Jaar 2008-2009 Cyclus B

 

 

Bezinning bij / surfen naar:

 

Zusters en broeders,

Een tijdje geleden gidste ik een groep Vlaamse toeristen door het noorden van Italië, op zoek naar mooie dingen. En zoals dat in heel Europa het geval is: die dingen zijn nogal eens kerken, dus gingen we elke dag wel een of meer kerken binnen. Nu was ik in die groep de enige die kerkelijk was. De anderen stonden onverschillig tegenover geloof en Kerk. Dus gebeurde wat ik ook al bij andere reizen had meegemaakt: er kwam wat gerommel in de groep, met de vraag of het echt altijd kerken moesten zijn. Ik antwoordde dat die kerken in het vermeld stonden, dat ik ze dus moest bezoeken, en dat mooie dingen nu eenmaal dikwijls in kerken te vinden zijn. En langzamerhand deed zich iets heel merkwaardigs voor: hoe langer de reis duurde, hoe meer die mensen me vroegen of ik nog niet een kerk in petto had, buiten het programma om. Als gevolg daarvan bezochten we in Genua zelfs drie kerken na elkaar. In elk ervan deed ik mijn uitleg, en dan gingen de mensen op hun gemak op een stoel zitten en zeiden: Kom gids, vertel nog eens iets. Op de duur waren ze bij manier van spreken met geen stokken meer uit de kerk te krijgen. En ik vroeg me af: is dat nu puur toeristisch, om het mooie en om de verhalen die ik vertel, of is er meer aan de hand? Voelen ze iets van het gewijde, het mysterie, het onvatbare dat deze kerk symboliseert? Toen mijn vrouw en ik vorige week Brugge bezochten, stelden we ons precies dezelfde vragen. In de kerken die we binnengingen, was het erg druk. Bezoekers liepen aan en af, gidsen gaven uitleg aan soms grote groepen, kortom, er was ten minste even veel volk als tijdens veel van onze zondagse vieringen. Dus rees de vraag: komen al die mensen alleen maar als toerist, of voelen ze zich ook aangesproken door het mysterie?  

En dat mysterie, dat de bestaanreden is van de kerk waarin we nu samengekomen zijn, en van alle kerken wereldwijd, dat geheim vieren we vandaag. Het geheim, het onbegrijpelijke mysterie dat Jezus zegt: ‘Dit is mijn Lichaam’, en ‘Dit is mijn Bloed van het Verbond.’ Met deze laatste woorden verwijst Hij direct naar het Verbond dat God met zijn volk sloot toen het onderweg was naar het beloofde land. Zoals we in de eerste lezing hoorden, wordt dat Verbond bezegeld met het bloed van offerdieren. Bij het Verbond dat bij het Laatste Avondmaal vernieuwd wordt gesloten, is Jezus zelf het offerdier, en Hij zal het Verbond effectief met zijn eigen bloed bezegelen. 

Zusters en broeders, om dat Verbond en het offer van Jezus te gedenken en te vieren, werden in de loop van de eeuwen al die tienduizenden kerken gebouwd, en omdat ze zo’n heilig, zo’n onbegrijpelijk mysterie herbergen, omdat ze het verlangen van de mens naar het ongrijpbare en het onbegrijpelijke, naar God zelf symboliseren, werden ze versierd met prachtige kunstwerken. Want niets was goed genoeg om dat verlangen en dat heimwee naar God, en ook de dankbaarheid van de mens ten aanzien van God tot uiting te brengen. Vandaag lijkt in heel Europa van dat verlangen, van dat heimwee en van die dankbaarheid niet veel meer over te blijven. Meer en meer lijken onze kerken musea te worden, best prettig om eens te bezoeken, maar dan wel als museum, niet als kerk.  

Zusters en broeders, laat het ons niet overkomen. Laten wij gelovig blijven samenkomen om Jezus te gedenken. Om te vieren dat God zijn Zoon heeft gezonden om Zichzelf aan ons te openbaren, en ons voor te leven hoe wij moeten leven als mensen die geschapen zijn naar zijn beeld en gelijkenis. Hoe we zijn wezen zelf, dat liefde is, zichtbaar kunnen maken in zijn schepping. Hoe we, door te leven naar de woorden en de daden van Jezus, goede mensen kunnen worden. Jezus wil ons daarbij Zichzelf als voedsel geven voor onderweg. Bij het ontvangen van de communie, wanneer de voorganger de hostie in onze hand legt, zeggen we: ‘Amen’, en daarmee getuigen we dat we willen meegaan in het verhaal van Jezus, het verhaal van liefde en vrede en gerechtigheid. Het is goed dat we dat doen, en het is goed dat we dat blijven doen. We mogen dat niet opgeven, we mogen niet toelaten dat het verhaal van Jezus verdwijnt uit ons eigen hoofd en hart en uit dat van onze medemensen. Nee, we moeten zijn verhaal blijvend voortvertellen, en vooral: blijvend voorleven. Zijn verhaal van liefde, vrede en gerechtigheid. Amen.  

 

Download deze preek in Microsoft Word formaat

 

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha