Bezinning bij / surfen naar:
Zusters en broeders,
Wijsheid, dat is wat Salomo in de eerste lezing aan God vraagt. Geen lang leven, geen rijkdom, geen vloek over zijn vijanden, maar wijsheid. De wijsheid om op zoek te gaan naar Gods wegen, om rechtvaardig te oordelen, en om het onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad.
Wijsheid dus, maar wat is wijsheid? In Gent en omstreken kan zowat alles en iedereen wijs zijn: een kind kan wijs zijn, maar ook een fuif, een feestje, een bijeenkomst en het weer. Het zal wel duidelijk zijn dat Salomo iets anders vraagt dan zulke wijsheid.
In de loop der eeuwen hebben duizenden mensen zich aan een bepaling van het begrip wijsheid gewaagd, en hele boeken zijn eraan gewijd. Ook het Oude Testament bevat twee zulke boeken: eentje met de titel ‘Wijsheid’, een ander met de titel ‘Wijsheid van Jezus Sirach’. En door de eeuwen heen zijn er ook altijd mensen geweest die zich toelegden op het verkondigen en het beleven van de wijsheid. Want één ding staat vast: bij wijsheid gaan denken en handelen samen. Je kunt niet wijs denken en onwijs handelen; dan bezit je natuurlijk geen wijsheid. Want wijsheid, dat is het inzicht en het vermogen om juist te denken en goed te handelen.
‘Het inzicht en het vermogen om juist te denken en goed te handelen … Zusters en broeders, ik denk dat onze wereld, onze Kerk en ook wijzelf daar nood aan hebben. Onze wereld om in te zien dat praten oneindig veel beter is dan schieten. En om ook in te zien dat het niet kan dat mensen uitgebuit, uitgehongerd, gemarteld en vermoord worden. Dat het mensonwaardig is dat honderden miljoenen mensen creperen van de honger, geen water, geen onderwijs, geen toekomst hebben. Niets hebben. De wijsheid ook om in te zien dat we met zijn allen bezig zijn onze aarde, het huis dat we gezamenlijk delen, kapot te krijgen, onleefbaar te maken, zodat we straks geen huis meer hebben. Mocht onze wereld die wijsheid bezitten en mochten de wereldleiders en de volkeren daarnaar handelen, dan zou de wereld een droom worden.
Ook onze Kerk wens ik wijsheid toe. De wijsheid waar Salomo om vroeg, de wijsheid dus om op zoek te gaan naar Gods wegen, en om zich altijd en in alle omstandigheden af te vragen: ‘Hoe zou Jezus omgaan met deze mens, dat feit, deze gebeurtenis, deze evolutie?’ De wijsheid om in de wereld te staan zoals die vandaag is, met zijn goede en met zijn slechte kanten. Werken aan dat goede, en ingaan tegen het kwade. Niet alles wat hedendaags en modern is afwijzen, omdat het afwijkt van eeuwenoude opvattingen, maar doen zoals Jezus: dus met de beide voeten in de wereld staan en het oordeel aan God overlaten. Kansen scheppen voor iedereen, niemand afwijzen, niet met opgeheven vinger en bestraffende blik voor de mensen staan, maar Kerk zijn vanuit Gods liefde, naar het voorbeeld van Jezus. En in eigen boezem kijken, zichzelf toetsen aan Jezus en áchter Hem blijven staan. Niet vóór Hem uit willen lopen, natuurlijk niet.
En ten slotte: wijsheid wens ik ook ons allen toe. De wijsheid om het onderscheid te zien tussen goed en kwaad, en de wijsheid om naar dat inzicht te handelen. De wijsheid om te kiezen voor wat waardevol is, zoals die mannen in de evangelieparabels: de een vindt een waarvolle schat in een akker, en hij verkoopt alles wat hij bezit om die akker te kunnen kopen. De ander doet hetzelfde om die ene parel te kunnen bemachtigen. En die schat en die parel, dat is het Rijk der hemelen. Een wat misleidende benaming, want je zou kunnen denken dat het iets is voor na dit leven. Maar nee, ‘het Rijk der hemelen is midden onder u’, zegt Jezus, het is te vinden in ons dagdagelijkse leven, in alle kamers van ons huis, op ons werk, in de supermarkt, overal waar we gaan en staan. We moeten het alleen maar willen zien en er ons ook voor willen inzetten. En die inzet, die uit zich in onze vriendschap voor elkaar, in onze bereidheid anderen te helpen, in onze zorg voor kinderen, zieken en ouderen. En die inzet uit zich natuurlijk ook in onze wil om te leven naar Jezus’ zaligsprekingen: dus om eenvoudig van hart te zijn, om mensen die het moeilijk hebben te helpen, om zachtmoedig te zijn en barmhartig, om ons in te zetten voor een rechtvaardige wereld, om andere mensen alleen maar goede dingen toe te wensen, om vredestichters te zijn.
Zusters en broeders, als we die wijsheid zouden bezitten, en als we ook naar die wijsheid zouden leven, dan zouden ons gezin en onze buurt, ons werk en onze parochie, onze stad en ons land een hemel zijn. Een hemel op aarde, waar het voor iedereen goed is om te wonen. Het Rijk der hemelen dus. Amen.