Jaar 2011-2012 Cyclus B

Bezinning bij / surfen naar:

Zusters en broeders,

Het is midden november, de dagen zijn kort en de nachten lang, en we wachten en hopen. We wachten op een nieuwe lente en een nieuw geluid, we hopen op betere tijden. Het is dus duidelijk adventstijd. Want advent is wachten en hopen, en bezinnen en waakzaam zijn. En verder is advent aandacht hebben voor onze medemens. En ten slotte is advent het begin van een nieuw Kerkelijk jaar. Een andere evangelist zal ons een jaar lang door het leven en de werken van Jezus leiden. Vorig jaar was dat Mattheus, dit jaar is het Marcus. Hij wordt onze veilige gids in onze tocht naar God en naar elkaar.  

En zoals altijd zal Welzijnszorg ons ook dit jaar bij onze adventstocht begeleiden. Dit jaar werd elke zondag samengebald in een slogan die nauw aansluit bij de lezingen en de activiteiten van die zondag. Vandaag luidt die slogan: ‘Hoor de schreeuw!’ In de eerste lezing schreeuwt Jesaja niet echt, maar zijn roep tot God is wel een zeer dringende smeekbede. Zo dringend dat hij God niet alleen Heer, maar ook Vader noemt, en dat is zeer uitzonderlijk in het Oude Testament. ‘Vader, waarom liet Gij ons van uw wegen afdwalen? Waarom hebt Gij U van ons afgewend en ons overgeleverd aan onze zondigheid? Keer U alstublieft weer naar ons toe, scheur de hemel open en kom ons tegemoet. Want Gij zijt onze Vader, en wij zijn het werk van uw handen.’ Zo smeekt Jesaja. 

Meer dan 2700 jaar oud zijn deze woorden, en toch klinken ze hartverscheurend hedendaags. Want ook onze tijd lijkt afgedwaald van God. Ook wij zijn onze eigen wegen gegaan, en dat heeft geleid tot overvolle agenda’s, krakende banken, een verziekt milieu, gebroken relaties, en een ontzettende ongelijkheid. Ook wij hebben dus alle reden om te smeken: ‘Waarom, Heer, liet Gij ons van uw wegen afdwalen? Gij zijt toch onze Vader?’  

Maar misschien blijft God onze Vader wel doof voor ons omdat we niet menen wat we vragen. Omdat we, als puntje bij paaltje komt, toch liever onze eigen wegen gaan. Omdat we liever niet hebben dat Hij ons andere wegen doet gaan. Wegen van liefde en vrede en gerechtigheid. Misschien zijn we best tevreden zoals het nu loopt. Misschien willen we wel niets meer dan ons doopsel, ons vormsel, onze wekelijkse viering en nu en dan een kaarsje en een gebed. Het verbindt immers tot niets, het vreet niet aan ons leven en ook niet aan onze portemonnee. 

‘Wees waakzaam’, zegt Jezus in het evangelie, en die oproep sluit naadloos aan bij de parabels van de vorige zondagen: die van de vijf slimme en de vijf domme meisjes, en die van de talenten. Ook daar ging het om waakzaamheid, want ‘gij kent dag noch uur’, zei Jezus. En misschien zeggen wij nu: ‘Maar we zijn toch waakzaam? Waakzaam over ons huis, ons geld en ons goed, onze gezondheid, onze auto. We zijn toch waakzaam?’ 

Natuurlijk zijn we waakzaam. Het is alleen maar de vraag of het die waakzaamheid is die Jezus bedoelt. Voortgaand op het evangelie van vorige zondag zeker niet, want daar hoorden we: ‘Wat ge aan de geringste van mijn broeders hebt gedaan, hebt ge aan Mij gedaan.’  Niet om onszelf en ons goed gaat het dus, wel om onze medemens. Dus moeten we ons afvragen: Zijn onze ogen waakzaam open om onrecht te zien? Is ons hart waakzaam gericht op het welzijn van armen en kansarmen? Zijn onze handen waakzaam open om bouwblokken van gerechtigheid aan te maken? Zijn onze oren waakzaam gevoelig voor de schreeuw om hulp van onze broeders in nood? 

Zusters en broeders, laat onze advent een schreeuw zijn vanuit het diepste van ons hart naar God toe, dat Hij ons en onze wereld zou bijstaan, en dat Hij ons hart zou openen, zodat we niet langer doof blijven voor de schreeuw van onze medemens in nood. Amen.  

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha