Jaar 2018-2019 Cyclus C
  • Eerste lezing1 Korintiërs 12, 31-13, 13
  • EvangelieLucas 4, 21-30

Zusters en broeders,

Misschien heb je ook gehoord dat Paulus nog eens een brief geschreven heeft. Nee, niet naar de christenen van Korinthe, zoals we hoorden in de eerst (tweede) lezing, maar naar de christenen van … (onze stad / gemeente / parochie). Hij heeft zich daarbij zeker laten inspireren door zijn brief aan de christenen van Korinthe, want het is opnieuw een lofzang op de liefde, maar hij formuleert het anders. Het klinkt nu zo:

Broeders en zusters, al spreek ik even mooi als de engelen, als ik de liefde niet heb, maak ik alleen maar lawaai. Al heb ik heel veel gaven, als ik niet aanvaard dat mijn buur anders is dan ik, ben ik niets. Al ben ik vrijgevig voor bedelaars, als ik altijd klaar sta met oordelen en veroordelen, bouw ik niets of niemand op. Al ken ik de tien geboden echt heel goed, als ik niet weet wat vergeving en barmhartigheid is, is mijn liefde alleen maar schone schijn. Al ga ik elke zondag naar de mis en steek ik altijd een kaarsje aan, als ik niet troost wie droevig is, en niet deel met wie in rampspoed verkeert, ben ik niets meer dan schijnheilig.

Zo klinkt het begin van Paulus’ brief aan onze stad / gemeente / parochie, en het blijft daar niet bij, want hij geeft nu veel meer omschrijvingen van wat liefde wél is dan dat hij deed in zijn brief aan de Korintiërs. Daarin schreef hij: ‘De liefde is verdraagzaam en goedertieren, ze is niet afgunstig,  ze praalt niet, ze beeldt zich niets in.’ En hij zegt nog veel meer wat de liefde niet is. Maar in zijn brief aan ons zegt hij vooral wat liefde wél is. ‘Liefde is een werkwoord’, begint hij, en hij bindt daar onmiddellijk aan vast: ‘Liefde is hetzelfde willen en hetzelfde niet willen.’ En daarop volgt een lange opsomming: liefde is blij zijn om het geluk van anderen, is iemand troosten in zijn of haar verdriet, is niet onhandelbaar zijn als je denkt dat je onrecht wordt aangedaan, is je vijanden geen kwaad toewensen, is iedereen een kans geven, en ga nog maar heel lang door met ‘liefde is’, want Paulus’ opsomming is echt heel lang. Soms denk ik zelfs dat hij het internet geraadpleegd heeft, want als je daar ‘liefde’ intikt, krijg je meteen 63 miljoen verwijzingen. Zo belangrijk is liefde: dat er tientallen miljoenen dingen over gezegd worden.

‘Liefde is trouw’, zegt Paulus ook in zijn brief, en hij legt uit: ‘Trouw aan God, aan jezelf, aan je goede voornemens, aan je partner, je kinderen, je ouders, je vrienden, je bekenden, je buren, je medemensen.’ En dat zo’n trouw niet altijd vanzelfsprekend is, zien we in het evangelie: als je ziet hoe de inwoners van Nazareth met Jezus omgaan, kan je alleen maar besluiten dat zij het internet zeker niet geraadpleegd hebben om te weten wat liefde is. Immers, omdat Hij geen ‘sant in eigen land’ wil zijn, drijven ze Hem naar de steile rand van de berg waarop Nazareth gebouwd is om Hem in de afgrond te stoten. Ze willen Hem dus vermoorden, en dat is zeker geen teken van liefde.

Misschien vragen we ons af waarom Jezus geen sant in eigen land wil zijn. Het antwoord vinden we in wat voorafgaat. Jezus komt net terug uit de woestijn waar Hij, vervuld van de heilige Geest, zich heeft voorbereid op zijn openbaar leven, en door de duivel op de proef is gesteld. We kennen dat verhaal: de duivel wil Jezus van stenen brood doen maken, belooft Hem macht over heel de wereld als Hij hem aanbidt, en wil Hem God doen uitdagen. Maar Jezus wijst elke verleiding af. Hij wil geen succesnummer zijn, geen macht uitoefenen en God niet uitdagen. Wat Hij wel wil, is de Blijde Boodschap verkondigen. De Boodschap die met Hem in vervulling is gegaan, zoals Hijzelf zegt tegen de Nazareeërs. De Boodschap dat God liefde en vrede, goedheid, gerechtigheid en barmhartigheid is. Die Boodschap wil Hij in heel het land uitdragen, en dat kan Hij niet als hij in zijn stad blijft. Daar zou men Hem uitdagen om de wonderen te verrichten die de inwoners eisen: zieken moeten genezen, doden moeten herleven, iedereen moet rijk worden, niemand moet werken, de Romeinen moeten verdreven worden. Met die eisen willen ze Hem, net als de duivel in de woestijn, op de proef stellen. Maar Jezus is geen automaat waarin je een muntje steekt om een speeltje te winnen, en Hij is ook geen vedette die op zoek is naar succes en applaus. Jezus is liefde, is vrede, is goedheid, is barmhartigheid, net als zijn Vader.

Zusters en broeders, in de eerste (tweede) lezing schrijft Paulus een prachtige lofzang op de liefde, en in het evangelie ondergaat Jezus het gebrek aan liefde van zijn stadsgenoten. Laten we niet aarzelen. Laten we dus leven naar de lofzang van Paulus die ons leidt naar de liefde, de vrede en de barmhartigheid van God. Amen.    

Download dit document

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha