Jaar 2012-2013 Cyclus C
  • Apocalyps 7, 2-4.9-14
  • Mattheus 5, 1-12a

 

Zusters en broeders,

De eerste lezing uit het boek Apocalyps: gemakkelijk is anders. Maar wie heeft dat geschreven, en wat betekent Apocalyps? Geschreven werd het wellicht door de apostel Johannes, maar echt zeker is dat niet, want misschien heeft iemand anders zijn naam overgenomen. Apocalyps betekent Openbaring door God van verborgen dingen aan een profeet, in dit geval openbaring van het einde der tijden. Niet met data en precieze gegevens, maar met heel fantasievolle visioenen. Zo’n visioen hoorden we in de eerste lezing: de vier engelen die de aarde kunnen beschadigen mogen dat niet doen voordat de dienaars van God op hun voorhoofd getekend zijn. En die dienaars zingen Gods lof. Misschien vraag je je af: Wat heeft zo’n raar verhaal nu met Allerheiligen te maken?  Wel, eigenlijk alles. Want wie zijn die dienaars die getekend worden en Gods lof zingen? Dat zijn niet alleen 144 000 Israëlieten, maar ook een ontelbare menigte uit alle rassen en volkeren, en ze loven God om zijn overwinning op het kwaad. Dat is ook de kern van het boek Apocalyps: het beschrijft de strijd tussen God en het Kwaad, en het werd geschreven  in een periode dat de christenen vervolgd werden. Ergens in de jaren 60, onder keizer Nero, of in de jaren 90, onder keizer Domitianus. Maar het kan ook later geweest zijn, want er zijn nog periodes geweest waarin de christenen vervolgd werden. En waarom werden ze vervolgd? Omdat ze Jezus, omdat ze God belangrijker vonden dan de keizer. Maar door hun geloof kwamen ze uit de grote verdrukking, en dus loven ze God om zijn overwinning op het kwaad. Ze staan voor God, het zijn dus heiligen, en er zijn ook heel wat martelaren onder hen. En daarom past deze lezing zeer goed in de symboliek van Allerheiligen, want dat is de dag waarop we de gedachtenis vieren van alle heiligen en alle martelaren.

Wat zijn martelaren? Dat zijn mensen die omwille van hun geloof  op een  meestal vreselijke manier worden gedood. In de Romeinse tijd liepen christenen geregeld dat gevaar, want ze probeerden te leven als christenen, en dat ging in veel opzichten lijnrecht in tegen de ideologie van het Romeinse Rijk. Dat steunde immers op macht, en op verheerlijking van de machthebbers. En het steunde ook op onderdrukking, op verovering, plundering, vernietiging, slavernij van andere volkeren. Maar Jezus zegt: ‘Bemin God bovenal en uw naaste gelijk uzelf.” Dus kunnen zijn volgelingen de keizer niet vereren, als was hij een god, en kunnen ze andere volkeren niet onderdrukken en misbruiken.

Vandaag voegt Jezus pakkende uitspraken toe aan zijn enige wet. Hij zegt: ‘Zalig de armen van geest, want aan hen behoort het Rijk der hemelen.’ En ‘arm van geest’ betekent niet ‘dom en achterlijk’, maar  ‘geen slaaf van arrogante zelfverheerlijking, en ook niet van machtswellust en machtsmisbruik’. Arm van geest gaat dus helemaal in tegen de machtswil en de zelfverheerlijking van het Romeinse Rijk.  Jezus voegt er nog een andere uitspraken aan toe, die op de hele mens zijn gericht, niet alleen op zijn inwendig ik, maar ook op zijn leven naar anderen toe, naar de gemeenschap waarin hij leeft. Zalig zij die treuren, zegt Hij, zalig zij die verdriet hebben om de eigen miserie en om de miserie rondom hen, om de misbruiken en de ellende  wereldwijd, want zij ze zullen getroost worden omdat ze gelovig blijven, en omdat ze er willen zijn voor anderen. En ook zalig zij die die kunnen toegeven dat ze hard geweest hebben, want ze willen zachtmoedig zijn. Even zalig zijn ze als zij die geen onderdrukking, geen uitbuiting en geen slavernij willen, omdat ze hongeren en dorsten naar gerechtigheid. En worden er fouten gemaakt, dan kunnen zij vergeven, en het weer goedmaken, want ze zijn barmhartig, zoals God barmhartig is voor hen. Ze willen  eerlijk zijn in hun doen en hun denken ten opzichte van hun medemensen, want ze zijn zuiver van hart, en ze willen vrede brengen, geen onvrede. En worden ze vervolgd, tegengewerkt of uitgelachen omdat ze opkomen voor gerechtigheid, dan behoort hen het Rijk der hemelen, en dat verdienen ze, omdat ze liever arm van geest zijn dan vol macht en onrecht en zelfverheerlijking.

Zusters en broeders, arm van geest, bedroefd om wat niet goed is, zachtmoedig, op zoek naar gerechtigheid en vrede, barmhartig, eerlijk in doen en denken, sterk in geloof: het zijn de kernwoorden en het kerngedrag van ons christen zijn. Laten we altijd zo proberen leven, in Jezus’ naam. Amen.

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha