Jaar 2021-2022 Cyclus C
  • Eerste lezing2 Makkabeeën 7, 1-2.9-14
  • EvangelieLucas 20, 27-38

Zusters en broeders,

De dagen worden korter en de nachten langer, Allerheiligen en Allerzielen zinderen nog na, nazi-Rusland wil Oekraïne uitmoorden. Het drukt allemaal op ons gemoed en het roept vragen op over leven en dood. De lezingen lijken ons daar zelfs toe te dwingen.

De eerste lezing brengt ons het verhaal van de zeven Makkabeeën en hun moeder. Ze worden op een gruwelijke wijze doodgemarteld omdat ze niet willen zondigen tegen de joodse wet. Wat hen daarbij grenzeloos sterk maakt, is hun geloof in de verrijzenis. ‘De Koning van de wereld zal ons na onze dood tot een nieuw leven opwekken’, zegt de tweede broer, en dat is ook het ijzersterke geloof van zijn zes broers en zijn moeder. De Sadduceeën in het evangelie daarentegen verwerpen het geloof in de verrijzenis, en daarom confronteren ze Jezus met een bijna grappig verhaal, waarmee ze Hem en het geloof in de verrijzenis belachelijk willen maken. Maar zoals altijd trapt Jezus niet in de val. Het leven na de verrijzenis is anders dan het aardse leven, zegt Hij. Aardse vragen en aardse problemen zijn verdwenen en de mensen leven eeuwig als kinderen van God.

En daarmee geeft Hij een antwoord op een eeuwenoude vraag: Hoe is het leven na de dood? Is het een paradijs, zoals het aards paradijs? Is het een voortzetting van het aardse leven? Het zijn vragen die onze oer voorouders zich al stelden, en allen hadden ze er hun eigen antwoord op. De Vikingen kwamen in het walhalla, de Grieken en de Romeinen in de onderwereld, de boeddhisten en de hindoes worden herboren, en bij de moslims leeft de overtuiging dat mannen die als martelaar sterven voor het geloof daarvoor in de hemel beloond worden met 72 jonge maagden. Vandaar wellicht de vele zelfmoordterroristen.

Jezus schetst een heel ander beeld van het leven na de dood. Het beeld van de wereld van God, die helemaal anders is dan de aardse wereld. Dat werd trouwens meteen duidelijk na zijn verrijzenis. Bang voor vervolging hadden zijn leerlingen zich achter gesloten deuren en  vensters opgesloten  in de zaal van het laatste avondmaal, en toch stond Jezus ineens in hun midden. Het is niet de enige keer dat Hij plots aan hen verschijnt, en opvallend daarbij is dat ze Hem vaak niet herkennen. Dat klinkt wellicht merkwaardig, maar eigenlijk is het dat niet. Immers, Hij leeft niet meer zijn aardse leven, maar het leven van zijn Vader in de hemel, en dat is helemaal ander dan het aardse leven. En als we leven met Jezus, zullen we ook met Hem verrijzen en eeuwig met Hem leven als kinderen van onze Vader in de hemel.

Het klinkt allemaal niet gemakkelijk, en dat is het ook niet, maar het gaat over de basis van ons geloof. Immers, als Jezus niet verrezen is, heeft ons geloof geen zin. Dan zouden we moeten geloven in een man die als een misdadiger gekruisigd is, en waarom zouden we zoiets doen. Maar Jezus is verrezen, en dat geeft ons geloof een onverwoestbare sterkte. Trouwens, waarom zou God de Heer het leven uit het niets geschapen hebben, om het dan voor eeuwig te laten sterven? Als het zo was, zou zijn schepping toch zinloos zijn!

Zusters en broeders, geloven in de verrijzenis zal altijd een uitdaging blijven, maar precies dat maakt geloven zo spannend en zo actief. Spannend om de onzekerheid en de verwachting, actief omdat ons geloof ons aanzet tot luisteren naar Jezus, naar God, om mens te zijn onder de mensen, om liefdevol te leven, om te streven naar het goede, om de dood te overgrenzen, want er is leven na de dood! En het geloof in dat leven is een drijfveer die ons alleen maar betere en gelukkigere mensen maakt. Mensen die vol geloof en vol vreugde kunnen bidden: ‘Heer Jezus, wij verkondigen uw dood en wij belijden tot Gij wederkeert, dat Gij verrezen zijt.’ Amen

Download dit document

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha