Jaar 2013-2014 Cyclus A

 

Zusters en broeders,

Dat we vandaag het feest van Pinksteren vieren, weten we allemaal, maar of we ook weten waar dat woord en dat feest vandaan komen, is wellicht niet zo zeker. Het woord Pinksteren is een vernederlandsing van het Griekse woord ‘pentèkostè’, en dat betekent vijftigste. Dat verwijst dan weer naar een joods feest dat volgens de wet van Mozes vijftig dagen na de herdenking van de bevrijding uit de slavernij in Egypte moest gevierd worden. Kort gezegd: Pinksteren is de herdenking van een bevrijding, en onze bevrijding is Pasen, dus de verrijzenis van Jezus. Daarom hoorden we in het evangelie van vandaag dezelfde lezing als op de tweede paaszondag, en dat is: ‘Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar; ze hadden de deuren afgesloten, omdat ze bang waren voor de Joden. Jezus kwam in hun midden staan en zei: ‘Ik wens jullie vrede! […] Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit.’ Na deze woorden blies Hij over hen heen en zei: ‘Ontvang de heilige Geest.’ Dat is wat we vandaag, op Pinksteren, uitdrukkelijk vieren: dat Jezus na zijn verrijzenis Gods Geest aan zijn leerlingen, aan ons en aan de wereld schenkt.

Wat de kracht is van die Geest hoorden we in de eerste lezing. De leerlingen hebben zichzelf nog altijd afgezonderd in een bovenzaal. De marteling en de dood van Jezus, zijn verrijzenis en hemelvaart hebben ze nog niet verwerkt. Ze voelen zich verlaten, en ze zijn zwak en moedeloos. Twijfel heerst over hun leven, over hun doen en denken, over hun verleden en hun toekomst. Hebben ze wel juist gehandeld door alles achter te laten om Jezus te volgen? Moeten ze ook hun toekomst aan Hem opofferen?

Het klinkt allemaal heel bekend, en ook heel menselijk, want onzekerheid en twijfel is dikwijls ook ons deel. We weten wat het is: hard aan iets werken, en het lukt niet. Met de gekende twijfel: ‘Heb ik het wel goed gedaan? Had ik het niet beter anders gedaan? Had ik niet beter naar anderen geluisterd? Ik had beter niets gedaan.’ Of problemen met onze gezondheid, met ons werk, onze relaties, onze kinderen en kleinkinderen. Of met onze Kerk die maar niet goed wil draaien, onze parochie die leegloopt en ga maar door. Het kan allemaal zo onzeker en zo moedeloos maken. Zoals de apostelen dus waren: onzeker en moedeloos. Tot Gods Geest over hen komt. Als wind en als vuur waait Hij over hen heen, en ineens zijn ze heel andere mensen: mensen vol geloof, vol kracht, vol enthousiasme. Mensen die getuigen van onze Schepper, mensen die zeggen: Wat er ook gebeure, God laat je nooit in de steek. Hun toehoorders weten niet wat ze horen, maar het spreekt hen wel aan. Want die mannen die ze niet kennen, die verkondigen blijde dingen, dingen vol hoop en verwachting, en dingen vol toekomst.

Blijdschap, hoop verwachting, toekomst: ze bleven hangen in de wereld, want het Pinkstervuur van die enkele mannen verspreidde zich overal, en die dag werd de geboortedag van het christendom en van de Kerk. Waar ze ook gingen, ze vonden luisteraars en volgelingen: eerst in Jeruzalem, dan bij de omliggende volkeren, dan in Rome en het hele Romeinse Rijk. Dat vuur, het vuur van Gods Geest blijft een geschenk tot op vandaag. Een geschenk dat we krijgen en dat we vieren. Het geschenk van Gods aanwezigheid, van Gods liefde, van Gods kracht.

Zusters en broeders, God laat ons niet in de steek, nooit. Ook al kennen we soms dagen van pijn en smart, van moedeloosheid en twijfel: God laat ons niet in de steek. Ook al lijken wreedheid, geweld en terrorisme elke dag sterker te worden: God laat ons niet in de steek. Hij zal ons altijd blijven steunen in ons doen en denken, en Hij zal ons altijd voorgaan. En zijn Geest zal over ons waken. Zijn Geest van liefde, van vrede en van hoop, maar ook zijn Geest van sterkte en kracht in moeilijke dagen. Laten we dus bidden dat zijn Geest over ons, over onze Kerk en over onze wereld moge blijven komen. Amen. 

 

Download dit document in Word-formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha