Jaar 2021-2022 Cyclus C
  • Eerste lezingAmos 8, 4-7
  • EvangelieLucas 16, 1-13

Zusters en broeders,

In het evangelie hoorden we een parabel die altijd tot vragen heeft geleid. Het gaat over een rentmeester die door een rijke heer ontslagen wordt omdat hij diens bezit verkwist. Hij reageert daarop door aan schuldenaars grote schulden kwijt te schelden, met de bedoeling dat zij uit dank voor hem zullen zorgen als hij ontslagen is. Daarop volgt de schijnbaar onbegrijpelijke reactie van de rijke heer: hij prijst hem omdat hij zo knap voor zijn toekomst heeft gezorgd. En daarbij rijst natuurlijk de vraag: hoe kan die man daar zo positief op reageren? Hij is toch opnieuw bestolen door de rentmeester?

En precies daar zit de denkfout: die rijke man is helemaal niet bestolen. De rentmeester moest immers voor zijn eigen loon zorgen, en dat deed hij door een deel van de winst aan zichzelf te betalen. Hij bepaalde dus zelf de hoogte van de rente. Wanneer hij in de parabel de ene schuldenaar vijftig vaten olie en de andere twintig maten tarwe kwijtscheldt, is dat dus zijn eigen winst die hij weggeeft, en niet de winst van zijn heer. Maar dat is een zeer hoge winst, zo hoog dat zijn heer er wellicht klanten door verliest. Die gaan liever lenen bij iemand aan wie ze niet zoveel moeten terugbetalen. En het is wellicht daarom dat de rentmeester ontslagen wordt: hij heeft zijn heer niet bestolen, maar het is wel zijn schuld dat die bijna geen klanten meer heeft.

Misschien vind je het merkwaardig dat Jezus een parabel vertelt over geld en rijkdom, en dat Hij zelfs zegt: ‘Maak vrienden door middel van de onrechtvaardige mammon.’ En die onrechtvaardige mammon is geld en bezit. Jezus vertelt daarover een parabel omdat Hij weet hoe die mammon zelfs goedwillende mensen in zijn greep kan krijgen, want ook bij hen kunnen geld en bezit verslavend werken. Die spelen immers in op zelfbehoud, op gemak, op levenszekerheid, waardoor ze zelfs het enige doel van het leven kunnen worden. Het is dus niet verwonderlijk dat Jezus zijn parabel besluit met de waarschuwing: ‘Gij kunt niet God dienen en de mammon.’ Zijn parabel heeft immers duidelijk gemaakt wat de verslaving aan de mammon veroorzaakt: de rentmeester denkt alleen aan zichzelf, en zijn medemensen zijn alleen maar figuren die daarbij moeten helpen. De kwijtschelding van schuld is immers helemaal geen uiting van naastenliefde, maar van zelfbehoud en egoïsme.

In de eerste lezing maakt de profeet Amos duidelijk welke gevolgen die verslaving aan geld en bezit kunnen hebben: ze maken de verslaafde zo onmenselijk dat hij armen verdrukt, misdeelden uitroeit, vervalste weegmaten en weegschalen gebruikt en corrupt is in alles wat hij doet en denkt.

Zusters en broeders, net als Jezus maakt ook de profeet Amos duidelijk dat niemand twee heren kan dienen. Anders gezegd: je kunt niet God en de mammon dienen. Als ‘kinderen van het licht’, zoals Jezus ons noemt, moeten we ons dus eerlijk afvragen wie wij in de eerste plaats dienen. Is dat de God van liefde, vrede en vreugde, of is dat geld en bezit? Streven we naar vrede en gerechtigheid, of naar rijkdom en bezit, wat daar ook de gevolgen van zijn? Doen we mee aan de strijd tegen armoede, uitbuiting en de groeiende kloof tussen arm en rijk, of denken we alleen aan onszelf? Aan ons om uit te maken of we kinderen van het licht of slaven van de mammon willen zijn. Amen.

Download dit document

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha