die vreemdeling in die films en boeken, die boodschapper uit een andere wereld, dat is het verhaal van Jezus. Hij was een vreemdeling en een boodschapper, en Hij bleef dat. Hij was anders, zijn hele leven lang. Hij paste niet in de wereld waarin Hij terechtkwam, juist omdat Hij anders was en anders bleef. Als kind al was Hij anders. Toen Hij twaalf was, praatte hij in de tempel op volwassenen wijze met de schriftgeleerden. Op de bruiloft in Kana was niet de bruidegom, wel Hij de gastheer. Hij ging om met rijk en met arm, omdat hij achter de façade in iedereen de mens kon zien. Hij at zowel met schriftgeleerden als met tollenaars en zondaars. Hij raakte melaatsen aan, en ging een diepgaand theologisch gesprek aan met een Samaritaanse vrouw, die meteen zijn eerste missionaris werd, want ze trommelde de hele stad bijeen. En tot Zacheus, die in een boom geklommen was om Hem beter te kunnen zien, zei Hij: “Zacheus, kom vlug naar beneden, want vandaag moet Ik in uw huis te gast zijn.” Dat was voor die gehate uitbuiter voldoende om helemaal ondersteboven en helemaal bekeerd te zeggen: “Heer, bij deze schenk ik de helft van mijn bezit aan de armen, en als ik iemand iets afgeperst heb, geef ik het hem vierdubbel terug.” Een heel andere mens was hij geworden door zijn ontmoeting met Jezus.

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha