- Eerste lezing: 2 Koningen 4, 42-44
- Evangelie: Johannes 6, 1-15
Zusters en broeders,
Mensen die dagelijks moeten lijden, mensen die uitgeput zijn van armoede en ellende, mensen die vandaag niet weten of ze morgen eten zullen hebben: zulke mensen hebben het dikwijls moeilijk om te luisteren naar boodschappen van liefde, vrede en gerechtigheid. Immers, heel dikwijls ondervinden ze weinig of geen liefde, ervaren ze niet de vrede van het genieten van het leven, en kennen ze niet de gerechtigheid van de zorgeloosheid van de dag. Maar zijn zij de enigen die niet luisteren? Zeker niet. Want ook mensen die zwemmen in de overvloed, mensen die altijd maar aan meer denken, supervedetten en zelfaanbidders van politiek, sport, popmuziek en andere publieke optredens luisteren dikwijls alleen naar hun eigen boodschap van roem en succes.
Luisteren de vijfduizend mannen die Jezus volgen naar zijn woorden van liefde, vrede en gerechtigheid? Nee, ze willen alleen dat Hij wonderen doet en zieken geneest. Jezus weet dat ze Hem daarom volgen, en toch verricht Hij het merkwaardige wonder van de broodvermenigvuldiging. Vijf gerstebroden en twee vissen volstaan om vijfduizend mannen eten te geven, met op het einde nog twaalf korven overschot erbovenop. Maar bij Jezus gaat het niet om het wonder als dusdanig, wel om de boodschap die erop volgt. De vier volgende weken zullen we horen dat deze boodschap tot ontevredenheid en tegenkanting leidt, omdat Jezus zichzelf het levende brood noemt dat uit de hemel is neergedaald. Velen willen niet meer naar Hem luisteren en keren zich van Hem af.
En wat doen wij? Luisteren wij wél naar Jezus’ woorden van liefde, vrede en gerechtigheid, en proberen wij ernaar te leven? Proberen wij dus te leven naar zijn woorden en daden? Of zijn we zoals die vijfduizend mannen die wonderen van Hem verlangen? Is dat misschien ook de reden waarom wij Hem volgen: omdat we de wonderen van Hem verlangen? Wonderen die ervoor zorgen dat alles schitterend verloopt in ons leven, dat we nooit ziek worden, dat we geluk hebben in alles wat we doen, dat iedereen ons alleen maar liefde kan geven. Dat ons leven dus een eindeloos feest wordt. En wie weet, misschien verlangen we zelfs dat Jezus ons de lotto laat winnen. Niet met veel andere winnaars, maar alleen, en met een winstgetal dat ons doet duizelen. Maar als we Jezus om zulke verlangens volgen, vrees ik dat Hij tegen ons op dezelfde wijze zal reageren als tegen die vijfduizend mannen. Dat Hij zich ook ten opzichte van ons in het gebergte zal terugtrekken om alleen te zijn en zich met zijn Vader te verenigen, want Hij is er niet op uit om een succesprofeet en tot koning te worden uitgeroepen omdat Hij alle denkbare wonderen kan verrichten.
Zijn ook wij niet uit op succes? Trekken ook wij ons soms terug uit de drukte? Zoeken ook wij soms de stilte om te denken en te bidden? Doen wij dat echt: bidden tot God? Niet om te krijgen, maar om te loven, te eren en te danken. God loven om zijn goddelijkheid, Hem eren om zijn grootheid, Hem danken om zijn goedheid.
Zusters en broeders, zoals altijd kunnen we ons aan Jezus spiegelen. Hij doet helemaal geen wonderen om als een fantastische wonderdoener gevierd en geëerd te worden, Hij is niet uit op succes, Hij helpt mensen in nood, Hij zoekt de stilte om één te zijn met zijn Vader. Volgen wij Hem in dit alles? En er is trouwens nog iets dat we in het wonder van de broodvermenigvuldiging niet over het oog mogen verliezen, en dat is dat het steunt op vijf kleine broodjes en twee visjes. Daarzonder was er geen vermenigvuldiging geweest. Daar kunnen we uit leren dat, hoe klein onze bijdrage tot het goede ook is, ze altijd zal leiden tot méér, misschien zelfs tot overvloed, net zoals in de broodvermenigvuldiging. Dat ook dit de boodschap moge zijn die we vandaag in ons willen opnemen. Amen.