- Eerste lezing:Ezechiël 34, 11-12.15-17
- Evangelie:Mattheus 25, 31-46
Zusters en broeders,
Vorige week hoorden we in het evangelie de parabel van de heer die op reis vertrok en zijn hele bezit aan zijn drie knechten in bewaring gaf. De een kreeg vijf, de ander twee en de derde één talent. Toen de heer weer thuiskwam, bleek die met zijn vijf talenten er tien van gemaakt te hebben, die met zijn twee had er vier van gemaakt, en die met zijn één talent had het begraven. De eerste twee werden door de heer beloond, de derde werd gestraft.
De vraag die we ons daarbij wellicht stelden, was wat we onder die talenten moesten verstaan. Het antwoord op die vraag horen we in het evangelie van vandaag. Misschien weet je het niet, maar vandaag is het de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Volgende week begint met de eerste zondag van de advent dus een nieuw kerkelijk jaar. En zoals elk jaar sluiten we het oude kerkelijk jaar af met het feest van Jezus Christus, Koning van het heelal. Want dat is Jezus: Koning van het heelal, dus van heel de schepping. En als Koning is Hij zowel de herder als de rechter van het volk. Het is als rechter dat Hij zegt wat die talenten inhouden, en wat we er moeten mee aanvangen, en dat is er altijd zijn voor onze medemensen. We moeten ons dus afvragen of dat zo is: of we er altijd zijn voor onze medemensen? Helpen we hen als ze in een noodsituatie terechtkomen? Helpen we iemand die letterlijk honger of dorst heeft, of honger en dorst naar aandacht en hulp? Gaan we waardig om met mensen die alles kwijt zijn door armoede, ziekte, tegenslag? Hebben we aandacht voor en geven we nieuwe kansen aan iemand die in de fout is gegaan en daarvoor gestraft werd? Troosten wij onze naaste die ten onder dreigt te gaan in verdriet en in pijn? Spiegelen wij ons dus echt aan God, aan Jezus die niemand uit het oog verliest? Zijn wij even barmhartig als Hij?
Dat zijn de talenten die de Heer onze God ons geeft, en de vragen die Hij ons daarbij stelt, want Hij is een goede Herder, maar ook een eerlijke rechter. En ons antwoord op die vragen hangt helemaal af van wat wij terechtbrengen van het ene gebod dat Jezus ons heeft gegeven: Bemin God bovenal, en uw naaste zoals uzelf. Doen we dat? Houden we echt van onze naaste, en dat is niet alleen onze partner, maar dat zijn al onze medemensen. Leven wij echt volgens de acht zaligsprekingen? Zijn wij dus nederig van hart, op zoek naar vrede en gerechtigheid? Zijn wij zachtmoedig en vergevensgezind, eerlijk en betrouwbaar?
In het evangelie van vandaag horen we dat het nodig is dat we zo zijn, dat we dus leven naar dat ene gebod van Jezus. Doen we dat niet, dan brengen we niets terecht van de talenten die we gekregen hebben van de Heer onze God. Dan bouwen we niet mee aan een wereld die een hemel is op aarde, maar aan een wereld waar de duivel en zijn trawanten zich thuis voelen. Een wereld van geween door miserie en vijandigheid, en van tandenknars door onrecht en uitbuiting. Een wereld vol vuur door terrorisme, oorlog en burgeroorlog. Een wereld die geen hemel op aarde is, maar een hel van wreedheid en ellende.
Zusters en broeders, dat is niet de wereld die de Heer onze God bij de schepping heeft gewild, en waar Jezus zich voor ingezet heeft. Dat is ook niet de wereld waar Hij ‘naar omziet als een herder naar zijn kudde, waar Hij zich onder zijn schapen begeeft wanneer ze verstrooid zijn, hoever ze ook afgedwaald zijn ten gevolge van mist en nevel’, zoals Hij in de eerste lezing zegt. Nee, zo’n wereld wil Hij niet, maar een wereld vol liefde en vrede. We slagen er niet altijd in mee te bouwen aan zo’n wereld, maar hoever we ook afgedwaald zijn, Hij weet wat we doen en niet doen, en niets ontgaat Hem. Want Hij is bezig met ons en met alle mensen, ook al zijn wijzelf niet met Hem bezig. En Hij weet wat we aan de geringsten van zijn schepping gedaan of niet gedaan hebben, want dat hebben we ook aan Hem wel of niet gedaan. Het zou goed zijn als het feest van Christus, die Koning is van het heelal, in ons het besef doet groeien dat we er nooit alleen voor staan, want dat Hij de goede Herder is die altijd over ons waakt. Amen.