Jaar 2017-2018 Cyclus B
  • Eerste lezingDaniël 12, 1-3
  • EvangelieMarcus 13, 24-32

Zusters en broeders,

Zowel de profeet Daniël in de eerste lezing als Jezus in het evangelie hebben het over het einde der tijden, en beiden schetsen allesbehalve mooie vooruitzichten. Daniël heeft het over een tijd van nood zoals er nog nooit een geweest is en Jezus kondigt allerlei verschrikkingen aan: de zon en de maan zullen verduisteren, de sterren zullen van de hemel vallen en de hemelse heerscharen zullen in verwarring raken. Prettig is anders.

Maar Jezus zegt ook iets dat niet afschrikt, namelijk dat alleen zijn Vader in de hemel weet wanneer dat allemaal zal gebeuren. Wij, mensen, weten dat dus helemaal niet, maar wat we wel weten, is dat het niet voor direct is, want wat Jezus schetst, is al zo vaak gebeurd, of het gebeurt nog elke dag, en toch bestaat de wereld nog altijd. We hebben weet van vreselijke verschrikkingen van oorlogen en burgeroorlogen die de mens sinds zijn ontstaan tot op vandaag teisteren. We weten dat de zon en de maan geregeld verduisteren, en we weten ook dat er geregeld sterren van de hemel vallen, de ene maand al wat meer dan de andere.  Nee, het einde van de wereld is niet direct in zicht, maar dat wil niet zeggen dat wij niet met een einde te maken hebben, integendeel, we hebben er heel dikwijls mee te maken. Dikwijls doet dat einde heel veel pijn, maar even dikwijls verlangen we er echt naar.

Het einde doet ons pijn wanneer het ons leven, ons geluk aanvreet. Liefde maakt gelukkig, maar ze doet pijn als ze eindigt, als ze geconfronteerd wordt met ontrouw die uitloopt op een breuk, als ze moet optornen tegen ziekte of dood van een geliefde. En het einde doet ons in nog zoveel andere omstandigheden pijn. Wanneer we ons werk verliezen, of onze onderneming en onze goedbedoelde initiatieven spaak lopen. Zelfs het einde van de vakantie of de zomer kan ons pijn doen, want we zijn soms zo sterk gebonden aan wat ons bevalt. Er zijn dus heel veel eindes die we liever niet meemaken, eindes die pijn doen.

Maar het einde doet niet altijd pijn, integendeel, dikwijls verlangen we er sterk naar. Zoals naar het einde van pijn en verdriet, van ziekte, van tegenslag, van tweedracht en ruzie. Het einde van oorlog, van uitbuiting en onderdrukking, van slavernij en vluchten. Het einde van alles wat ons of onze geliefden, onze medemensen ongelukkig maakt. Dikwijls ook het einde van wat we zelf fout doen of gedaan hebben, en het einde van alles wat ons van anderen scheidt. Er is zoveel dat ons naar het einde doet verlangen.

Wanneer dat einde te maken heeft met fouten die we zelf gemaakt hebben, gaat dat verlangen dikwijls gepaard met de wil om te herstellen wat gebroken was, om weer geluk op te wekken bij onszelf en ons gezin, onze medemensen, onze gemeenschap. En de hoop op zo’n nieuw begin is er altijd, horen we zowel in de eerste lezing als in het evangelie. ‘Allen die in het boek staan opgetekend, zullen gered worden, en velen die slapen in het stof zullen ontwaken’, zegt de profeet Daniël. Nog mooier klinken de woorden van Jezus. ‘Wanneer de twijgen van de vijgenboom zacht worden en beginnen uit te botten, weet je dat de zomer in aantocht is’, zegt Hij. En dat is niet de zomer van de ondergang en het absolute einde, maar de zomer van het nieuwe leven, het leven naar zijn woorden en daden. En helemaal vol hoop zijn de woorden die Hij daar nog aan toevoegt: ‘Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.’ Daarmee bedoelt Hij niet zijn woorden over het einde der tijden, maar wel zijn woorden van liefde, vrede en gerechtigheid die Hij ons heeft voorgeleefd. Wat er ook gebeurt, die woorden zullen blijven bestaan. Niets of niemand zal ze ooit kunnen uitroeien.

Zusters en broeders, dat is de hoop die in alle tijden blijft bestaan. Een hoop waaraan geen einde komt, en ook een hoop die op zekerheid rust. Immers, ondanks de verschrikkelijke dingen die in de loop der tijden gebeurd zijn en die ook vandaag nog gebeuren, blijven Jezus’ woorden bestaan en proberen honderden miljoenen mensen ernaar te leven. Nooit zal Gods liefde onder de mensen uitgeroeid kunnen worden, nooit zal ze vervangen kunnen worden door de dictatuur van de ideologie van overheersing, uitbuiting, onderwerping, slavernij van lichaam en geest. Dat ging vroeger niet, en dat zal ook vandaag niet gaan, wat in vele landen ook geprobeerd wordt. Jezus’ woorden blijven onaangetast en zullen nooit voorbijgaan. Laten wij echt ons best doen om te leven naar die woorden, in de gelovige zekerheid dat wij er nooit alleen voor staan, want God is met ons. Amen.

Download dit document

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha