Jaar 2024-2025 - Cyclus C
  • Eerste lezingBaruch 5, 1-9
  • EvangelieLucas 3, 1-6

Tiberius, Pilatus, Herodes, Filippus, Lysanias, Annas en Kajafas.

Zusters en broeders, die namen somt Lucas op, en het zijn niet zomaar namen, nee, het zijn de namen van de Romeinse keizer, van de landvoogd, van drie gouverneurs en twee hogepriesters. Allemaal gezagvoerders die hun eigen ding doen, maar elkaar niet tegenwerken, want ze hebben maar één doel, en dat is: profiteren van hun gezag en hun macht om er zelf rijker en machtiger van te worden. Of het volk waarover ze heersen daar ook beter van wordt, vragen ze zich niet eens af.

Dat was de toestand waarin het joodse volk tweeduizend jaar geleden leefde, en Johannes de Doper had het daar moeilijk mee. ‘Het woord van God kwam over hem’, en hij riep het volk op om zich te bekeren en zich te laten dopen om vergeving van zonden te verkrijgen. Zo sprak God door de mond van Johannes, en zo spreekt Hij ook tot ons.

Maar bekeren, wat houdt dat in? Dat is verder kijken dan naar onszelf, zodat we God kunnen zien en kunnen doen wat Hij van ons verlangt. Dat is kromme paden rechttrekken. De kromme paden van alleen maar voor onszelf te zorgen. Voor onze eigen verlangens, ons bezit, ons gemak. De kromme paden van tekortkomingen, van egoïsme, van eigenbelang. Van blindheid en onverschilligheid voor het lot van anderen. Ons bekeren is dus deze fouten niet meer maken, maar meewerken aan het koninkrijk van God. Het rijk van liefde, vrede en gerechtigheid, waarvan ook wij kunnen genieten, maar het moet er natuurlijk zijn.

En daarvoor moet iedere kloof gedicht en elke berg en heuvel vlak gemaakt worden. De kloof van onzekerheid en twijfel, en van angst voor alles wat ons kapotmaakt. We zien vandaag dat rust verdwijnt en onzekerheid groeit. Dat we meer en meer terechtkomen in een wereld van tweespalt, van oorlog, van eigen groot gelijk, van groeiend egoïsme en groeiende onverschilligheid, niet alleen voor het lot van mensen in nood, maar ook voor het milieu en de maatschappij. ‘Ieder voor zich’, was duidelijk de slogan van de klimaattop in Bakoe, waar tweehonderd landen samenkwamen om overeenkomsten te bereiken die de ondergang van de aarde moesten verhinderen. Maar wat hebben ze bereikt? Zo goed als niets.

‘Bekeer u’, zei Johannes 2000 jaar geleden. Ook Jezus zal dat blijven herhalen, en dat werd Hem en Johannes  niet in dank afgenomen, want ze werden allebei vermoord. Niet omdat ze iets kwaads hadden gedaan, maar omdat ze het aandurfden in te gaan tegen het egoïsme en het machtsmisbruik van de heersers van hun tijd. Nee, wij worden niet bedreigd en we zullen ook niet vermoord worden, maar het is wel goed dat we onszelf in vraag stellen. Dat we ons dus afvragen of en hoe we ons moeten bekeren. Wat doen we goed, wat doen we minder goed, wat doen we slecht? En wat willen we doen om alles te verbeteren, zodat we christenen zijn in woord en daad?

Zusters en broeders, advent is de uitgelezen tijd om ons die vragen te stellen. Immers, advent doet ons verlangen naar Kerstmis, en wat is Kerstmis anders dan de herdenking van de komst van God zelf op aarde. Niet als een onverbiddelijke en egoïstische machthebber, maar als een kwetsbaar kind dat volledig afhankelijk is van menselijke liefde, hulp en zorg. Laten we dat nooit vergeten. Laat liefde, hulp en zorg door de kracht van ons geloof dus de leidraad van ons leven zijn, op onze weg naar Gods koninkrijk van liefde, vrede en gerechtigheid. Laten we dus vol hoop en goede moed toegroeien naar een heerlijk Kerstfeest. Amen.

Download dit document

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha