‘Bied geen weerstand aan het onrecht. Als iemand je op je rechterwang slaat, keer hem dan ook je linkerwang toe. Neemt iemand je onderkleed af, geef hem dan ook je bovenkleed. Ga twee mijl mee met iemand die eist dat je hem één mijl vergezelt. Bemin je vijanden en bid voor hen die je vervolgen.’
Zusters en broeders, dat zijn eisen van Jezus aan zijn apostelen, dus ook aan ons. En het zijn eisen die ons doen huiveren. Moeten we ons echt laten slaan en laten bestelen als we goede christenen willen zijn? Moeten we echt houden van wie ons kwaad aandoet? Moeten we alles doen en alles geven wat mensen van ons vragen en van ons eisen? Ik denk dat we het daar moeilijk mee hebben, en dat we ons afvragen of het wel mogelijk is om die eisen van Jezus in te volgen.
Maar laten we ons eens afvragen hoe het zou klinken als Jezus het tegenovergestelde zou zeggen van wat Hij nu zegt. Dan zouden we horen: ‘Laat je vooral niet doen als iemand je onrecht aandoet. Slaat iemand je op je wang, sla dan keihard terug, en als iemand je berooft, beroof hem dan van meer dan hij van jou gestolen heeft. En als iemand eist dat je meegaat op zijn weg, zeg dan dat hijzelf maar zijn weg moet vinden. Ga zeker niet mee, want je weet nooit waar je uitkomt. En je vijand moet je haten. Niet een beetje, maar door en door.’
Zo klinkt het tegenovergestelde, en de vraag is hoe de wereld er zou uitzien als de honderden miljoenen christenen zo zouden leven. Maar dat doen ze niet, en gelukkig maar, want we leven nu al in een wereld die op veel plaatsen herleid is tot een kringloop van geweld, van wraak en van haat, van kwaad naar erger. Pakistan, Afghanistan, Syrië, Irak, Somalië en blijf maar doorgaan met opsommen van landen waar wreedheid en geweld ver heersen boven oog om oog en tand om tand, en waar woord en doodslag het alledaagse leven geworden zijn.
Dat is dus wat er gebeurt wanneer er wordt ingegaan tegen de woorden van Jezus, want wat Hij zegt zijn geen woorden van wraak en geweld, maar van aanvaarding, begrip en vergeving. Het zijn ook woorden die niet zomaar uit de lucht vallen, maar die helemaal aansluiten bij wat Hij net voordien gezegd heeft, en dat zijn de Zaligsprekingen. Zalig zijn zij die een oprecht geloof en een onwrikbaar vertrouwen hebben. En zij die op zoek zijn naar gerechtigheid en vrede, die kunnen vergeten en vergeven, die hun medemensen in nood kunnen opvangen en troosten, die eerlijk en barmhartig zijn. Dat zei Jezus toen, en wat Hij vandaag zegt, is niets anders dan een toepassing daarvan. Want je kan niet op zoek zijn naar vrede en gerechtigheid als je geweld met geweld beantwoordt, en als je geen vergeving zaait maar haat. Je kan niet barmhartig zijn, niet troosten en niet opvangen als je niet wil meeleven en meevoelen met mensen in nood.
Zusters en broeders, het christendom zou nooit bestaan hebben als Jezus haat en wraak had opgelegd. Wat zouden zijn apostelen hun leven hebben gewijd aan zulke boodschap! Nee, zijn boodschap is een boodschap van liefde en vrede. Zo moest ze zijn, want ze komt rechtstreeks van zijn goddelijke Vader, en die is Liefde. Al in de eerste lezing horen we woorden die Jezus vandaag herhaalt. God de Heer zegt tegen Mozes wat hij tegen zijn volk moet zeggen: Dat ze niet haatdragend mogen zijn en geen wraak mogen nemen. En Hij besluit: ‘Bemin uw naaste als uzelf.’ Misschien dachten we dat dit woorden zijn van Jezus, maar nee, ze zijn zo oud als de straat, en ze komen direct van God de Heer. En wat zegt Jezus op het einde van zijn woorden van vandaag? ‘Wees volmaakt, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is.’ Dat is de opdracht die Hij ons geeft: dat we echt zouden leven als kinderen van onze goede Vader in de hemel. Hij die geen God is van straf en van wraak, maar een goede Vader ‘die de zon laat opgaan over slechten en goeden, en het laat regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen.’ Dat zijn ook woorden van Jezus, en het zou goed zijn als we naar die woorden zouden willen leven. Als we ons dus zouden spiegelen aan de volmaaktheid van onze Vader in de hemel die vol liefde en vrede is. Amen.