- Eerste lezing: Handelingen 2, 42-47
- Evangelie: Johannes 20, 19-31
‘Op de avond van de eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats van de leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: Vrede zij u.’
Zusters en broeders, als je in deze zin het woord ‘Joden’ vervangt door ‘coronavirus’, klinkt het ineens heel hedendaags. Ook vandaag blijven wereldwijd de deuren van heel veel mensen gesloten, niet uit vrees voor de Joden, maar uit vrees voor een ziektevirus. En ik denk dat velen, net als de apostelen, vervuld zouden zijn van vreugde als ze de Heer in hun midden zouden zien, want ze zouden zeker op redding hopen. Dat doen we allemaal: hopen op redding van de ellende die ons en de wereld zozeer treft dat we niet eens in de vreugde van Pasen kunnen leven, maar verbannen blijven in de droefheid van Goede Vrijdag. Een dag vol verdriet, vol angst, vol teleurstelling. Net zoals onze tijd.
Maar ook vandaag zeg Jezus: ‘Vrede zij u’. Het waren zijn eerste woorden na zijn verrijzenis, en het zijn ook zijn woorden tegen ieder van ons: ‘Vrede zij u in deze moeilijke dagen.’ In deze dagen van opgesloten zijn, van afstand houden, van niets doen, van angst voor de toekomst, want het heden heeft zoveel kapot gemaakt dat de toekomst onbekend en onzeker is geworden.
Gelukkig blijft Jezus herhalen: ‘Vrede zij u.’ Dat zegt Hij ook tegen Thomas, die ook Didymus genoemd wordt, en dat betekent ‘tweelingbroer’. En dat is hij inderdaad: onze tweelingbroer, want ook wij hebben heel dikwijls onze twijfels bij wat er als waarheid verkondigd wordt door ministers, presidenten, politieke partijen, instellingen enzovoort. Zogenaamde waarheden die niets met waarheid en met vrede, maar alles met eigenbelang, machtswellust, zelfverheerlijking te maken hebben.
‘Ontvang de heilige Geest’, brengt Jezus daartegen in. De heilige Geest die ons leidt op de weg van waarheid, van liefde, van vrede, niet alleen voor onszelf, maar voor al onze medemensen. De heilige Geest die ook in deze moeilijke dagen vrede brengt in onze gezinnen, in onze omgeving, in de Kerk, in de wereld. De heilige Geest die ons echter ook de wonden laat zien van armen, zieken, vluchtelingen, kansarmen. En ook de wonden van oorlog en geweld.
Maar in de eerste lezing zien we dat alles ook goed kan zijn, vol geluk en vol vrede. Nochtans hebben de apostelen vreselijke tijden achter de rug. Jaren geleden hebben ze alles achtergelaten om Jezus te volgen. In Hem zagen ze immers de Messias, de Redder die zijn volk van alle ellende zou verlossen. Hij zou zeker de Romeinse bezetter verdrijven, en misschien zou Hij zelfs koning worden. Ze kregen daar zelfs een voorsmaakje van bij zijn intocht in Jeruzalem, hoewel Hij helemaal niet optrad als een koning vol macht, pracht en praal. Integendeel, Hij was gezeten op een ezelsveulen. En toch spreidde een enthousiaste menigte haar mantels uit op de weg en riep: ‘Gezegend de Koning die komt in naam van de Heer.’ Koning, noemden ze Hem, tot vreugde van de apostelen. Maar een paar dagen later schreeuwde diezelfde menigte: ‘Aan het kruis met Hem’, en werd Hij vermoord. Als een gemene misdadiger werd Hij aan het kruis geslagen, en alle apostelen hadden Hem in de steek gelaten.
En toch leiden die angsthazen nu de eerste christengemeenschap, helemaal niet in een koninklijke parade, maar in een gemeenschap van onderlinge eenheid, van geloof in de verrezen Heer van liefde en vrede, van het breken van het brood en van gebed. En de vrede van de Heer daalt over hen neer.
Zusters en broeders, dat alles is ons momenteel niet gegeven, want de kerken zijn gesloten. We kunnen niet eens meer samen bidden, samen gemeenschap vieren, samen ons geloof in de verrezen Heer belijden. Maar dat belet niet dat we christen kunnen zijn. Meer dan ooit zal op ons een beroep worden gedaan om mensen in nood te helpen, om te breken en te delen. We kunnen ons daarbij spiegelen aan de eerste christenen: zij deelden alles wat ze hadden. Dat hoeven we niet te doen, maar het zou goed zijn als de vrede van de Heer ook op ons zou rusten, net zoals ze op de eerste christenen rustte. En die vrede van de Heer wens ik ons allen toe. Amen.