Jaar 2014-2015 Cyclus B

 

God de Heer sprak: ‘Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past.’

Zusters en broeders, het zijn heel bekende woorden uit het scheppingsverhaal: het is niet goed is dat mensen alleen zijn. Mensen die geen contact hebben met anderen, die nooit een bezoek krijgen, die totaal genegeerd worden, alsof ze niet bestaan. Maar ook mensen die alleen voor zichzelf willen leven, zonder ook maar een beetje rekening te houden met hun medemensen. Nee, alleen met en voor zichzelf. Zo heeft God het niet gewild: Hij zegt uitdrukkelijk dat het niet goed is.

Man en vrouw: zo heeft God de mens geschapen. Met als kern dat het niet goed is alleen voor onszelf te leven. Maar er is nog een kern: God de Heer zal een hulp maken die past bij de mens. Al de dieren die God geschapen had, pasten niet bij de mens, ze waren veel minder dan hij, maar de vrouw was zijn gelijke. En dat is de tweede kern: man en vrouw zijn gelijkwaardig. Vandaar ook de blijdschap van Adam: de vrouw staat niet onder of boven hem, maar gelijk met hem.

De vrouw gelijkwaardig aan de man: stel je een wereld voor waarin alle volkeren dat zouden erkennen. Wat zou die wereld anders, beter, mensvriendelijker, vredevoller zijn dan de wereld die we vandaag kennen. Want gelijkheid tussen man en vrouw vind je niet of bijna niet in Azië en Afrika, en in moslimlanden. Ze bestond ook niet in het jodendom ten tijde van Mozes en ten tijde van Jezus. Het is op basis van die ongelijkheid dat Mozes toeliet dat mannen met een eenvoudige scheidingsbrief hun vrouw uit het huis konden zetten. Jezus gaat daartegen in. Voor Hem staat de wet van Mozes immers in geen enkel geval boven de goddelijke schepping, en die is dat man en vrouw gelijkwaardig zijn.

Stel je zo een wereld voor, vol gelijkwaardige mensen. En ook een wereld waar mensen niet alleen voor zichzelf zouden leven. Een wereld met aandacht voor elkaar, met zorg voor elkaar. Een wereld met zoeken naar gelijkheid, naar recht. Een wereld zonder oorlog en burgeroorlog, zonder moordend fundamentalisme en terrorisme. Een wereld met aandacht voor arme en kleine mensen. Een wereld zonder de waanzin van de onuitsprekelijke rijkdom van enkelen en de afgrijselijke armoede van ontelbaar velen.

En ook een wereld met aandacht voor kinderen, overal en in alle landen. Kinderen die niet op straat, in riolen, onder bruggen of in vuilnis moeten leven, omdat hun ouders geen belangstelling hebben voor hen, of te arm zijn om voor hen te zorgen. Kinderen die zouden kunnen en mogen naar school gaan, ook meisjes. Kinderen die niet moeten werken als ze ouder zijn dan vier jaar. Kinderen met een menswaardig leven en een toekomst vol hoop. Ook in de tijd van Jezus kregen bijlange niet alle kinderen zulke kansen. Vandaar zijn uitbarsting tegen de leerlingen, omdat ze mensen tegenhouden die hun kinderen bij Hem willen brengen opdat Hij hen zou zegenen. ‘Laat de kinderen bij Mij komen’, zegt Hij verontwaardigd, en Hij voegt eraan toe: ‘Want van zulke kinderen is het Koninkrijk van God.  Ik verzeker u, wie het Koninkrijk van God niet aanneemt als een kind, komt er beslist niet in.’ Misschien vragen we ons daarbij af: Mogen we dan niet volwassen worden? Moeten we als kinderen door het leven gaan? Natuurlijk mogen we volwassen worden, maar wat Jezus bedoelt, is dat we de eenvoud en de nederigheid van een kind zouden bewaren. In zijn liefde voor kinderen zien we dat Gods liefde direct uitgaat naar kleinen en naar machtelozen. Naar mensen die niet op zoek zijn naar macht, bezit en heerszucht, maar die kunnen genieten van eenvoud. Alleen zij kunnen thuis zijn in het Koninkrijk van God, want dat is geen Rijk van bezit en macht, maar van eenvoud, liefde en respect. Zoeken naar bezit en macht daarentegen vernietigt die eenvoud, die liefde en dat respect, net zoals het de aarde en de armen kapot maakt. Verleden week nog wees paus Franciscus daar heel uitdrukkelijk op in zijn toespraak tot de Verenigde Naties. ‘Een egoïstische en grenzeloze dorst naar macht en welvaart leidt zowel tot misbruik van de natuurlijke rijkdommen als tot de uitsluiting van de zwakkeren en de kwetsbaren’, zei hij, en hij veroordeelde onomwonden de economische en sociale uitsluiting. Want uitbuiting en uitsluiting, dat is niet de weg die God bij zijn schepping heeft gewild.

Zusters en broeders, het is niet goed is dat we alleen zijn en alleen maar leven voor onszelf; mannen en vrouwen zijn gelijkwaardig, en alleen zij die niet streven naar bezit, macht en rijkdom kunnen het Koninkrijk van God binnengaan. Dat zijn de levenskernen die vandaag beklemtoond worden. Laten we proberen er de kernen van ons leven van te maken, zoals Jezus ons dat heeft voorgeleefd. Amen.     

 

Download dit document in Word-formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha