- Eerste lezing: Handelingen 1, 1-11
- Evangelie: Lucas 24, 46 - 53
Zusters en broeders,
Zowel in de eerste lezing als in het evangelie staat de hemelvaart van Jezus centraal: Hij wordt ten hemel geheven, de apostelen staren Hem na, en een wolk onttrekt Hem aan hun ogen. Het is zo een realistische tafereel dat we het ons heel gemakkelijk kunnen voorstellen. Dat was ook de bedoeling van de auteur. Hij weet dat de mens graag omhoog kijkt, want de hoogte trekt aan. Immers, wanneer je omhoog kijkt, zie je het onaangename niet waar de aarde, waar de wereld vol van is.
Die aantrekkingskracht van het hoge is er altijd geweest. De Griekse goden verbleven op de Olympos, en dat is de hoogste berg van Griekenland. De Noorse goden verbleven in Asgaard, en dat is ergens in de ruimte. En die ruimte verkennen heeft de mens altijd nagestreefd. Het minste wat hij wilde bereiken was dat hij, net als de vogels, kon vliegen,. En toen hij dat kon, wilde hij de ruimte in. In 1961 was de Rus Joeri Gagarin de eerste mens in de ruimte, in 1969 was de Amerikaan Neil Armstrong de eerste mens op de maan. Vandaag hangt de ruimte vol tuigen op weg naar Mars, Jupiter, Uranus enzovoort. Het is dus niet verwonderlijk dat de mens God in de hemel, dus ergens in de ruimte situeert, en dat Jezus bij zijn hemelvaart aan het oog onttrokken wordt.
Maar wat en hoe de hemel is, daar hebben we het raden naar. Het enige wat we weten is dat de hemel de ontmoeting is met God. En zo weten we ook dat Jezus’ hemelvaart een teken is van het vertrouwen van God in de mens. Jezus zei het al in het evangelie dat we vorige zondag hoorden. ‘Als gij Mij zoudt liefhebben, zoudt gij er blij om zijn dat Ik naar de Vader ga,’ zei Hij. De apostelen zouden dus blij zijn, omdat Jezus er zo zeker van was dat ze ook zonder Hem zijn blijde boodschap van liefde, vrede, vreugde en gerechtigheid zouden verkondigen, dat Hij kon terugkeren naar zijn Vader in de hemel. Niet te verwonderen dus dat zij ‘vol grote blijdschap naar Jeruzalem terugkeerden, voortdurend in de tempel waren en God verheerlijkten’, hoorden we in het evangelie.
Maar dat vertrouwen van God blijft niet beperkt tot de apostelen, het gaat uit naar alle mensen, en zeker naar ons, christenen, want wij zijn volgelingen van Jezus. Dus ook aan ons geeft Hij de opdracht zijn getuigen te zijn tot aan de uiteinden van de aarde.
Wellicht klinkt dat heel uitdagend in onze oren, want wie zijn wij om Jezus’ blijde boodschap te verkondigen. Maar we moeten niet wegkruipen omdat we een klein Kerkje geworden zijn dat bestaat uit een heel kleine minderheid van vooral oude mensen. Nee, wegkruipen en ons minderwaardig voelen moeten we zeker niet doen, want we mogen getuigen van de mooiste boodschap die de mensheid ooit gekregen heeft. Een boodschap van liefde, vrede, vreugde en gerechtigheid. Geen enkele andere godsdienstige of politieke overtuiging heeft zo een heerlijke boodschap, gebouwd op liefde, en niet op haat en onverschilligheid. Op vrede, en niet op oorlog en geweld. Op vreugde, en niet op verdriet en ellende. Op gerechtigheid, en niet op onderdrukking en uitbuiting.
Zusters en broeders, ook dat is de betekenis van Ons Heer hemelvaart: dat Jezus, dat God erop vertrouwt dat wij die prachtige boodschap mee helpen uitdragen. Een boodschap die ons leven zozeer leidt dat we ons bij alles afvragen hoe God, hoe Jezus zou handelen in de situaties die wij meemaken. Een boodschap die ons doet meebouwen aan een wereld die een hemel is op aarde. En om dat te kunnen doen heeft Jezus ons de heilige Geest gezonden, want alleen zouden we er niet veel van terechtbrengen. Immers, de wereld is niet zo mooi. Hij barst van geweld, corruptie, polarisatie, tweedracht, zelfs oorlog en nog zoveel andere vreselijke dingen. Dat is zeker niet de wereld die God bij zijn schepping voor ogen had. Wel de wereld die Jezus ons heeft voorgeleefd: een wereld van liefde, vrede, vreugde, gerechtigheid. Laten we meebouwen aan zo’n wereld, in Jezus’, in Gods naam. Laten we Ons Heer hemelvaart zinvol maken, niet alleen vandaag, maar alle dagen van ons leven. Amen.