Jaar 2007-2008 Cyclus A

Bezinning bij / surfen naar:

‘Ik wil zingen voor mijn vriend, zingen het lied van mijn vriend en zijn wijngaard. Mijn vriend had een wijngaard die lag op een vruchtbare helling. Hij spitte hem om, maakte hem vrij van stenen en plantte er een edele druivensoort; in het midden bouwde hij een toren en hij kapte er een perskuip uit. Toen hoopte hij druiven te krijgen, maar de wijngaard gaf enkel wilde vruchten.’ Zo zingt Jesaja in de eerste lezing het lied van zijn vriend en zijn wijngaard. De wijngaard die hij gekoesterd had als zijn eigen kind en die alleen maar zure druiven voortbracht.

Zusters en broeders, ook ik zou in deze vredesweek een lied willen zingen, een heel mooi lied van de vrede. De vrede in ons hart, in onze straat, in onze gezinnen, in onze wereld. De vrede die ons in de chaos van deze tijd woorden en daden van liefde laat vinden, die ons bij elk hard woord laat zoeken naar zachte klanken. De vrede die ons altijd elkaars taal laat verstaan. Maar ik word geconfronteerd met de taal van het onbegrip, de wapens, het geweld. En ik vraag me af: hoe kan er vrede groeien in een wereld waarin de rijken zo rijk zijn dat we zelfs niet meer over de getallen beschikken waarmee we die rijkdom kunnen benoemen. Hoe kan er vrede zijn als tezelfdertijd elke drie seconden een kind sterft van de honger. Tienduizenden kinderen per dag, tientallen miljoenen per jaar. Hoe kan er vrede heersen in een wereld waarin dikwijls doodarme landen veel meer geld besteden aan bewapening dan aan voedsel en onderwijs. Hoe kan er vrede zijn in een wereld waarin veel moslims geloven dat de grootste deugd erin bestaat met een bommengordel om het lichaam zoveel mogelijk mensen te verminken en te vermoorden.

Dus zou ik willen zingen het lied van de zachtmoedigheid. Zachtmoedigheid die sterk maakt, omdat ze niet wil kwetsen. Zachtmoedigheid die in de wereld staat met zachte handen en vriendelijke ogen. Zachtmoedigheid die niet terugscheldt als ze uitgescholden wordt en die niet terugslaat als ze geslagen wordt. Zachtmoedigheid die verdraagzaam is. Dat lied zou ik willen zingen, maar ik zie hoe onze wereld elke dag killer en harder wordt. Ik zie hoe de agressie toeneemt, hoe de vuisten jeuken, hoe jongerenbendes in de steden elkaar en anderen naar het leven staan, hoe jonge mensen in scholen in het wilde weg leeftijdgenoten vermoorden. Ik zie hoe zachtmoedigheid wordt vernederd en in elkaar geslagen.

En daarom zou ik willen zingen het lied van de barmhartigheid. De barmhartigheid van de barmhartige Samaritaan. De barmhartigheid die mild is voor hen die in de kou staan en voor hen die in de fout zijn gegaan. Die deelt met hen die niets hebben, die zieken bezoekt en bedroefden troost, die oog en oor heeft voor wie in de problemen zit, die vergeeft als onrecht wordt begaan. Dat lied zou ik willen zingen, maar ik ontmoet vooral hardheid, wraak en heerszucht. Ik zie oog om oog en tand om tand, ik zie het recht van de sterkste in onze gezinnen, op het werk, in onze samenleving, in onze steden, in onze wereld. Ik zie de drang naar macht die anderen vernedert.

Dus zou ik willen zingen het lied van de nederigheid, de nederigheid van Jezus die het, hoewel Hij God is, niet te min vond om onder de mensen te leven. De nederigheid van Hem die niet de grootste en niet de eerste en niet de sterkste wil zijn, maar de dienaar van allen. De nederigheid die respect heeft voor wat anderen doen en denken, die hulp kan vragen maar ook hulp kan geven. De nederigheid die niet te verwaand is om de eigen onzekerheid en de eigen onkunde te aanvaarden, en die beseft dat ze de waarheid niet in pacht heeft. Maar ik zie dat nederigheid vandaag een afschuwelijk woord is geworden, ik zie dat je met je ellebogen moet werken om er te komen, dat je anderen moet dwingen om jou belangrijk te vinden, en dat je maar meetelt als je de eerste en de grootste en de rijkste bent. Maar ik zie de laatste maanden ook waartoe die grootheidswaanzin uiteindelijk leidt.

Zusters en broeders, ik zou een heel mooi lied willen zingen, even mooi als dat van Jesaja en zijn vriend de wijngaardenier, een lied waarbij ik geen ‘maar’ moet denken. En daarom zal ik zingen het lied van Jezus, het lied van de Zoon die door de slechte wijnbouwers werd vermoord, het lied van Hem die is de steen die door de bouwlieden werd afgewezen, maar die de hoeksteen van ons leven en van deze wereld is geworden. Het lied van Hem die nederig is en zachtmoedig, geduldig en vergevensgezind. Het lied van Hem die vrede is in woord en daad en die zich vernederd heeft tot de dood aan het kruis. Het lied van Hem die ons uitnodigt in zijn voetspoor te treden en te leven zoals Hij.

Zusters en broeders, ik wil zingen het lied van de weelderige wijngaard van de Heer, de wijngaard waarin liefde, vrede, vreugde, barmhartigheid, verdraagzaamheid en nederigheid wonen. In die weelderige wijngaard mogen wij leven en werken, in het voetspoor van Jezus. Met Hem en in Hem en door Hem zullen we goede vruchten voortbrengen. Amen.

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha