Jaar 2009-2010 Cyclus C

Bezinning bij / surfen naar:

  • Jesaja 9, 1-3.5-6
  • Lucas 2, 1-14


    Zusters en broeders,

    Een paar weken geleden vertelde een vrouw in het treincompartiment naast mij behoorlijk uitgebreid dat zij en haar man zichzelf de volgende dag op een reisje naar kerstmarkt in Londen gingen trakteren. De kerstmarkten in België, Duitsland en Frankrijk hadden ze al allemaal gedaan, dus zou het dit jaar eens Londen worden. En ze hadden er duidelijk zin in, dat kon je afleiden uit het enthousiasme waarmee ze het vertelde. 

    Kerstmarkt, kerstverlichting, kerstbomen, kerstcadeaus, kerstdiner, kerstgebak … het woordenboek Van Dale kent vele tientallen samenstellingen met ‘kerst’, en slechts enkele daarvan hebben direct te maken met het feest dat we als christenen vieren. Veruit de grootste meerderheid hangt samen met de opgeklopte sfeer waarmee Kerstmis wereldwijd gepaard wordt. Wereldwijd, inderdaad, want ook vele honderden miljoenen mensen die niets met het christendom te maken hebben, zijn vandaag in feeststemming. Wellicht is er, naast Nieuwjaar, zelfs geen enkel ander feest dat zo over de hele wereld gevierd wordt als precies Kerstmis. En daar is niets op tegen, ook al is de commercialiteit dikwijls opdringerig, en al zijn de verlichting van winkels, straten en pleinen, en de kabouters, de hertjes en de koetsen in voortuintjes dikwijls meer dan kitscherig. Maar liever dat dan niets, want Kerstmis moet gevierd worden. Het is immers de herdenking van de geboorte van Christus, van het feit dus dat God onder de mensen is komen wonen, en dat kan niet genoeg gevierd worden. Zoals we in het evangelie hoorden, werd er trouwens al onmiddellijk gefeest door een hele schare engelen die luidkeels zongen: ‘Eer aan God in de hoge, en op aarde vrede onder de mensen, in wie Hij welbehagen vindt.’ En wanneer Jezus volwassen is, merken we dat Hij zelf ook helemaal niet bang is van een feestje. Denk maar aan de bruiloft in Kana, aan de keren dat Hij bij farizeeën op een eetmaal werd uitgenodigd, en aan Zacheus die hij uit de boom riep waarin die gekropen was om Hem beter te kunnen zien. En waarom moest hij zo dringend uit die boom komen? Omdat Jezus zichzelf en zijn apostelen zonder meer uitnodigde op een etentje bij hem thuis. Nee, Jezus schuwde de genoegens van het leven niet. Dat moeten wij dus ook niet doen wanneer we zijn geboorte willen vieren.  

    Maar we mogen zeker de rest van het verhaal niet vergeten, en die rest, die is niet zo fraai. Jozef en Maria zijn vanuit Nazaret onderweg naar Betlehem, meer dan honderd kilometer te voet door bergachtig gebied. Jezus wordt dus geboren ergens onderweg, in de nabijheid van Betlehem, en alleszins niet onder de beste omstandigheden, want er was voor hen geen plaats in de herberg, aldus de evangelist. Kort daarop moeten ze op de vlucht, want Herodes is hun kind niet echt genegen, en dat is heel vriendelijk gezegd. En ook al is het meer dan tweeduizend jaar geleden, het klinkt allemaal heel bekend in de oren: mensen onderweg, vluchtelingen, vluchtelingenkampen, mensonwaardige omstandigheden waarin mensen moeten leven … die kant van het kerstverhaal speelt zich elke dag voor onze ogen af, en net als voor Jozef en Maria is er ook voor de slachtoffers van die ellende dikwijls geen plaats in de herberg. We kennen de gevolgen: in Congo sterft één vrouw op dertien tijdens de zwangerschap of de bevalling, en in heel Afrika dolen mensen rond, komen om van honger en ellende, of verdrinken op zee wanneer ze in hun overladen drijvende doodskisten de overkant van de ellende proberen te bereiken. Maar we hoeven niet eens over de grenzen te kijken, want zoals elk jaar duwden Welzijnszorg en het Jaarboek van de armoede van de Antwerpse universiteit ons ook nu weer met de neus op de feiten. En die feiten zijn onder meer dat asielzoekers en daklozen in onze steden weer eens op straat moeten slapen, dat anderhalf miljoen Belgen onder de armoedegrens leeft, dat er per dag zestig gezinnen uit hun huis worden gezet omdat ze de huur niet meer kunnen betalen, en dat twintig procent van de kinderen in armoede leeft. Het zijn maar enkele van de harde en ontluisterende waarheden waar ons toch rijke land niet echt veel aan doet, want het aantal armen en kanslozen groeit elk jaar sterk aan. 

    Zusters en broeders, ik wil uw en mijn feestvreugde niet bederven. We willen en we moeten Kerstmis met de gepaste vreugde vieren. Maar anderzijds mogen we ook de omstandigheden waarin dit prachtige verhaal zich afspeelde niet uit het oog verliezen, en die omstandigheden waren niet fraai. En we mogen ook niet vergeten dat God zich als een kwetsbaar kind aan mensen heeft toevertrouwd. Ik denk dus dat wij, als christenen, blijvend aandacht moeten hebben voor kwetsbare mensen, want misschien zijn ze wel veel meer beeld van God dan we kunnen vermoeden. 

    Zusters en broeders, ik wens u en mezelf en alle mensen een zalige en vredevolle Kerstmis toe. Dat de vrede en de vreugde om van de komst van God in deze wereld over ieder van ons en over alle mensen moge komen. Amen. 

     

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha