Jaar 2007-2008 Cyclus A

 

Bezinning bij / surfen naar:

 

‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen en zijn kruis opnemen. Wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Wat voor nut heeft het heel de wereld te bezitten, als dit ten koste gaat van het eigen leven?’ 

Zusters en broeders, vandaag spreekt Jezus, in reactie op Petrus, harde taal. Hij heeft zijn leerlingen voorbereid op wat komen gaat: de hogepriesters en de schriftgeleerden zullen Hem ter dood brengen, maar de derde dag zal Hij verrijzen. Dat laatste lijkt Petrus niet gehoord te hebben, hij heeft alleen het negatieve gehoord, de pijn, het lijden en de dood van Jezus, en hij kan daar niet mee leven. Wellicht moet Jezus voor hem de man blijven van de goede woorden over God die onze Vader en Moeder is, en ook de man van de wonderen, de genezingen, de broodvermenigvuldiging. De man ook van de aandacht voor wie arm en ziek en hulpeloos is. En wellicht kan hij zich ook niet voorstellen dat zo’n man weerstand oproept bij mensen met andere ideeën, mensen met macht, mensen die vrezen dat de poten onder hun gemakkelijke stoel zullen worden weggezaagd. En verder vergeet hij wellicht ook te denken aan het lot dat zoveel profeten vóór Jezus hebben ondergaan. Jeremia bijvoorbeeld, die we in de eerste lezing hoorden: zijn leven was helemaal geen rozengeur en maneschijn, integendeel, hij kreeg zowat de hele heersende stand over zich heen. Maar daar denkt Petrus niet aan; hij wil Jezus voor het lijden behoeden, en bekoopt zijn bezorgdheid met een uitbrander die er niet om liegt. En na die uitbrander volgen de woorden die ik in het begin citeerde. Maar zijn die woorden inderdaad wel zo hard? 

Nooit heeft de westerse mens meer kansen tot zelfontplooiing gekregen dan vandaag. Computer, gsm, gps, internet, automatisering en robotisering: de mogelijkheden zijn schier onuitputtelijk. We hoeven maar iets te denken en het bestaat al, en velen kunnen het zich nog aanschaffen ook. De mens is vrijer dan hij ooit is geweest, en dat is een bijzonder positieve evolutie. Maar die vrijheid heeft ook haar keerzijde: ze legt alle verantwoordelijkheid bij het individu. Met de mogelijkheden die er zijn, is iedereen verantwoordelijk voor zijn eigen ontwikkeling. En mislukken, nee, dat kan niet, dat mag niet. Dus moeten we van jongs af aan presteren. Van in de kleuterschool al moeten kinderen in hun vrije tijd ballet volgen, maar ook tekenschool, muziek en tennis. En ze gaan op taal- of sportkamp. En als ze ouder worden, komen daar nog een aantal dingen bij, want wie a zegt, moet ook b zeggen. Dus zijn er vandaag duizenden jongeren die tot tien totaal verschillende activiteiten beoefenen, na de schooluren welteverstaan. En ze moeten ze niet alleen beoefenen, nee, ze moeten er ook in uitblinken, net zoals ze op school moeten uitblinken. Want het past niet dat je ergens niet goed in bent. En eens volwassen en aan het werk, moet er bijgeklust worden en bijgeschoold, want anders blijf je ter plaatse trappelen. En wil je promotie krijgen, dan moet je met je bedrijf op stap, en moet je aan teambuilding doen, want dat is goed voor de bedrijfsgeest en alleen zo geraak je vooruit. 

Zusters en broeders, ik vraag me dus af of Jezus’ woorden wel zo hard zijn als we denken. Want wordt het leven dat velen leiden inderdaad niet iets als een kruis? Zijn we, in onze drang de hele wereld te bezitten en alles te kennen en te kunnen: zijn we niet bezig ons leven te verliezen – zoals Jezus dus zegt? Als ik de Vlaamse zelfmoordcijfers bekijk, dan kan ik alleen maar zeggen dat we inderdaad bezig zijn onszelf voorbij te hollen, recht naar de dikwijls zelfgezochte ondergang. Ik vrees dat velen zichzelf inderdaad verloochenen en dat ze een kruis op zich nemen waartegen ze niet bestand zijn. En ik vrees ook dat onze drang om het hele leven te grijpen alleen maar kan leiden tot verlies van leven, van de persoonlijkheid, van het geluk. We hollen onszelf maar achterna, en we vergeten te leven. En je weet: om gelukkig te worden en anderen gelukkig te maken, moet je eerst en vooral léven. En je weet ook: de zekerste manier om ongelukkig te worden, is alleen maar leven voor jezelf en voor je bezit. Want bezit gaat maar mee zolang je er kunt van genieten, en over je leven heb je heel weinig te zeggen: één verkeerde ademtocht, één ziekte of één ongeval kunnen al genoeg zijn om ons dat heel pijnlijk duidelijk te maken. 

‘Doe maar gewoon,’ zegt Jezus, ‘en leef maar in mijn spoor. Verlies je leven maar zoals Ik het verloren heb. En hoe heb Ik het verloren? Door te leven als een vrije mens, niet gebonden aan bezit en honger naar meer, en door mezelf aan anderen te geven. Want jezelf aan anderen geven, jezelf aan anderen verliezen, dat is echt leven. Dat is leven dat je kunt vasthouden omdat het waardevol is.’ 

Zusters en broeders, zoals altijd geeft Jezus een andere betekenis aan de woorden en een andere dimensie aan de dingen. Je kruis opnemen betekent niet dat je het lijden moet zoeken, zeker niet. Het betekent wel dat je bereid bent in het spoor van Jezus te treden, dus niet alleen voor jezelf, maar ook voor je evenmens te leven, want zo maak je je leven waardevol, zo red je je leven. Amen.   

 

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha