Jaar 2006-2007 Cyclus C

Bezinning bij / surfen naar:

“Bezint eer ge begint, ook in het geloof.” Dat, zusters en broeders, is in kort bestek de boodschap van vandaag.

In de eerste lezing horen we zeer wijze woorden. Niet voor niets komen ze uit het boek Wijsheid. “Wij begrijpen amper de dingen van deze wereld, en wat voor de hand ligt, kost ons nog moeite; hoe zouden we dan het hemelse verstaan?” Erg wijze woorden van een profeet ergens in de eerste eeuw voor Christus. Woorden waar wij, mensen, het nogal eens moeilijk mee hebben. Meer en meer denkt de mens immers dat hij alles verstaat en alles doorgrondt. Hij denkt dat hij het menselijke lichaam en zelfs de menselijke geest volledig heeft geanalyseerd, de natuur naar zijn hand heeft gezet, de ruimte heeft veroverd, de hemel heeft overwonnen. Hij dénkt dat, en hij is spijtig genoeg niet wijs genoeg om in te zien dat elke nieuwe oplossing alleen maar nieuwe vragen oproept, dat elke ingreep haar eigen gevolgen heeft of later zal hebben, dat elke oplossing maar tijdelijk is. Dus worden we geconfronteerd met nieuwe en onbekende ziektes, voortdurende voedselvergiftigingen, de opwarming van de aarde, de ontwrichting van de natuur, de maatschappij, het leven zelf. Niets heeft de mens geleerd uit het verhaal van de toren van Babel, integendeel, onverdroten bouwt hij zijn eigen Babel voort.

“Bezint eer ge begint,” brengt Jezus daartegenin. ‘Ook in het geloof. Aanvaard ook op dat gebied de menselijke beperktheid. Want geloven is kiezen, en kiezen vraagt offers.” Hij stelt het zeer scherp: “Wie zijn familie, zelfs zijn eigen leven niet haat, kan mijn leerling niet zijn.” Natuurlijk wordt ‘haten’ hier niet gebruikt in de betekenis van afkeer hebben voor iemand, met daarbovenop de wens dat die iemand allerlei slechte dingen zou ondergaan. Hoe zou Jezus het over zulk haten kunnen hebben. We moeten volgens Hem immers zelfs onze vijanden beminnen. Wat Hij wél bedoelt, is dat we ons geloof boven alles moeten stellen, ook boven onze familie. Hij wist waar Hij het over had: zijn familie was allesbehalve blij met zijn keuze om profeet te worden, dus heeft Hij zich van hen moeten losmaken om zijn zending te kunnen volbrengen. Dat vraagt hij ook van zijn volgelingen, dus ook van ons: dat we zouden kiezen. En kiezen is loslaten, en loslaten gaat heel dikwijls gepaard met pijn. Jezus noemt die pijn ‘zijn kruis opnemen’. Hij bedoelt daarmee helemaal niet dat we het kruis moeten zoeken. Dat komt immers wel vanzelf. Ieder van ons weet dat achter elk gezicht, achter elke vrolijkheid en achter elke schijnbare onverschilligheid heel dikwijls heel veel pijn en heel veel verdriet schuilgaan: ziekte en dood, relatieproblemen, een ongeval met blijvende mentale en/of lichamelijke handicap, dementie van mensen die ons lief zijn, het leed in de wereld als dusdanig. Nee, het kruis zoeken, moeten we zeker niet doen. Dat heeft Jezus ook niet gedaan. Hij ging niet naar het kruis toe, het kruis kwam naar Hem toe.

“Bezint eer ge begint”, ook en zeker in het geloof. ‘En vraag de Heer dat Hij u met wijsheid zegent.’ En wijsheid steunt niet op boekenkennis, wel op levenervaring en op het aanvoelen van hoe je met mensen en dingen moet omgaan. Wijsheid houdt ook in dat je eerst overlegt om te zien wat haalbaar is. Wie een toren wil bouwen of een militaire aanval wil uitvoeren, moet eerst goed rekenen of dat wel binnen zijn mogelijkheden ligt, zegt Jezus. Welnu, dat is ook zo voor wie een leerling van Jezus wil zijn. De wijsheid die je kritisch maakt tegenover jezelf, zodat je je afvraagt: Bemin God bovenal en uw naaste gelijk uzelf: zou ik dat wel kunnen? Niet zozeer voor mezelf leven, maar wel voor anderen: kan ik dat wel aan? Leven met een toekomstperspectief: is me dat wel de moeite waard? Niet alleen aan mezelf denken: brengt me dat ook iets op? Goed zijn en barmhartig en vergevensgezind: spreekt me dat wel aan? Geloven in een leven na dit leven: kan ik dat wel?

Zusters en broeders, soms heb ik de indruk dat de leegloop van onze kerken en het geloofsverval vooral te maken hebben met het feit dat de meerderheid van de mensen in onze streken voor zichzelf heeft uitgemaakt: dat kan ik niet, dat is niets voor mij. Geen onwil dus, wel onvermogen, en wellicht ook de overtuiging: liever geen christen dan een halve of een slechte christen.

Het is niet aan ons om daarover te oordelen. Het is wel aan ons om consequent achter de keuze te staan die we hebben gemaakt. Wij kiezen ervoor christen te zijn, dus leerlingen, volgelingen van Christus. We weten wat dat inhoudt: liefde en geloof, vrede en vreugde, goedheid en barmhartigheid. Laten we de Heer vragen dat Hij ons in onze keuze zou steunen, want alleen zijn we niet sterk genoeg. En laten we proberen onze keuze even consequent door te voeren als Jezus. Niet dat we zo nodig op een kruis moeten belanden, wel dat we zijn weg zouden gaan en blijven gaan. Zijn weg van liefde, vrede en gerechtigheid. Amen.

 

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha