- Eerste lezing: Exodus 3, 1-8a.13-15
- Evangelie: Lucas 13, 1-9
Zusters en broeders,
In het evangelie hoorden we hoe Pilatus zich van zijn cynische kant had laten zien: hij had het bloed van gedode Galileeërs met dat van hun offerdieren vermengd. Voor hem waren ze dus niets meer dan dieren, en daar moet je geen respect voor hebben. Hetzelfde cynisme komt trouwens tot uiting wanneer hij Jezus even later de dood injaagt. Hij weet zeer goed dat die man niets misdaan heeft, en toch stelt hij het volk voor de keuze wie hij moet vrijlaten: de onschuldige profeet Jezus of de moordenaar Barabas. Hij weet dat het volk voor de moordenaar zal kiezen, want ze zijn door de hogepriesters en schriftgeleerden opgezweept. Maar het kan hem helemaal niet schelen dat die zwijgzame profeet zal gekruisigd worden. Dan beleven zijn soldaten ook nog eens een prettige dag. En Barabas? Die pakken ze later wel weer op en dan doen ze met hem ook hun ding.
Maar naast die Galileeërs zijn er nog achttien andere mensen om het leven gekomen, toen de toren van Silóam op hen neerstortte. Werden al die mensen door God gestraft omdat ze zondig waren? Want daarvan waren de Israëlieten toen overtuigd: ongelukken, ziektes, handicaps, melaatsheid enzovoort waren allemaal straffen van God voor het zondige gedrag van de slachtoffers of hun ouders.
Daartegenover stelt Jezus dat allen die zich niet bekeren door de dood zullen getroffen worden, en om duidelijk te maken wat Hij daarmee bedoelt, vertelt Hij de parabel van de vijgenboom. Die draagt al jaren geen vruchten, en moet daarom door de eigenaar omgehakt worden. Dat is dus wat met jullie gaat gebeuren als je geen vruchten draagt, zegt Jezus, dan ga dood in je doen en denken. En vruchten kan je alleen dragen door je inzet voor het Koninkrijk van God, het Rijk van liefde, vrede en gerechtigheid. En zo is die parabel direct van toepassing op ons eigen leven. Dragen wij altijd de vruchten die we zouden moeten dragen om een vruchtbare vijgenboom te zijn in de ogen van God? Zetten wij ons echt in voor Gods Koninkrijk? Houden wij evenveel van onze naaste als van onszelf? En waar steken we de meeste tijd en de meeste energie in? Is dat in onze poging om goed te zijn, of om veel te bezitten en nog meer te genieten?
We kunnen trouwens ook zelf getroffen worden door een vijgenboom die geen vruchten draagt. Misschien hebben we het al meer dan eens moeten meemaken dat ons werk en onze inzet niet de vruchten voortbrengt waar wij zo hard voor gewerkt hebben. En hoeveel ouders moeten ondergaan dat hun kinderen een foute weg opgaan. Hoeveel partnergeweld komt er voor. Gelukkig is er de wijngaardenier die tegen de Heer zegt: Blijf geloven in uw vijgenboom. Heb geduld. En geduld heeft God inderdaad met ons. Als Hij dat niet had, als Hij ons dus bij het minste vergrijp of de kleinste foute handeling had omgehakt, dan waren we zeker niet lang blijven rechtstaan. Maar ook tegen ons zegt de wijngaardenier: Heb geduld. Geef niet op. Blijf geloven in je partner, je kinderen, je medemensen, zoals God blijft geloven in jou.
Zusters en broeders, vandaag is het de derde zondag van de veertigdagentijd, en dat is een dag met uitdrukkelijke aandacht voor Broederlijk Delen. Al enkele weken zien we de gruwel die de Russische Hitler Poetin in Oekraïne pleegt. We zien de angst, de wanhoop, de ellende in de ogen van de miljoenen slachtoffers van de Russische misdaden. Wellicht gaat onze aandacht bijna volledig uit naar hen. Maar laten we ook de armen en de rechtelozen in Senegal, Colombia en Palestina niet vergeten. Ook zij strijden voor gelijkheid, voor respect, voor bevrijding van onderdrukking, uitbuiting, armoede. Laten we ook hen niet uit het oog verliezen en ons bij Broederlijk Delen van onze beste kant laten zien, zodat we geen onvruchtbare, maar een vruchtbare boom zijn in de ogen van God. Amen.