Bezinning bij / surfen naar:
‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’
Zusters en broeders, misschien klinkt deze vraag een beetje merkwaardig in de mond van Jezus. Wil Hij misschien horen hoe goed Hij scoort, hoe populair Hij is en hoe belangrijk de mensen Hem vinden? Wil Hij een BI zijn, een bekende Israëliet, of ten minste een BF, een bekende profeet? Wel, ik ben er zeker van dat wij deze vragen allemaal negatief zullen beantwoorden. Jezus is niet op zoek naar bekendheid en roem, het enige wat Hem interesseert is het brengen van Gods Blijde Boodschap.
Waarom Hij de vraag dan stelt? Ik denk dat Hij wil nagaan in hoever de apostelen weten wie Hij is. Zij zullen zijn Boodschap immers verder moeten verkondigen wanneer Hij er niet meer is, dus is het niet onbelangrijk dat ze weten waarmee ze bezig zijn. Jezus gebruikt een omweg om achter hun inzicht te komen: Wie denken de mensen dat Hij is? Volgens sommigen is Hij Johannes de Doper, maar Hij is helemaal geen donderprofeet zoals zijn voorganger. Anderen zien Elia in Hem, maar die was niet vies van extreem geweld, en als er iets is wat Jezus niet wil, dan is het wel geweld. Ook wie geen naam op Hem kleeft, ziet in Hem een van de vroegere profeten. En Petrus, ja, die ziet wie Hij echt is: de Christus, de Gezalfde, de Messias. Het grote woord is eruit, maar Jezus verbiedt hun uitdrukkelijk ruchtbaarheid te geven aan zijn identiteit.
Waarom Hij dat doet, blijkt uit het vervolg: Hij zegt dat zijn pad niet over rozen zal lopen, maar dat Hij zal vermoord worden en drie dagen later zal verrijzen. Hij spreekt daar heel open over want, zoals gezegd, Hij wil dat zijn leerlingen weten waarmee ze bezig zijn. Hij weet dat ze, net als alle andere joden, een heel ander beeld hebben van de Messias, een beeld van een heerser die met geweld de Romeinen het land zou uitjagen, en die met kracht en heerschappij een machtig rijk zou vestigen. Het is merkwaardig dat ze daarbij met zijn allen het beeld negeren dat enkele grote profeten van de Mensenzoon hebben opgehangen. In de eerste lezing hoorden we Jesaja, en die heeft het helemaal niet over een triomferende machthebber, integendeel, zijn Mensenzoon gaat doorheen heel wat lijden, maar Hij wijst het niet af en vooral: Hij blijft op God vertrouwen, want God de Heer zal hem helpen.
We weten hoe Petrus reageert: dit lijden mag Jezus niet overkomen. Waarschijnlijk speelt in die reactie zijn aanhankelijkheid aan Jezus mee: wie wil immers een vriend zien lijden! Maar evenzeer speelt zijn overtuiging mee over hoe de Messias moet zijn: geen lam dat naar de slachtbank wordt geleid, maar een sterke leider en heerser, liefst over alle volkeren. En dat is precies de weg die Jezus weigert: de weg van de macht, van het geweld, van de onderdrukking, van de dwang. Hij kiest voor liefde, vrijheid, vrede, barmhartigheid, ook al kost die weg Hem het leven. En Hij vraagt dat ook wij die weg zouden gaan. Hij zegt: ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen en zijn kruis opnemen. Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen.’
Nee, we moeten het lijden niet zoeken, dat weten we. Wat we wel moeten doen, is ingaan tegen ons egoïsme, is willen delen met anderen, is willen leven met en voor anderen, en er willen zijn voor anderen. Het kruis van de zelfverloochening willen dragen, waarbij het nog maar de vraag is of egoïsme niet een veel groter kruis is dan zelfverloochening. Want een egoïst, dat is iemand die alleen zijn eigen beste vriend is. Andere vrienden wil hij niet en heeft hij ook niet. Hij kan dus niets delen, geen vreugde maar ook geen pijn. Hij staat er helemaal alleen voor, omdat hij zijn leven alleen voor zichzelf wil houden. Maar wie zijn leven voor wil houden, zal het verliezen, zegt Jezus terecht. Want alleen met jezelf moeten leven: dat is geen leven.
‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’ Zusters en broeders, wie zeggen wij dat Jezus is? En nog directer: wie is Jezus voor ons? Hij wil zijn: de weg, de waarheid en het leven. Ik denk dat we er goed aan doen Hem te volgen. Amen.