Jaar 2009-2010 Cyclus C

Bezinning bij / surfen naar:

  • Amos 8, 4-7
  • Lucas 16, 1-13

    Zusters en broeders,

    In de eerste lezing gaat de profeet Amos heftig tekeer tegen hen die hun macht en hun rijkdom misbruiken om de armen te bedriegen en te verdrukken, met als enig doel: nog rijker worden. Hij laat er geen twijfel over bestaan: God de Heer zal geen van hun daden ooit vergeten! Het zijn woorden die vandaag binnen onze Kerk heel luid lijken op te klinken. In het evangelie vertelt Jezus de parabel van de rentmeester die er het bezit van zijn heer doorjaagt en daarom ontslagen wordt. Om zijn toekomst veilig te stellen, roept hij al wie schulden heeft bij zijn heer bij zich, en hij vermindert die schulden zeer aanzienlijk. Zo worden honderd vaten olie er vijftig, en honderd maten tarwe worden er tachtig. Toch prijst de heer hem, omdat hij met overleg heeft gehandeld. Hoe kan dat nu? De rentmeester heeft hem toch opnieuw bedrogen?

    Daar lijkt het inderdaad op, maar wellicht is het niet zo. Volgens de wet van Mozes mochten joden geen rente vragen bij een lening, maar die wet werd vrolijk omzeild, en wel als volgt: op de schuldbrief werd niet vermeld wat de ontlener geleend had, wel wat hij moest terugbetalen, en in dat getal was de dikwijls zeer hoge rente netjes meegerekend. Als de lening via een rentmeester verliep, zat in dat getal ook zijn deel van de winst vervat. Wanneer de rentmeester in de parabel dus honderd tot vijftig en tachtig vermindert, besteelt hij zijn heer niet opnieuw; hij scheldt alleen zijn eigen deel in de winst kwijt. Toch blijft het merkwaardig dat de heer hem prijst en dat Jezus hem zelfs als voorbeeld stelt. Maar als we nauwkeurig lezen, merken we dat Jezus niet zijn handelswijze aanprijst, wel de slimheid waarmee hij handelt. Welnu, zegt Jezus, zo slim, en met zoveel overleg moet ook gij handelen als het gaat om het Rijk van God.

    Ik denk dat we onszelf op dat gebied misschien best eens in vraag stellen. Ik denk dat we niet lang moeten nadenken over de vraag waarmee we het meest bezig zijn: met geld en goed, of met ons geloof. Met ons eigen rijk, of met het Rijk van God. Ik denk dat het antwoord heel snel gegeven zal zijn. Misschien moesten we ons dus maar eens wat meer inzetten voor Gods Rijk van liefde, vrede en gerechtigheid, en wat minder voor ons eigen rijk, onze eigen rijkdom. Misschien moeten we wat vindingrijker en wat meer verbeten worden als het om ons geloof gaat, en wat minder als het om geld en bezit gaat. Niet dat we die niet nodig hebben. Natuurlijk hebben we ze nodig, anders kunnen we niet menswaardig leven, en dat kan nooit de bedoeling zijn. Maar alleen, of toch bijna alleen, voor ons aardse bezit leven, is zeker niet de bedoeling, want het leidt naar nergens. Jaren geleden las ik ergens een spreuk die ik nooit vergeten ben. Ze ging als volgt: ‘Geld is als zeewater: hoe meer je ervan drinkt, hoe meer dorst je krijgt.’ Mooie spreuk, en vooral: juiste spreuk. Hoe meer we hebben, hoe meer we nog meer willen hebben. Zodat we voortdurend met dorst rondlopen, dorst naar meer. En altijd maar dorst hebben, lijkt me niet iets wat een mens gelukkig maakt.

    Jezus doet nog een merkwaardige uitspraak: ‘Maak u vrienden door middel van de onrechtvaardige mammon, opdat zij u in de eeuwige tenten opnemen.’ Jezus raadt ons dus aan onze rijkdom te gebruiken om vrienden te maken. Moeten we volgens Hem dus vriendschap kopen? We weten allen hoelang zulke vriendschap duurt: tot het geld op is, geen seconde langer. Maar het is niet die vriendschap die Jezus bedoelt, wel de vriendschap van de armen en de misdeelden. Hij roept ons op om onze rijkdom te delen, om op te komen voor de armen en om onrecht uit de wereld te helpen. Want zo zullen we vrienden maken in de hemel.

    En ten slotte zegt Jezus: ‘Wees betrouwbaar. En denk erom dat je geen twee heren kunt dienen.’ Net als de woorden van Amos in de eerste lezing krijgen ook deze woorden een heel bijzondere betekenis met wat we vandaag weten, met wat ons schokt en ons zal blijven schokken. Want velen die heel betrouwbaar moesten zijn, waren dat juist niet. Ze bleken integendeel valse rentmeesters in het Rijk van God onze Heer.

    Zusters en broeders, je kent die episode uit de Bijbel waarin Jezus het over het oordeel heeft. Het oordeel dat over elk van ons zal geveld worden. Op de vraag waarop dat oordeel gebaseerd is, antwoordt Hij: ‘Alles wat je voor een van de minsten van mijn broeders hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan, maar alles wat je voor hen niet hebt gedaan, heb je ook niet voor Mij gedaan.’ Laten we dus geen valse, geen onrechtvaardige rentmeesters zijn, maar meewerken aan de Kerk van Christus, die een Kerk van liefde is en van inzet voor God en voor elkaar. Niets meer, maar ook niets minder. En zeker niets anders. Amen.

     

Download deze preek in Microsoft Word formaat

 

De commissie-Adriaens

Zusters en broeders,

In die dagen sprak de profeet Amos: ‘Hoort toe, gij die de kleinen verdrukt en hun ziel verwoest, gij die redeneert: wanneer is het licht voorbij? Dan kunnen we ons aan de zwakken vergrijpen. En wanneer is de mis voorbij? Dan kunnen we onze duivels loslaten. Dan vergeten we onze zending, dan verhogen we het machtsmisbruik en bedriegen we God en mens met onze schijnvroomheid. Dan kopen we het zwijgen van de kleine met wat snoepjes, en de arme overdonderen we met ons gezag. Dan verhandelen we zelfs ons beetje respect voor God en medemens voor ongeremd misbruik van vertrouwen. De Heer heeft gezworen bij de heerlijkheid van Jacob: Geen van hun daden zal ik ooit vergeten.’ Zo sprak de profeet Amos in die dagen, en zo spreekt hij in onze dagen. En Jezus zei en zegt: ‘Wat jullie in het oor gefluisterd wordt, schreeuw dat van de daken.’

Ik schreeuw dus van de daken dat die vreselijke verhalen over kindermisbruik niet de Kerk van Christus zijn, want Jezus zei: ‘Belet de kinderen niet bij Mij te komen, want het Rijk der Hemelen behoort toe aan wie is zoals zij.’ En zegenend legde Hij hun de handen op, en Hij voegde eraan toe zei: ‘Zo je niet wordt als deze kinderen, zul je het Rijk der Hemelen niet binnengaan.’ En Hij zei ook: ‘Wie een van de geringen die in Mij geloven van de goede weg afbrengt, die kan maar beter met een molensteen om zijn nek in zee geworpen worden en in de diepte verdrinken.’ Dat is wat Jezus in die dagen zei en wat Hij vandaag zegt. Want zijn Kerk, dat is de Kerk die liefde, vrede en gerechtigheid is. Dat is de Kerk die vrede brengt, dat is de Kerk die opkomt voor de armen, de zieken, de kleinen. Vandaag maant Jezus ons aan onze rijkdom te gebruiken om vrienden te maken die het voor ons zullen opnemen wanneer het oordeel over ons komt. Om, met andere woorden, rijkdom te delen met armen en misdeelden. Om ons in te spannen om onrecht uit de wereld te helpen. Want zo is de Kerk van Christus: liefde, vrede, gerechtigheid, opkomen voor de zwakken en de kleinen. Ze niet misbruiken, maar beschermen.

In 1951 publiceerde de Griekse schrijver Nikos Kazantzákis de roman Christus wordt weer gekruisigd. Welnu, dat is wat er gebeurd is: Christus werd opnieuw aan het kruis geslagen, dit keer niet door zijn vijanden, de schriftgeleerden en de farizeeën, maar door zogenaamde vrienden van Hem. Moeten we daarover zwijgen? Ik denk het niet, integendeel, ik denk dat we juist moeten spreken. Omwille van Jezus en zijn Kerk, maar zeker ook omwille van de slachtoffers, zij die als kind zodanig werden verminkt dat hun leven gebroken was en is, soms zozeer gebroken dat ze niet meer verder konden leven en zelfmoord pleegden. Maar ook om alle andere slachtoffers moeten we spreken: om familieleden en vrienden die niet konden of durfden spreken, en om de vele geestelijken die wel in het spoor van Jezus hebben gelopen en er nog steeds in lopen. Ook zij zijn slachtoffer, want wie vertrouwt die mensen nog. En ook omwille van onszelf moeten we spreken, want ook wij zijn slachtoffer, ook wij zijn gekwetst en ons vertrouwen is geschokt, en misschien vragen we ons af: Wat moet ik met mijn geloof? Welke zin heeft het allemaal nog?

Zusters en broeders, we kunnen onze ellende opkroppen, ons in zwijgen hullen, doen alsof er niets gebeurd is en overgaan tot de orde van de dag. Daarbij is het echter goed te bedenken dat het onder meer die zwijgcultuur is geweest die al die ellende mogelijk heeft gemaakt. Mij lijkt het beter dat we ons in deze pijnlijke tijden aan Jezus spiegelen. Jezus die nooit zweeg. Jezus die keek naar wat er gebeurde en naar wat mensen deden en die erop reageerde. De waarheid verdoezelen was niet aan Hem besteed. Laten we doen zoals Jezus, en van de daken schreeuwen dat we leven in zijn Kerk, zijn Kerk van liefde, vrede en gerechtheid, zijn Kerk van opkomen voor de misdeelden en delen met de armen. En laten we bidden dat de slachtoffers en onze hele katholieke gemeenschap weer rust vinden, en dat de kerkelijke verantwoordelijken tot inzicht komen dat het tijd is voor een grondige vernieuwing. Een Copernicaanse revolutie die erin bestaat dat de Kerk eindelijk voluit de Kerk van Christus wordt. Niet de Kerk van Rome en nog minder die van hen die Christus weer hebben gekruisigd. Nee, de Kerk van Christus, alleen van Christus. Hem, en Hem alleen willen we volgen. Moge Hij ons sterken op onze tocht naar Hem toe. Amen.

Download deze preek in Microsoft Word formaat

 

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha