Zusters en broeders,
Achaz in de eerste lezing, Jozef in het evangelie: twee mannen die totaal van elkaar verschillen. Misschien is het goed dat we ons eens afvragen op wie van de twee we lijken en op wie we zeker niet willen lijken.
Achaz is niet zomaar iemand, nee, hij is koning van Juda. Een grote meneer, dus. Maar hij zit in de problemen, dus zegt de profeet Jesaja dat hij hulp moet vragen aan de God de Heer. Hij zal hem immers nooit in de steek laten. Maar Achaz wil daar niets van weten, want hij wil de Heer niet op de proef stellen, zegt hij. Dat klinkt heel mooi, maar de werkelijkheid is helemaal anders: Achaz wil geen hulp van God de Heer omdat hij dan rekening moet houden met zijn geboden van liefde, vrede en gerechtigheid, en daar voelt hij niets voor.
Zijn wij zoals Achaz of zijn we anders? Doen wij wél altijd beroep op de Heer onze God? Bidden wij tot Hem als we in nood zijn, als we verdrietig zijn? Bidden wij om zijn steun in de moeilijke momenten waar wij soms, misschien zelfs dikwijls, doorheen moeten? Momenten van ziekte, van ongeval, van onvrede in de liefde, in ons gezin, op ons werk. Dagen van moedeloosheid en van wanhoop, niet alleen om ons persoonlijk leven, maar ook om wat we meemaken in de maatschappij en in de wereld: de groeiende wreedheid en onverdraagzaamheid van zoveel fundamentalistische moslims, de onzekerheid in ons leven van elke dag, de dwang naar consumptie en altijd maar meer. Vragen we in al die omstandigheden dat de Heer ons niet in de steek zou laten en dat Hij ons de weg zou wijzen? En zijn we daarbij bereid te leven naar zijn woorden van liefde, vrede en gerechtigheid, zodat we zijn weg kunnen gaan? Of is ons geloof weinig meer dan een erfenis van onze ouders, een erfenis waar we niet om gevraagd hebben?
Hoe anders dan Achaz in de eerste lezing is Jozef in het evangelie. Zijn verloofde Maria is zwanger, en het kind is niet van hem. Wanneer hij in stilte van haar wil scheiden, heeft hij een merkwaardige droom: een engel zegt hem dat Mara zwanger is van de heilige Geest. Ze zal een kind ter wereld brengen dat de wereld zal redden van de zonde. En wat doet Jozef? Hij gelooft het verhaal van de engel, trouwt met Maria en zorgt voor haar en voor haar kind.
In hoever lijken we op Jozef? Zijn ook wij bereid te geloven in te woorden van God en van zijn Zoon Jezus? Geloven wij écht, of is ons geloof niets meer dan meegaan in een leuk verhaaltje, zoals we als kind ook meegingen in het verhaaltje over Sinterklaas? Maakt ons geloof echt deel uit van ons leven? Wordt ons leven zinloos als we niet meer zouden geloven? En zijn we, net als Jozef, bereid om te leven in en naar Gods liefde, Gods vrede, Gods gerechtigheid? Of vinden we ook dat maar een verhaaltje dat we het liefst van ons afschudden, want het kost moeite en het is bijlange niet altijd gemakkelijk om zo te leven.
Zusters en broeders, over een week is het Kerstmis, maar toch horen we daarover vandaag al een heel sterk verhaal: ‘De geboorte van Jezus vond plaats op deze wijze’, zo begint het evangelie, en daarin vertelt Mattheus het verhaal van Jozef. Een heel sterk verhaal van geloof en vertrouwen. Geen verhaal over een machtige koning zoals Achaz, of over een rijke man van adel of van de zogenaamd betere standen, maar het verhaal over een eenvoudige man die geconfronteerd wordt met een harde realiteit en een merkwaardige droom. En die eenvoudige man gaat mee in het verhaal, want zijn geloof is sterker dan zijn ongeloof, en zijn trouw is sterker dan zijn onvrede. Wel, laten wij zo naar Kerstmis toeleven: vol geloof en vol vertrouwen. Geloof dat de Heer onze God ons nooit in de steek laat, en vertrouwen in zijn liefde, zijn vrede, zijn gerechtigheid. Een geloof en een vertrouwen dat zo groot is dat we naar zijn woorden willen leven, en dat we niet alleen verlangen naar de geboorte van zijn Zoon Jezus - en zijn naam betekent: God die redt – , maar dat we ook naar zijn voorbeeld en op zijn weg willen leven. Moge dit ons verlangen en ons geloof zijn: dat God, dat Jezus ons mag redden uit ongeloof, uit twijfel, uit wanhoop, uit moedeloosheid, en dat Hij ons mag leiden op zijn weg van liefde en vrede. Alleen dan wordt Kerstmis echt een heerlijk kerstfeest. Amen.