Jaar 2013-2014 Cyclus A

 

Zusters en broeders,

We hoorden een sterk verhaal in het evangelie. In het oosten hebben enkele Wijzen de ster van de pasgeboren koning van de Joden gezien. Ze willen hem hulde brengen, dus vragen ze in Jeruzalem waar hij geboren is. En dan volgt er een heel merkwaardige zin: ‘Toen koning Herodes dit hoorde, werd hij verontrust, en heel Jeruzalem met hem.’ Dat Herodes verontrust is, is wellicht begrijpelijk. Hij is immers de koning van de Joden, en nu verneemt hij dat er ergens anders een andere koning zou geboren zijn. Dat dit hem niet blij maakt, is dus niet abnormaal, maar dat heel Jeruzalem verontrust is, is op zijn minst verwonderlijk. Immers, een beetje onderzoek van hogepriesters en schriftgeleerden brengt aan het licht dat die koning, die redder en herder van het volk, in Bethlehem zou geboren worden. Zo staat het geschreven bij de profeet. Waarom zijn ze dan verontrust? Waarom zijn ze integendeel niet gelukkig? Als het klopt wat de Wijzen zeggen, gaat immers een eeuwenoud verlangen in vervulling: het verlangen dat God hun een leidsman zou zenden die een herder zou zijn voor het hele volk. 

Dat verlangen heeft Herodes niet, integendeel, hij maakt een valse afspraak met de Wijzen, met als enig doel die toekomstige koning, te vermoorden. Zijn poging mislukt, maar de onrust van de hogepriesters en schriftgeleerden blijft voor altijd bestaan. Dat moet Jezus in zijn openbaar leven maar al te goed ervaren. Hij heeft veel aanhang in Galilea, mensen hangen aan zijn lippen, zijn woorden en daden worden een weg in hun leven, maar in Jeruzalem willen veel hogepriesters en schriftgeleerden helemaal niet van Hem weten. Ze vinden Hem een godslasteraar, zozeer dat ze Hem aan het kruis laten vermoorden. Wat Herodes niet heeft gekund, kunnen zij dus wel: de Messias, de Zoon van God, naar wie eeuwenlang was verlangd, vermoorden.

Dat was toen, en wat zien we vandaag? Dat Jezus nog altijd vervolgd en vermoord wordt, niet even tussendoor, maar elke dag. Immers, in alle islamitische landen worden christenen vervolgd, hun kerken worden in brand gestoken, hun huizen verwoest. Ze worden vermoord met bomauto’s en door zelfmoordterroristen, en niemand verdedigt hen, want het zijn maar christenen. Ze worden vermoord om geen andere reden dan dat ze in Jezus geloven, en willen leven naar zijn woorden en daden van liefde en vrede. Hoe wreed de haat is, zagen we nog op Kerstdag. In zijn kerstboodschap op het Sint-Pietersplein riep paus Franciscus op tot dialoog en solidariteit, en bad hij voor vrede en verdraagzaamheid in Syrië, de Centraal-Afrikaanse republiek en Zuid-Soedan. En zijn woorden en gebeden waren nog niet koud of in Bagdad werden tientallen christenen met een bomauto gedood en gewond. Waarom? Omdat ze christen waren, en omdat ze Kerstmis hadden gevierd in de kerk.  

Hoe anders dan Herodes, hoe anders dan de hogepriesters en schriftgeleerden, hoe anders dan de moslimfundamentalisten waren de Wijzen. Zij kwamen uit het oosten, dus uit een land waar de christenen nu vervolgd en vermoord worden. Maar zij dachten niet aan vervolging en moord, nee, zij wilden hulde brengen aan het goddelijke kind. En zij brachten geschenken mee: goud, wierook en mirre.

En wij, wie zijn wij? Zijn ook wij, net als Herodes, de hogepriesters, de schriftgeleerden, de moslimfundamentalisten, verontrust door de komst van Jezus in ons leven? Blijven wij onverschillig wanneer christenen omwille van hun geloof worden vervolgd en vermoord? Of zijn wij als de Wijzen. Schenken ook wij goud, wierook en mirre aan het goddelijk Kind? Goud: … kunnen en willen wij iets van onze overvloed delen met mensen die door armoede geteisterd worden? Steunen wij Welzijnszorg en Broederlijk Delen? Hebben wij oog en oor voor mensen die zich inzetten voor anderen? Zetten wij onszelf in? Wierook: … schenken we de wierook van ons meevoelen en meeleven, van goedheid voor onze medemens, van trouw in onze relaties, ons geloof, onze Kerk? En mirre: …schept de mirre van onze hoop, onze hulp en ons streven naar gerechtigheid ook liefde en vrede in de wereld om ons heen?

Zusters en broeders, laten we die weg gaan: de weg van de Wijzen. Zij gingen op zoek naar de Heer onze God, die als kind onder ons is komen wonen. Zij wisten te vieren de komst van de Heer in het leven van de mens. Zij knielden voor Hem neer om Hem te aanbidden. Laten ook wij dat doen: vol dank knielen voor de Heer, hem de geschenken van  ons christen zijn aanbieden, en leven zoals Hij ons voorgeleefd, alle dagen van ons leven. Amen.   

 

Download dit document in Word-formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha