Jaar 2015-2016 Cyclus C

 

Zusters en broeders,

Een lofzang op de wijsheid, zo kunnen we de eerste lezing noemen. Niet zomaar de wijsheid, maar de wijsheid van God de Heer. En ook niet zomaar de wijsheid van God de Heer, maar God zelf die Wijsheid is. Bij zijn schepping heeft Hij het heelal en de aarde dus niet zomaar in elkaar geprutst, maar met wijsheid geschapen. Alles is de vrucht van zijn wijsheid, dus van Hemzelf, want Hij is Wijsheid. Zijn schepping is weldoordacht en in durende evolutie, zodat ze altijd kan groeien en bloeien. ‘Ik speelde over het oppervlak van de aarde, en het was me een genot bij de mensen te zijn’, zo beëindigt de wijsheid de lofzang op God die Heer die Wijsheid is. En het is zijn genot bij de mensen te zijn.

Al eeuwenlang probeert de mens dat genot dat God de Heer bij ons is te behagen. Daarom is hij altijd op zoek geweest naar kennis, en naar wijsheid om die kennis goed te gebruiken. Geleerden, kunstenaars, wetenschappers, uitvinders, alle mensen gingen en gaan op zoek naar die wijsheid en die kennis, en ze geven hun bevindingen aan elkaar door: ouders aan kinderen, leraars aan leerlingen, schrijvers aan lezers, mannen aan vrouwen en vrouwen aan mannen. Altijd zijn velen op zoek naar kennis, en naar wijsheid die tot eenheid leidt, want alleen eenheid kan de wereld leefbaar maken voor iedereen. En alleen eenheid kan het genot van God de Heer behagen. Want die eenheid is er ook tussen Vader, Zoon en Geest.

Om die eenheid tussen mensen te sterken kwam God de Heer in de persoon van Jezus onder ons wonen, en zond Hij zijn Geest die ons leert om met wijsheid, zijn Wijsheid door het leven te gaan. Jezus beklemtoont dat heel uitdrukkelijk in zijn afscheidsrede die we in het evangelie hoorden. ‘De Geest van de waarheid zal u tot de volle waarheid brengen’, zegt Hij. En die ‘volle waarheid’ is dat we leven naar zijn Geest, naar Gods Geest. Dat we dus leven naar zijn woorden en daden, en naar Gods Wijsheid, naar Gods volmaaktheid die we hoorden in de eerste lezing. 

Zoals altijd moeten we ons afvragen wat wij met die woorden doen. Geloven we in de drie-ene God? Geloven we in één God in drie personen? Het antwoord op die vraag is heel eenvoudig: we kunnen geen vragen beantwoorden over God. Wie is God? Wat is Hij? Waar is Hij? We zullen het nooit begrijpen, want ons verstand is menselijk, dus beperkt, en God is bovenmenselijk, dus onbeperkt en onvatbaar. Maar ook puur menselijke en puur wereldlijke vragen zijn vaak niet te beantwoorden en niet te verklaren. Bijvoorbeeld: Waarom is wind niet zichtbaar, en regen en sneeuw wel? Waarom dit en waarom dat? Zoveel vragen zonder antwoorden. Pas wanneer we denken dat we alle antwoorden kennen, wordt de eenheid verwoest, want dan krijgen we -ismen, zoals  nazisme,  communisme,  islamterrorisme,  fundamentalisme, en dat zijn allemaal -ismen die wereldwijd met vreselijk geweld hun zogenaamde waarheid willen opdringen.

Zusters en broeders, als de goddelijke Drie-eenheid een probleem is, dan zijn wijzelf ook een probleem. Want zijn wijzelf eenduidig? Zijn wij elke dag, elk uur, elke minuut, elke seconde dezelfde als even voordien? Natuurlijk niet. Dat weten we van onszelf en dat weten we van elkaar. Laten we dus maar kiezen voor de wijsheid en voor Gods Geest. De Geest van de waarheid, zoals Jezus Hem noemt. De Geest die ons tot volle waarheid brengt. En die waarheid is dat we proberen te leven zoals Gods Geest ons in de persoon van Jezus heeft voorgeleefd. In vrede en in vreugde, en in liefde voor God en voor elkaar. Helemaal in het spoor van de Wijsheid van de drie-ene God, wiens genot het is bij ons te zijn. Amen.

Download dit document in Word-formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha