Jaar 2016-2017 Cyclus A

 

‘Niemand kan twee heren dienen. Gij kunt niet God dienen en de mammon.’

Zusters en broeders, voor de zoveelste keer tonen de woorden van Jezus aan dat Hij van alle tijden is. Zijn woorden van vandaag lijken zelfs direct op ons land gericht.

Het begon allemaal in Luik. Daar bleken verschillende politici niet de kleine man te dienen, zoals ze altijd zegden, maar zichzelf. Ze verdienden duizenden euro’s voor vergaderingen die ze nooit hadden bijgewoond of die zelfs nooit hadden plaatsgehad. In Gent leken ze te denken: Dat kunnen wij dat ook!, en ja hoor, ook daar bleken enkele politici vooral zichzelf  te dienen. En het bleef niet bij Gent en Luik, want enkele dagen later bleek dat die graaicultuur over heel het land verspreid is.

En nu moeten we oppassen dat we niet heel snel klaar staan met ons oordeel en onze veroordeling. Jezus zegt immers ook tegen ons dat we geen twee heren kunnen dienen. Dus in plaats van zomaar te veroordelen zouden we ons beter eens afvragen waar wijzelf  staan. Jezus geeft ons daar een mooi vertrekpunt voor wanneer Hij uitweidt over twee basisdingen van een mensenleven, namelijk voeding en kledij. ‘Wees niet bezorgd over wat gij zult eten en drinken en ook niet over uw kleding’, zegt Hij. En Hij voegt eraan toe: ‘Kijk eens naar de vogels in de lucht en de bloemen op het veld. De vogels zaaien en maaien niet, en toch hebben ze niets tekort, en de bloemen werken niet, en toch zijn ze ongelofelijk mooi.’

Zijn wij zoals de vogels en de bloemen? Of zijn we vol zorg over wat we gaan eten en wat we gaan aantrekken? En zijn er ook geen dames die voor een overvolle kleerkast heel overtuigd kunnen zuchten: ‘Ik heb niets om aan te doen.’ Maar als we ons al zo’n zorgen maken over die dagdagelijkse dingen, hoe is het dan met dieperliggende dingen? Zijn we altijd trouw aan Jezus’ woorden dat we geen twee heren kunnen dienen? Neem onze relatie: dienen we inderdaad in al ons doen en denken altijd onze partner, of gaan onze gedachten en gevoelens soms, of misschien zelfs dikwijls, naar iemand anders? En op ons werk, of wat we ook doen: zijn we altijd eerlijk, of doen we in het geniep ons eigen ding, in ons eigen belang? Dienen we misschien liever onszelf, en bij uitzondering ook eens iemand anders?

We moeten ons dat echt afvragen, zoals we ons ook moeten afvragen of we God niet minder dienen dan de mammon. En mochten we dat woord niet direct begrijpen: de mammon is de geldduivel, de verslaving aan rijkdom en bezit. Staan we in dat verband recht in onze schoenen, of zijn geld en bezit juist de dingen waar we ons echt om bekommeren? Veel meer dan dat we ons zouden bekommeren om onze medemensen. Zozeer dat we er niets, of toch maar heel weinig voor over hebben om anderen te helpen, en dat we ons altijd afvragen ‘Wat gaat me dat kosten, en wat brengt dat op?’

Zoals altijd geeft Jezus het antwoord op onze vragen. ‘Zoek eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid, en dan zal alles u erbij gegeven worden,’ zegt Hij. We weten wat dit  Koninkrijk is: dat is Gods Rijk van liefde, vrede en gerechtigheid. Wellicht staan we er niet bij stil hoe de wereld er zou uitzien mochten wij, mochten alle mensen dat doen: niet zoeken naar ons eigen rijk van geld en bezit, maar naar dat fantastische Koninkrijk van God de Heer. Dat Rijk van liefde, vrede en gerechtigheid. Wat een droom zou de wereld zijn!

Zusters en broeders, laten we proberen te luisteren naar de woorden van Jezus, en laten we vooral proberen te leven naar zijn woorden, want dan werken we vanzelf mee aan de opbouw van het Koninkrijk van God op aarde. En mochten we het daar soms eens moeilijk mee hebben, mochten we ons misschien eens verlaten voelen, weet dan dat God de Heer ons nooit in de steek laat. We hoorden het in de eerste lezing: ‘Ook al zou een moeder haar kind vergeten, Ik vergeet u nooit,’ zegt Hij. En die woorden geven ons zekerheid, en ook de kracht van geloof, hoop en liefde in en voor zijn Koninkrijk. Amen. 

Download dit document in Word-formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha