Jaar 2023-2024 Cyclus B
  • Eerste lezingHandelingen 10, 34a-37-43
  • EvangelieJohannes 20, 1-9

Zusters en broeders,

Het is allemaal zo herkenbaar wat we in het evangelie hoorden. Maria Magdalena die vroeg in de morgen naar het graf toegaat om het lichaam van Jezus te zalven. Petrus en Johannes die zich naar het graf haasten en niet weten wat ze moeten denken, omdat ze niet begrijpen wat ze zien… het is zo menselijk. Want ook voor ons kunnen de dagen zeer vroeg beginnen, bijvoorbeeld omdat we met iets bezig zijn dat we dringend moeten afwerken. Of omdat we niet goed geslapen hebben, en dus maar opstaan. Of omdat we houden van de rust van de vroege morgen. Of naar ons werk moeten, of andere mensen willen helpen.

Zo haasten Maria Magdalena, Petrus en Johannes zich naar Jezus’ graf. Het is open, maar behalve zwachtels en een zweetdoek is er niets te zien, en de beide mannen begrijpen er niets van. Ook dat is zo herkenbaar, want ook wij begrijpen dikwijls niet wat er zich afspeelt of wat we meemaken. Waarom ben ik ziek? Waarom is mijn vrouw / mijn man gestorven? Waarom zijn er zoveel vluchtelingen? Wat bezielt Poetin? Waarom moorden de Israëli’s de Gazanen uit, en als ze dat niet doen: waarom hongeren ze hen uit? Zoveel dingen die we niet begrijpen en zoveel vragen waarop we geen antwoord kennen. Zal ik slagen in mijn examen? Zal ik die ziekte overwinnen? Is die man, die vrouw mijn partner voor de rest van mijn leven? Woon ik goed? Heb ik een goed werk? Duizenden vragen waarop we, net zoals de apostelen, geen antwoord kennen.

En er is nog iets dat ons bindt aan dit verhaal: Petrus en Johannes gaan niet naar het graf, nee ze lopen er naartoe. Ook dat is heel herkenbaar, want alles moet dikwijls zo vlug gaan. Vlug opstaan, vlug – of zelfs niet – ontbijten, vlug naar het werk, vlug naar school, vlug dit en dat. Het is of dit evangelie ons op het lijf geschreven is.

En het blijft daar niet bij. Het Hoogfeest van Pasen is het hoogtepunt van het christendom, en toch treffen we overal kruisbeelden aan als symbool van ons geloof. Geen triomfbeelden van de verrezen Heer, maar kruisbeelden. Misschien vragen  we ons af waarom dat zo is, en eigenlijk is het antwoord op die vraag heel eenvoudig: Pasen is niet denkbaar zonder kruisiging. Als Jezus niet gestorven was, had Hij ook niet kunnen verrijzen. En er is meer: lijden en dood zijn zo menselijk, zo herkenbaar, zelfs zo begrijpelijk. En dat is verrijzen niet. Dat is niet herkenbaar en ook niet begrijpelijk voor ons menselijk verstand. Dat gaat ons denken te boven. Dat steunt alleen op ons geloof.

Zusters en broeder, wat we in het evangelie gehoord hebben is niet het einde van het verhaal. Samen met Petrus en Johannes is Maria Magdalena huilend teruggekeerd naar het graf, en wanneer twee engelen haar vragen waarom ze huilt, antwoordt ze: ‘Ze hebben mijn Heer weggehaald  en ik weet niet waar ze Hem hebben neergelegd.’ Ook dat gevoel kennen we maar al te goed: onzekerheid, twijfel, ontreddering. Wat zou het goed zijn als we hetzelfde zouden meemaken als Maria Magdalena, want aan haar verschijnt Jezus in levenden lijve, en ook al herkent ze Hem niet direct, haar geloof in Hem en in zijn verrijzenis is zo sterk dat ze naar de apostelen toesnelt om haar geluk mee te delen. Zo een gelukkig Pasen wens ik ons allen toe: een Pasen van diepgaand geloof en even diepgaande vreugde om ons geloof in de verrezen Heer. Amen.

Download dit document

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha