- Eerste lezing: Handelingen 9, 26-31
- Evangelie: Johannes 15, 1-8
Zusters en broeders,
Wat is een kind zonder ouders? Wat is een leerling zonder leraar? Wat is een kapitein zonder schip? Wat is een renner zonder supporters en wat is een voetballer zonder trainer? En we kunnen zo blijven doorgaan, want niets of niemand is iets zonder iets of iemand anders. En dat brengt ons meteen bij de vraag: Wat zijn wij zonder Jezus, zonder God? Het antwoord is kort en krachtig: Niets. Zonder Jezus en zonder God zijn wij niets.
Jezus laat daarover vandaag geen twijfel bestaan. Vorige week zei Hij dat Hij de goede herder is die zijn leven geeft voor zijn schapen, en van die schapen verwacht Hij dat ze luisteren naar zijn stem. Vandaag klinkt Hij veel beslister. ‘Ik ben de ware wijnstok en gij zijt de ranken’, zegt Hij, en Hij voegt daaraan toe: ‘Los van Mij kunt gij niets.’ En Hij zegt ook: ‘Mijn Vader is de wijnbouwer, en Hij snijdt elke rank aan Mij af die geen vrucht draagt.’ En die afgesneden ranken verdorren en worden verbrand.
Dus moeten wij ons afvragen: Zijn wij echt verbonden met Jezus? Wie is Hij voor ons? Spiegelen we ons alleen aan zijn woorden en daden, of spiegelen we ons echt aan Hem, aan de goddelijke mens achter die woorden en daden? De mens die elke dag bidt tot zijn Vader in de hemel. De mens die niet uit is op geld en bezit. De mens die nooit te moe is om aandacht te hebben aan zijn medemensen, wie of wat ze ook zijn: arm of rijk, ziek of gezond, man of vrouw, oud of jong.
We moeten er dus echt over nadenken of ook wij zo een mens zijn. En als we dat willen zijn, vraagt dat heel veel inzet van ons. Jezus is immers niet echt makkelijk na te leven. Hij heeft geen aandacht voor zichzelf, dus als we ons echt aan Hem willen spiegelen, sluit dat uit dat we alleen aan onszelf denken en alleen met onszelf rekening houden. En het sluit in dat we een constante strijd voeren tegen zelfzucht en zelfgenoegzaamheid, want zulke ranken verstikken gezonde vruchten van liefde en vrede, van barmhartigheid en vergeving, en zelfs van geluk.
Waar kunnen we de kracht vinden om ons aan die ware wijnstok, aan die goddelijke mens Jezus te spiegelen? Het antwoord is eenvoudig: in de eucharistie en in het gebed. In de eucharistie maken we telkens opnieuw kennis met Jezus. In ons mee bidden en mee vieren beleven we Hem zoals Hij is en kan zijn kracht in ons overvloeien. Zijn kracht van liefde en vrede die we vandaag wellicht meer nodig hebben dan ooit, want Europa wordt geteisterd door oorlogen in zuid en in oost. Oorlogen van immense wreedheid, gevoerd door maffiabendes die geen enkel respect hebben voor hun medemensen. Maffiabendes die helemaal geen ranken willen zijn aan de wijnstok van Jezus’ liefde en vrede, want ze willen alleen maar vernietigen.
Is er dan echt geen andere weg dan moorden, plunderen en kapot maken? Jawel, die weg is er. Dat hoorden we in de eerste lezing. Daarin wordt verteld dat Paulus in Jeruzalem bij Jezus’ leerlingen probeerde aan te sluiten, maar die wilden daar niets van weten, want ze waren bang voor hem en geloofden niet dat hij een leerling geworden was. Dat is heel begrijpelijk, want hij was de man onder wiens leiding Stefanus de eerste martelaar van het christendom was die dood gestenigd werd. En na die moordpartij trok Paulus naar Damascus om daar de christenen te vervolgen, maar onderweg ontmoette hij de verrezen Heer Jezus en ging hij een heel andere weg dan vervolgen en vermoorden: hij werd een vurige apostel.
Zusters en broeders, zonder God en zonder Jezus zijn we zoals Paulus. Dan zijn we op weg om niet direct het goede te doen. Maar als Paulus Jezus ontmoet, gaat hij een heel andere weg en wordt hij een heel andere mens: een echte apostel van liefde en vrede, op zoek naar het goede. Dat kunnen wij ook doen. We kunnen ons altijd inspannen om goede ranken te zijn aan de wijnstok die Jezus is. De wijnstok van liefde, vrede en vreugde, voor tijd en eeuwigheid. Amen.