Jaar 2006-2007 Cyclus C

Bezinning bij / surfen naar:

Zusters en broeders,

In het evangelie van vorige zondag was Jezus zeer radicaal. Hij zei dat Hij geen vrede op aarde was komen brengen, maar verdeeldheid, en Hij raadde ons aan resoluut te kiezen: voor of tegen het Rijk Gods. Niet zomaar een beetje christen zijn, maar resoluut, met heel ons hart en heel ons verstand, en in heel ons doen en laten. De lezingen van vandaag sluiten daar naadloos bij aan, en ook de volgende zondagen zullen we dezelfde boodschap horen: wees waakzaam en verwezenlijk het Rijk Gods, voor nu en voor later.

Dat ‘later’ staat vandaag centraal. In de eerste lezing maakt Jesaja duidelijk dat niet alleen de joden, maar alle volkeren kinderen van God zijn. Alle volkeren en alle talen zal Hij bijeenroepen, en ze zullen allen komen om zijn glorie te aanschouwen. Voor veel joden moet die boodschap van Jesaja revolutionair en zelfs ondraaglijk geklonken hebben. Zij beschouwden zichzelf immers al het enige echte uitverkoren volk van God, en alleen zij zouden gered worden. Dachten zij tenminste, want Jezus voegt er in het evangelie waarschuwend aan toe: “Er zijn laatsten die de eersten en eersten die de laatsten zullen zijn.” Ook Hij beklemtoont dus uitdrukkelijk dat Gods redding uitgaat naar alle volkeren, en Hij doet dat zelfs onder de vorm van een waarschuwing.

De aanleiding tot die waarschuwing is de vraag of er velen of weinigen zullen gered worden. Jezus weigert evenwel zich aan speculaties te bezondigen. Het oordeel, de eindbestemming is niet zijn zaak, wel die van zijn Vader in de hemel. Maar Hij formuleert wel een ernstige waarschuwing: de deur naar de redding is nauw, en je komt er niet zomaar doorheen. Als de Vader ze eenmaal gesloten heeft, zal kloppen en roepen niet helpen. Op de vraag: ‘Heer, doe open’, zal Hij antwoorden: ‘Ik weet niet waar gij vandaan komt.’

En dan zullen wij misschien antwoorden: ‘Ik kom net terug van een reis om de wereld.’ En Hij zal vragen: ‘Heb je de schoonheid van mijn schepping gerespecteerd en heb je al mijn schepselen gewaardeerd?’ Of misschien zullen wij antwoorden: ‘Ik kom net terug van de bank.’ En dan zal Hij vragen: ‘Heb je ook geld afgehaald om met anderen, met armen en kansarmen te delen?’ Of misschien zeggen we: ‘Ik heb net een kaarsje gebrand voor Onze Lieve Vrouw.’ En dan zal Hij vragen: ‘Heb je ook echt gebeden, of moest dat kaarsje al het bidden alleen doen?’ Of wie weet, misschien zeggen we wel: ‘Ik kom net terug van een bedevaart naar Lourdes.’ En dan zal Hij zeggen: ‘Denk je dat die vier dagen bedevaart in een mensenleven volstaan?’ Of misschien zeggen we wel: ‘Ik kom net van de mis.’ En dan zal Hij antwoorden: ‘Heb je die mis ook mee naar huis genomen, buiten de veilige muren van de kerk? Heb je ze echt beleefd in je leven van alledag, in je omgang met je medemensen, in heel je doen en je laten?’

In het evangelie werpen diegenen voor wie de deur niet opengaat verongelijkt op: ‘Hoe kunt Gij beweren dat Gij ons niet kent? In uw tegenwoordigheid hebben we gegeten en gedronken, en in onze straten hebt Gij onderricht gegeven.’ Vertaald naar vandaag betekent dat: ‘Elke zondag hebben we naar uw woord geluisterd, en elke zondag zijn we te communie geweest. Hoe kunt Gij dan beweren dat Gij niet weet waar wij vandaan komen?’

Zusters en broeders, Jezus maakt ons duidelijk dat het niet volstaat gedoopt en gevormd te zijn, naar Gods woord te luisteren, naar de mis, te communie en op bedevaart te gaan. Nee, dat is ruimschoots onvoldoende, want alleen maar passief. Als we eerlijk zijn, moeten we toegeven dat dit ons allemaal geen moeite kost en dat het ons ook tot niets verplicht. Consumptiechristendom, meer is het niet. We consumeren het zoals we een etentje in een restaurant, een avondje tv, een film of een georganiseerde reis meepikken: anderen doen het werk, en wij consumeren, niet actief maar passief. Het vraagt geen keuze, geen inzet, geen engagement. En dat is precies wat Jezus verlangt: dat we keuzes maken, dat we ons inzetten, dat we ons engageren. Ons christenzijn niet ondergaan, maar het beleven. We moeten dus geen christen zijn, maar christen doén. Net zoals ‘houden van’ is ‘geloven’ immers een werkwoord, een doe-woord. In de enige brief die we van hem kennen, formuleert de apostel Jacobus het als volgt: ‘Geloof zonder de werken is dood.’ En die werken, dat zijn werken van liefde, vrede en gerechtigheid. Die werken, dat is leven zoals Jezus: voor en door elkaar, en voor en door elke mens die we ontmoeten. Die werken, dat zijn de werken die de nauwe poort naar het Rijk Gods elke dag breder maken, omdat dit Rijk nu eenmaal het Rijk van liefde, vrede en gerechtigheid is. Gods liefde, vrede en gerechtigheid, die wij tot stand mogen brengen.

Zusters en broeders, waar wachten we op? Amen.

 

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha