Jaar 2020-2021 Cyclus B
  • Eerste lezingDaniël 7, 13-14
  • EvangelieJohannes 18, 33b-37

Zusters en broeders,

Vandaag vieren we Jezus Christus, Koning van het heelal. De vraag van Pilatus in het evangelie sluit daar dus perfect bij aan. ‘Zijt gij de koning van de Joden’, vraagt hij, en Jezus antwoordt:  ‘Mijn koningschap is niet van deze wereld.’ Anders gezegd: Mijn koningschap is helemaal anders dan het koningschap van de wereld. Hoe dat koningschap was, en vandaag nog altijd is, zien we in landen als Iran, Venezuela, Wit-Rusland, Noord-Korea, Afghanistan. Allemaal landen waar tegenstanders van het regime in het beste geval in de gevangenis belanden, maar meestal verdwijnen ze gewoon. Of de vele moslimlanden waar vrouwen geen rechten hebben. Of landen als China, Rusland, Turkije, Sudan, Myanmar, waar het woord democratie zelfs niet mag uitgesproken worden. Nee, zo is het koningschap van Jezus helemaal niet. Hij is koning om ‘getuigenis af te leggen van de waarheid.’ En Hij voegt eraan toe: ‘Al wie op zoek is naar de waarheid, luistert naar wat Ik zeg.’

Daarbij moeten we ons natuurlijk de vraag stellen: Wat is die waarheid? En ook: Luisteren wij inderdaad naar Jezus? En luisteren betekent hier niet ‘horen wat iemand zegt’, maar ‘doen wat iemand zegt.’ Doen wij dus wat Jezus ons voorhoudt? Is Hij onze weg en ons leven, of is dat iets of iemand anders? Een vedette van de televisie, van het voetbal, de politiek of nog iets anders. Of is het ons geld, ons beroep, onze onderneming, ons plezier, ons pensioen? Of voelen wij ons toch beter en gelukkiger als we naar Jezus luisteren? Als we dus willen luisteren naar de waarheid dat God liefde is, en als we willen leven naar zijn woorden en daden.

Jezus is dus helemaal geen koning van macht en heerschappij, maar van liefde, vrede en gerechtigheid. Hij is op de wereld gekomen om ons te leren hoe we kunnen meebouwen aan  het Koninkrijk van God, dat helemaal anders is dan wereldse koninkrijken. Want het is een  Rijk waar de aandacht niet uitgaat naar macht, bezit en eigenbelang, maar naar armen, zieken, gehandicapten, blinden, doven. Een Rijk waar de Zaligsprekingen de enige leefregel zijn. Een rijk waar men nederig is en troost brengt aan mensen die treuren. En ook zachtmoedig en barmhartig, zodat men kan vergeven en vergeten. En zo zuiver van hart en van doen en denken dat men altijd op zoek gaat naar vrede en gerechtigheid. Een Rijk met maar één gebod: ‘Bemin God bovenal en bemin uw naaste zoals uzelf.’ Een droom van een Rijk. Van dat Rijk getuigt Jezus, en van dat Rijk is Hij Koning.

Het zijn grote en ook bekende woorden, want ze vormen de basis van ons christendom. We weten dat het geen gemakkelijke woorden zijn, want ze vragen veel geloof, veel inzet, veel vertrouwen. Vaak botsen ze met onze verlangens en onze gevoelens, want die gaan bijna van nature uit naar onszelf, naar onze man of vrouw, onze kinderen en kleinkinderen, naar ons bezit, enzovoort. Bijgevolg is meebouwen aan Gods Koninkrijk van liefde, vrede en gerechtigheid niet gemakkelijk, en daarom staat God ons altijd bij, en heeft Hij ons Jezus gezonden om ons de goede weg voor te leven. Dat hoorden we al in de eerste lezing. Daarin vertelt de profeet Daniël dat hij zag ‘dat er uit de wolken van de hemel iemand kwam die op een mens geleek. Hem werden macht, eer en het koningschap verleend. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij die nooit vergaat, en zijn koninkrijk gaat nooit ten gronde.’

Zusters en broeders, dat zijn heel sterke woorden en ook woorden van hoop. Want wat er ook gebeurt, hoe weinig positief Kerk en geloof er vandaag ook uitzien, Gods Koninkrijk van liefde, vrede en gerechtigheid zal nooit vergaan, omdat Jezus altijd in woorden en daden zal blijven voorgaan in de zoektocht van alle mensen naar vrede en geluk. Want Hij is en blijft Koning van het heelal. Amen.

Download dit document

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha