‘Neem mijn juk op uw schouders en leer van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart. Dan zal je werkelijk rust vinden, want mijn juk is zacht en mijn last is licht.’
Zusters en broeders, misschien vragen we ons af wat Jezus met dat juk bedoelt. Bij die vraag mogen we niet vergeten dat zijn woorden tweeduizend jaar oud zijn, en dat Hij ze zei tegen eenvoudige, gelovige joden, die inderdaad gebukt ging onder een juk, met name het juk van de 613 voorschriften - 248 geboden en 365 verboden – waaruit de joodse wet bestond, en vandaag trouwens nog altijd bestaat. Het is duidelijk dat zoveel geboden en verboden zwaar zijn om te dragen, dat ze dus een echt juk zijn waaronder het joodse volk gebukt gaat.
Maar jukken bestaan ook nog vandaag, niet alleen voor het joodse volk, maar voor ieder van ons. Want ook wij gaan vaak gebukt onder de druk van het leven. Onder onze beroepsdruk, bijvoorbeeld, want we moeten doen en presteren wat ons wordt verwacht. Onder de maatschappelijke druk, want we moeten een hoop dingen doen waarover we zelfs geen vragen meer kunnen stellen, al is het maar wat we moeten eten en drinken voor onze gezondheid, hoeveel we moeten bewegen om fit te blijven, waar we aandacht moeten voor hebben, hoe we ons huis en onze tuin moeten onderhouden. Die opsomming kan eindeloos doorgaan, want eindeloos is het aantal regels, gewoontes en gebruiken waar we rekening moeten mee houden.
Of neem het juk van geweld en onvrede dat onze maatschappij en de wereld meer en meer teistert. De wreedheid van de moslimterroristen, de groeiende dreiging van het wapengeweld, de onwil om plaatselijke problemen, oorlogen en burgeroorlogen op een eerlijke en zachtmoedige manier aan te pakken … het wordt elke dag een zwaarder juk.
Of neem het juk van de vrijheid. Nooit is de Westerse mens zo vrij geweest als vandaag, nooit heeft hij de kansen gekregen die hij nu krijgt om allerlei dingen te bereiken die vroeger zelfs ondenkbaar waren. Maar die vrijheid oefent ook een immense druk op ons uit, want we moeten de mogelijkheden grijpen die we krijgen, en we moeten uit het leven halen wat we eruit kunnen halen. Daardoor wordt vrijheid in veel gevallen geen gave, maar een juk. Nooit slikten mensen zoveel pillen als vandaag. Nooit waren er zoveel burn-outs, nooit hadden zoveel mensen psychische hulp nodig, nooit maakten zoveel mensen een einde aan hun leven omdat ze niet kunnen beantwoorden aan de eisen die de vrijheid stelt en aan de mogelijkheden die de vrijheid zogezegd aanbiedt.
Vergeleken daarmee is het juk van Jezus zacht, heel zacht. Hij stelt geen harde eisen, hij legt geen zware opdrachten op, Hij verwacht niet het onmogelijke. We moeten dus niet machtig en rijk zijn om zijn juk te kunnen dragen. We moeten geen klinkend succes hebben in het leven. We moeten niet bekend en beroemd zijn. Niets van dat alles is nodig, want zijn juk is het juk van liefde en vrede, van nederigheid en dienstbaarheid, van goedheid en gerechtigheid. Het wordt al bezongen in de eerste lezing, waarin de profeet Zacharia de Messias beschrijft. Hij zal rechtvaardig en deemoedig zijn, hij zal niet op een machtig strijdros, maar op een jonge ezel tot ons komen. Hij zal de strijdwagens afbreken en de vrede verkondigen.
Zusters en broeders, een wereldlijk juk van druk, van eigenbelang, van macht, van geweld, of het juk van Jezus: een juk van liefde, vrede, nederigheid, dienstbaarheid, goedheid, gerechtigheid … Ik denk dat we niet zullen aarzelen, en dat we graag kiezen voor het juk van Jezus. Amen.