Jaar 2006-2007 Cyclus C
Bezinning bij / surfen naar:

“Druk, druk, druk. Je hebt er geen gedacht van. Geen tijd voor niets.” Dat is het antwoord dat je riskeert te krijgen wanneer je aan iemand vraagt hoe hij of zij het maakt. “Druk, druk, druk. Geen tijd voor niets.” Ook niet om te luisteren, te genieten, te rusten. Zelfs niet om te leven. En het andere antwoord dat je riskeert te krijgen wanneer je aan iemand vraagt om iets te doen, ken je wellicht ook: “Daar heb ik NU geen tijd voor. Morgen misschien, maar nu niet.”

Zusters en broeders, we leven in een maatschappij zonder tijd. Het valt me elke dag op dat iedereen vindt dat de dagen, de maanden, de jaren zo snel voorbijvliegen. Veel sneller dan vroeger, toen de dagen trager waren. De dagen na de oorlog bijvoorbeeld, toen het puin moest geruimd worden en het land heropgebouwd. En toch had iedereen tijd voor een babbel, tijd om te voet of met de fiets ergens naartoe te gaan, tijd voor de gezinsgenoten, tijd voor de buren, tijd voor zichzelf. ’t Is te gek voor woorden, maar dat lukt nu niet meer.

In de lezingen van vandaag horen we iets helemaal anders. Iets uit de tijd dat er nog tijd was. In de eerste lezing krijgt Abraham onverwachts drie mannen op bezoek, en hij maakt tijd voor hen. Akkoord, Sara moet ‘snel’ koeken bakken, en zijn knecht moet ‘snel’ een kalf slachten en klaarmaken, maar Abraham zelf neemt alle tijd om zijn gasten goed en rijkelijk te ontvangen. Hij zegt niet: “Druk, druk, druk”, en hij zegt nog minder: “Daar heb ik nu geen tijd voor.” Nee, hij is de perfecte gastheer, die ook bij hen blijft tijdens het maal. Hij denkt niet aan het werk dat blijft liggen en aan het vee dat moet verzorgd worden, nee, al zijn aandacht en al zijn tijd gaan naar zijn gasten. En die rust, die aandacht, die gastvrijheid worden uitdrukkelijk beloond: hij krijgt de belofte dat zijn onvruchtbare vrouw Sara binnen het jaar van een zoon zal bevallen.

In het evangelie houdt Jezus ons op zijn beurt voor dat we onszelf niet moeten voorbijlopen. Martha is druk in de weer om Hem en zijn apostelen te bedienen, en ze is helemaal niet blij dat haar zus Maria niets doet. Enfin, in haar ogen doet ze niets. In werkelijkheid luistert ze naar de woorden van Jezus. En tot Martha’s ontgoocheling en wellicht ook tot haar vernedering, wijst Jezus niet haar zus, maar wel haarzelf terecht. Niet zij, de vlijtige vlinder die druk, druk, druk bezig is om het Hem naar de zin te maken, krijgt een pluim, wel haar zus Maria die geen vinger uitsteekt. ‘Je moet niet zo druk bezig zijn, Martha,’ zegt Jezus, ‘we hebben helemaal geen nood aan een diner met vijf gangen. Eén schoteltje is al lang goed. Neem dus rustig de tijd om te kiezen voor wat belangrijk is, en dat is op dit moment: luisteren naar mijn woord van liefde, vrede en gerechtigheid.

Soms vraag ik me af of de leegloop van onze kerken geen verband houdt met het ‘druk, druk, druk’ waaronder iedereen gebukt gaat. Wie heeft nog tijd voor God en zijn Kerk? Wie heeft nog tijd voor zijn naaste? Wie heeft zelfs nog tijd voor zijn man of vrouw en voor de kinderen? Ik denk dat de lezingen van vandaag recht naar ons toe geschreven zijn, ook al zijn ze een paar duizend jaar oud. Zo oud dat ze nog stammen uit de tijd toen de dagen trager waren, en mensen nog gelukkig konden zijn in de schaduw van elkaar en van de dingen. En toen ze nog wisten dat aandacht voor elkaar hetzelfde is als aandacht voor God.

Zusters en broeders, het is vakantie. Dat woord is afgeleid van het Latijnse woord ‘vacare’, en dat betekent ‘vrij zijn.’ Welnu, misschien moesten we maar eens wat meer vakantie nemen, wat meer vrij zijn dus. En wat is vrij zijn anders dan tijd hebben? Tijd hebben voor onszelf, voor elkaar, voor de dingen van het leven, voor ons geloof, voor God. Ik ga het goede voorbeeld geven en het dus niet langer trekken. Ik wil alleen u en ook mezelf toewensen dat we opnieuw zouden kunnen genieten zoals in de tijd toen de dagen trager waren, en de mensen wellicht daardoor ook meer mens waren. Amen.

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha