Jaar 2022-2023 Cyclus A
  • Eerste lezingJesaja 2, 1-5
  • EvangelieMattheus 24, 37-44

Zusters en broeders,

Zoals elk jaar begint er eind november een nieuw liturgisch jaar. In dat nieuwe jaar zullen we vooral het evangelie volgens Mattheus horen. Het voorbije jaar was dat Lucas. Maar wie we ook horen, we leven naar dezelfde vreugdevolle boodschap van liefde, vrede en gerechtigheid toe als altijd.

Vandaag begint dus de advent, en dat is een tijd waarin de duisternis groeit naar het licht. Vandaar de vier kaarsen op de adventskrans. Nu brandt er nog maar eentje, maar hoe meer Kerstmis nadert, hoe meer kaarsen er zullen branden, als symbool van het licht van Christus dat de duisternis overwint. Dat gebeurt trouwens ook in de werkelijkheid, want Kerstmis valt net voorbij het keerpunt van lange nachten en korte dagen naar korte nachten en lange dagen. Het licht van Christus breekt door in ons leven van geloof, hoop en liefde, en het schijnt over de hele aarde. Het is dus niet te verwonderen dat we vreugdevol zingen: ‘Advent is dromen dat Jezus zal komen.'

De vraag is echter of iedereen dat droomt. We leven immers in een wereld die niet echt veel belangstelling heeft voor Jezus, integendeel. Dus is het niet verwonderlijk dat Hij zegt dat we waakzaam moeten zijn. En die waakzaamheid gaat niet over alert zijn op ons hebben en houden, ons bezit, onze gezondheid en zo meer, maar over aandacht voor zijn woorden en daden van liefde, vrede en gerechtigheid. Dus moeten we ons afvragen of we echt aandacht hebben als de Mensenzoon komt. Gaan wij dan mee met Hem, of blijven we vertoeven op de akker van ons eigen leven, een akker die alleen voor onszelf bewerkt wordt? Blijven wij in de draaimolen van dat eigen leven, of zijn we echt waakzaam, zodat we niet verloren lopen in ons leven, en zien dat de Mensenzoon zich in onze buurt bevindt?

Want Hij is nooit ver van ons weg. Hij komt als vluchteling, op zoek naar een menswaardig bestaan. Hij komt als bedelaar die niet weet van welk hout pijlen maken. Hij komt als de zieke, de oude, de eenzame man of vrouw die nooit eens bezocht wordt, en voor wie de dagen eindeloos lang duren. Hij komt als de gevangene die muurvast zit in zijn verleden. Hij komt als mensen in nood, op zoek  naar aandacht, naar een luisterend oor, een helpende hand, een warm hart. Hij komt als mensen vol zorg en vol wanhoop, afhankelijk van het OCMW en de voedselbank.

Zijn wij waakzaam voor die mensen? Luisteren we dus naar Gods boodschap van liefde en vrede? Of om het met de woorden van de profeet Amos in de eerste lezing te zeggen: Smeden wij onze zwaarden van egoïsme en onverschilligheid om tot ploegijzers van barmhartigheid en hulpvaardigheid? Wandelen wij in het licht van de Heer, of stappen we liever in de duisternis van zelfzucht, eigen groot gelijk, leugens en bedrog? Een duisternis die wereldwijd wild om zich heen slaat in de onwil van velen om te leven met respect voor anderen, en in de wreedheid van machthebbers, mensensmokkelaars, drugbendes, fanatiekelingen van allerlei orde. Duisternis die zelfs uitmondt in een wrede, barbaarse oorlog van Rusland tegen Oekraïne. Een oorlog die wereldwijd leidt tot nog meer armoede, nog meer uitbuiting, nog meer honger.

Zusters en broeders, zoals altijd zullen we er in deze advent niet alleen door Jezus, maar ook door Welzijnszorg op gewezen worden dat we aandacht moeten hebben voor onze medemensen. ‘Allemaal digitaal?’ is de slogan van dit jaar, en wellicht is dat niet voor iedereen begrijpelijk, want ‘de digitale wereld is een doolhof’, zegt Welzijnszorg. Een doolhof niet alleen voor armen, maar ook voor heel veel ouderen, die misschien niet eens weten wat ‘digitaal’ betekent. Maar wat het ook betekent, het heeft tot gevolg dat mensen veel minder echt contact hebben met elkaar, en dat armen nog armer worden, want zij hebben dikwijls niet het geld om mee te gaan in de digitale wereld van computers, Instagram, laptops, iPads en zoveel andere apparaten waarmee gewerkt, gecommuniceerd en gestudeerd wordt. In de tweede lezing horen we in dat verband heel hoopgevende woorden, die we trouwens ook zingen: ‘De nacht loopt ten einde, de dag komt naderbij’, zegt Paulus in zijn brief aan de Romeinen. De nacht van onzekerheid en angst, van armoede en kansloosheid, van polarisatie en oorlog, maakt plaats voor de dag van liefde, vrede en vreugde wanneer we waakzaam zijn, en meebouwen aan de komst van de Heer in ons midden. Laten we dat zeker doen. Amen.

Download dit document

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha