- Eerste lezing: II Kronieken 36, 14-16.19-23
- Evangelie: Johannes 3, 14-21
‘Gruweldaden, ontheiligen, spotten met Gods gezanten, meer duisternis dan licht.’
Zusters en broeders, het zijn woorden uit de eerste lezing en het evangelie, maar ze kunnen net zo goed uit een hedendaagse krant komen. Want ook vandaag volgen gruweldaden elkaar angstwekkend snel op, worden kerken ontheiligd, wordt er gespot met God en gebod, en houden velen meer van duisternis dan van licht. We kennen de gruweldaden van terroristen, de wrede oorlogen tussen machtswellustelingen, de bombardementen van steden en dorpen, de vernietiging van kerken, het lachen met God, en de corruptie die zo wijdverbreid is dat ze niet eens meer in duisternis, maar in volle daglicht gebeurt. En we kennen als gevolg van dat alles ook de duisternis van angst en wanhoop, van onderdrukking en slavernij, van armoede en discriminatie, van meer dan achthonderd miljoen mensen die dagelijks honger lijden en meer dan vijftig miljoen mensen op vlucht, op zoek naar een toekomst die ze misschien nooit zullen vinden. We zien en we kennen het allemaal.
Maar hoe kan dat? Immers, in het evangelie zegt Jezus: ‘Zozeer heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben.’ En God heeft zijn Zoon natuurlijk niet gezonden om de mens slechter te maken, maar om hem te bevrijden van alles wat de wereld onleefbaar maakt: zijn wreedheid en onmenselijkheid, zijn bezitsdrang en onderdrukking, maar ook zijn armoede en honger. Maar van dat alles zal de mens alleen bevrijd worden als hij wil leven naar Jezus’ woorden en daden van liefde en vrede voor God en voor elkaar. Dan zal er geen wereld meer zijn van oorlog en haat, van onderdrukking en discriminatie, van honger en vluchtelingen, maar van goedheid, en van verbinding met God en met elkaar.
Verbinding: precies dat woord staat vandaag op het menu van Broederlijk Delen. Help honger de wereld uit, klinkt de slogan, en dat kunnen we alleen als we ons verbinden met God en met elkaar. Ons met God verbinden doen we in elke viering, maar verbinden we ons in ons dagelijks leven ook met onze naasten dichtbij en veraf? In deze veertigdagentijd verbindt Broederlijk Delen ons met Oeganda, een Afrikaans land waar helemaal geen honger zou mogen zijn, want het is een vruchtbaar land. Maar er is wél honger, en veel, want de vruchtbare grond wordt bijna volledig door internationale bedrijven misbruikt om producten voor de uitvoer te kweken. Uitvoer die er ook is naar Europa, dus ook naar België. Uitvoer die verklaart waarom wij het hele jaar door groenten en fruit van alle seizoenen kunnen kopen. Maar dat gaat dus ten koste van landbouwers die in doodarme landen overvloedig voedsel moeten produceren en tegelijk honger moeten lijden, want zelf houden ze nauwelijks een klein stukje grond over. Daartegen reageert Broederlijk Delen door zijn steun aan plaatselijke organisaties die zich inzetten voor de kleine boeren, en ook voor duurzame en gevarieerde landbouw, zodat ook de armen aan dagelijks voedsel kunnen geraken.
Zusters en broeders, Broederlijk Delen roept ons op om mee te werken aan de uitroeiing van honger in de wereld, maar ook aan de overproductie van voedsel. Want je kan het misschien niet geloven, maar er ís overproductie, en niet zo’n klein beetje. Wereldwijd wordt er genoeg voedsel geproduceerd om tien miljard meten eten te bezorgen, en we zijn maar met zeven en een half miljard. Maar meer dan dertig procent van dat geproduceerde voedsel gaat verloren, en dat leidt tot honger in de wereld. Laten we bij de omhaling dus gul zijn, zo gul als we zijn voor onszelf als we onszelf op een cadeautje trakteren. En laten we vooral niet zeggen: ‘Ik doe daar niet aan mee, want dat geld komt toch terecht in zakken waar het niet thuishoort.’ Dat is niet zo, daar mogen we heel gerust in zijn. Als we via het internet zien wat Broederlijk Delen de voorbije jaren gerealiseerd heeft in Burkina Faso, Colombia, Peru, Senegal, Bolivia en in nog zoveel andere landen, kunnen we alleen maar zeggen: ‘Goed bezig! Daar wil ik aan meedoen!’ Laten we dat dus doen: meedoen met Broederlijk Delen. Laten we daarom gul zijn bij de omhaling, en laten we ook de petitie ondertekenen waarin Broederlijk Delen opkomt voor een rechtvaardige landbouw die goed is voor alle mensen, en ook voor de natuur. Want niet alleen honger is totaal onrechtvaardig, ook de industriële landbouw is dat, want die overproductie zorgt niet alleen voor honger in de wereld, maar ook voor een natuur die meer en meer uitgeroeid wordt. En een wereld met honger en zonder gezonde natuur … nee, daar durven we niet eens aan denken. Laten we dus gul zijn in ons doen en denken, zodat we in het spoor van Jezus meebouwen aan een gezonde wereld van goedheid, liefde en vrede voor alle mensen. Amen.