- Eerste lezing: Wijsheid van Jezus Sirach 3, 2-7.12-14
- Evangelie: Mattheus 2, 13-15.19-23
Zusters en broeders,
Omdat de Wijzen niet naar Jeruzalem teruggekeerd waren om te vertellen waar ze de pasgeboren koning van de Joden gevonden hadden, werd Herodes zo woedend dat hij zijn soldaten het bevel gaf in Bethlehem en de wijde omgeving alle jongetjes van twee jaar en jonger te vermoorden. Hij wilde immers te allen prijze dat koninklijke Kind doden, maar dat lukte niet, want Jozef was door een engel van de Heer gewaarschuwd dat hij met moeder en kind naar Egypte moest vluchten, zodat ze ontsnapten aan de moordpartij van Herodes. De moordpartij op de onschuldige kinderen die op 28 december, dus gisteren, herdacht werd.
Onschuldige kinderen … het is geen verhaal van toen, maar een verhaal van alle tijden, zeker van vandaag. Want onschuldige kinderen zijn er nu meer dan ooit. Duizenden kindsoldaten in Afrika en Azië. Jongetjes die moeten spioneren, plunderen, vernietigen, moorden. Meisjes die als seks- en zelfmoordslavinnen verkocht worden door moslimterroristen. Gewetenloze kinderhandel en al even gewetenloze kinderarbeid in Afrika en Azië, want wij willen goedkope producten kopen. Miljoenen kinderen die wereldwijd, veel meer dan volwassenen, lijden aan ondervoeding, verwaarlozing, vervuilde lucht. Afschuwelijke pedofilie in heel de wereld. Tienduizenden kinderen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika die op straat, op vuilnisbelten, in riolen moeten leven, kinderen die alleen zichzelf hebben om voor zichzelf te zorgen en alle ellende te overleven.
Maar ook buiten die ellende zijn er duizenden onschuldige kinderen, ook in onze eigen wereld, misschien zelfs in onze eigen omgeving. Kinderen van druggebruikers, van ouders in de gevangenis, in de psychiatrie, in het ziekenhuis. Lichamelijk of mentaal gehandicapte kinderen. Ouders die te arm zijn om goed voor hun kinderen te kunnen zorgen. Is er op 28 december ook aan al die onschuldige kinderen gedacht?
Hoe vredevol zou de wereld zijn als kinderen en ook volwassenen zich altijd tot hun ouders zouden kunnen wenden voor een liefdevol luisterend oor wanneer ze getroffen worden door pijn, verdriet, eenzaamheid, tegenslag, onzekerheid. En hoe liefde- en vredevol zou de wereld zijn als we allen zouden doen wat Jozef doet, en dat is luisteren naar God, en doen wat Hij vraagt. Want dat is wat Jozef doet, en wat hij ook al deed wanneer de engel hem zei dat het kind in de schoot van zijn verloofde verwekt was door de heilige Geest: hij stelde zich daar geen vragen bij, maar deed wat de engel zei, en dat was zorgen voor moeder en kind. Zoals hij nu doet. Eerst houdt de engel hem voor dat hij naar Egypte moet vluchten. Na de dood van Herodes moet hij terugkeren naar Israël, en ten slotte zegt de engel dat hij zich niet in Judea, maar in Galilea moet vestigen. En Jozef doet het, zonder aarzelen.
Zoals altijd moeten wij ons afvragen waar wij staan in het verhaal. Nee, we zijn zeker niet zoals Herodes. We denken niet aan macht en zeker niet aan kindermoord, maar luisteren we even goed als Jozef naar wat God ons vraagt? Misschien is het u niet opgevallen, maar er is in het hele verhaal geen sprake van Maria, alleen maar van Jozef. Hij vertegenwoordigt dus ons allen. En hij geeft ons een voorbeeld van wat we als mens moeten doen, en dat is luisteren naar God, want op die manier ontsnappen we aan menselijk kwaad en aan kwaad van en in de wereld. Menselijk en werelds kwaad van egoïsme, machtswellust, ruzie, geweld, uitbuiting, milieuvervuiling, moord en terrorisme. Terwijl God ons vraagt te leven in liefde, vrede en gerechtigheid.
Zusters en broeders, straks zullen we elkaar vrede toewensen, en zoals altijd zullen we dat heel hartelijk en heel oprecht doen, want we weten dat we door onze band met Jezus, met God, allemaal broers en zussen zijn van elkaar, zonder onderscheid van afkomst of ras. Die gelijkheid wordt ook al in de eerste lezing beklemtoond. Daar luidt het: ‘De Heer heeft een vader aangesteld over de kinderen, en de moeder recht gegeven over haar zonen.’ Man en vrouw, moeder en vader zijn dus gelijk, hebben gelijke rechten en dus ook gelijke plichten. Het zou goed zijn als we daar ook zouden naar leven. En als we dat deden, als alle mensen waar ook ter wereld dat deden, zou het feest van de Heilige Familie ook echt ons feest zijn. Een feest van eenheid, van gelijkheid, van liefde en vrede. En dat wens ik ons allen toe. Amen.