Bezinning bij / surfen naar:
Zusters en broeders,
Al jaren vindt in de derde en vierde week van januari de Internationale Gebedsweek voor de Eenheid van de Christenen plaats. Dit jaar loopt ze van 18 tot 24 januari. Ze vond voor het eerst plaats in 1908, op initiatief van een Amerikaanse anglicaanse geestelijke. De katholieke Kerk bad pas met overtuiging mee na het Tweede Vaticaans Concilie, begin de jaren zestig van vorige eeuw. Een week lang bidden de christenen, over alle grenzen heen, om eenheid. En er zijn nogal wat grenzen tussen de christenen, en niet alleen tussen katholieken, protestanten, orthodoxen en anglicanen. Vooral bij de protestanten is er daarnaast immers een versnippering in duizenden subkerkjes, die allemaal min of meer hun eigen weg gaan. En dat terwijl Jezus in zijn afscheidsrede zo uitdrukkelijk voor eenheid had gebeden. ‘Laat ze allen één zijn, zoals Gij in Mij zijt en Ik in U. Laat ze één zijn zoals Wij één zijn.’
Zo bad Jezus, en wellicht voorvoelde Hij wat er zou gebeuren: dat er verschillende, zelfs tegenstrijdige meningen zouden ontstaan. Zoals we in de eerste lezing hoorden, heeft het zelfs maar een paar tientallen jaren geduurd voor het zover was, en Paulus is er helemaal niet blij mee. ‘Broeders en zusters’, schrijft hij, ‘ik bezweer u in de naam van onze Heer Jezus Christus: wees allen eensgezind, laat er geen verdeeldheid onder u zijn; wees volkomen één van zin en één van gevoelen. […] Ik bedoel dit: Ieder van u schijnt zijn eigen leus te hebben: ‘Ik ben van Paulus.’ ‘Ik van Apollos.’ ‘Ik van Kefas.’ ‘Ik van Christus.’’ En bijna sarcastisch voegt hij eraan toe: ‘Is Christus dan in stukken verdeeld?’
Ik hoor Paulus vandaag al bezig: ‘Ieder van u schijnt zijn eigen leus te hebben: ‘Ik ben van Ratzinger,’ maar ook: ‘Ik ben tegen Ratzinger.’ ‘Ik van Léonard,’ en wellicht nog veel meer: ‘Ik ben tegen Léonard.’ ‘Ik van Danneels,’ en wellicht ook hier: ‘Ik ben tegen Danneels.’ Ik denk dat Paulus nu nog veel sarcastischer zou reageren dan bijna tweeduizend jaar geleden: ‘Is Christus dan in stukken vóór en tegen verdeeld?’ zou hij nu wellicht zeggen.
Is dat zo? Is Jezus in stukken voor en tegen verdeeld? In het evangelie zien we dat Hij twee broederparen roept: ‘Kom, volg Mij.’ zegt Hij. Hij zegt niet: ‘Kom, en volg iemand anders die in mijn naam spreekt of beweert te spreken.’ Nee, Hij zegt heel duidelijk: ‘Kom, volg MIJ.’ Dat is dus onze roeping als christenen: Jezus volgen. Hem alleen. Waarbij we goed moeten beseffen dat Jezus de wijnstok is en wij de ranken zijn. ‘Bekeer u’, zegt Hij, ‘want het Rijk de hemelen is nabij.’ Hij zegt ook: ‘Ik zal u vissers van mensen maken.’ En daarmee bedoelt Hij dat we zouden denken en doen zoals Hij. Dat we zijn woorden en daden tot de onze zouden maken, en op zijn manier met elkaar en met anderen zouden omgaan: vol liefde, vol begrip, vol barmhartigheid, vol vergeving.
Zulke vissers van mensen wil Hij ons maken. Vissers die aandacht hebben voor mensen aan de rand, die niet oordelen of veroordelen, maar die hun medemensen bijstaan, opdat ze niet zouden verdrinken in ellende, armoede, egoïsme, wanhoop, afkeer en haat. Zulke vissers moeten we zijn, want wie Jezus verkondigt, verkondigt alleen wat Hij zegt. Niets meer, maar ook niets minder, en zeker niets anders. En wie christen is, handelt alleen zoals Hij handelt. In Hem, en Hem alleen, is het Rijk der hemelen nabij. Het Rijk waarin alleen de liefde van tel is, en waarin geen mensen worden gebrandmerkt omdat ze anders zijn.
Vissers van mensen, dat moeten wij, dat moet onze Kerk zijn, en dat moeten alle christenen wereldwijd zijn, tot welke Kerk, subkerk of splinterkerk ze ook behoren. En daarbij mag geen van al die christenen ooit vergeten dat Jezus zijn Blijde Boodschap begint met oproep ‘Bekeer u’. Nee, dat mogen we nooit vergeten, want zijn oproep is onverkort tot ons allen gericht.
Zusters en broeders, ik denk dat wij, christenen, nog een heel lange weg te gaan hebben, dat we nog heel veel te leren hebben en nog veel meer bekering nodig hebben vóór we echt vissers van mensen zullen zijn. Vooraleer we echt zullen denken en doen zoals Jezus. Vooraleer we alleen zijn woorden zullen spreken en zijn daden zullen doen. Laten we dus maar werk maken van onze bekering. Amen.