Jaar 2006-2007 Cyclus C

Bezinning bij / surfen naar:

 

Zusters en broeders,

Eind de jaren vijftig van vorige eeuw werd Vlaanderen platgelopen door Getuigen van Jehovah die het nakende einde van de wereld verkondigden. 1960, dat was het jaar waarin het zou gebeuren. Waar ze het vandaan haalden, weet ik niet meer, maar ze twijfelden niet: in 1960 was het zover. We konden ons dus maar beter voorbereiden. Een abonnement op hun tijdschrift De Wachttoren was alleszins al een goed begin. Hoewel, zekerheid bood het niet, want de ultieme redding was maar weggelegd voor 144 000 uitverkorenen. Alle anderen waren reddeloos verloren. Vandaag, zestig jaar later, is de wereld bij mijn weten nog altijd niet vergaan, en niets wijst erop dat dit in de nabije of zelfs verre toekomst anders zal zijn. Toch zijn er ook nu talloze onheilsprofeten. Je herinnert je ongetwijfeld dat deze geestelijke ramptoeristen nog niet zolang geleden ook luidkeels verkondigden dat de wereld het jaar 2000 niet zou overleven.

Zusters en broeders, onheilsproften zijn er altijd geweest en ze zullen er ook altijd zijn. Ongetwijfeld waren ze er ook ten tijde van Jezus. Het land was bezet door de Romeinen, en een bezetting ruikt altijd naar oorlog. Op zijn beurt maakt oorlog de mensen angstig en pessimistisch. Tegen die achtergrond is het dus normaal dat er vragen gesteld worden als ‘Waar moet dat heen?’, en ‘Is dit misschien het begin van het einde’? Ik denk dat velen zich in de jaren 40-45 van vorige eeuw die vragen meer dan eens gesteld hebben. Ik denk ook dat ze ten tijde van Jezus gesteld werden. Speelt Jezus daar dan op in? Is Hij misschien zelf een onheilsprofeet?

 

Ik ben er zeker van dat Hij dat niet is. Ik denk om te beginnen dat Hij hier gedeeltelijk in beelden spreekt. Dat doet Hij dikwijls. Denk maar aan zijn bekende uitspraak: ‘Breek deze tempel af, en in drie dagen zal ik hem weer opbouwen.’ Zijn tegenstanders lachten Hem in zijn gezicht uit. Natuurlijk deden ze dat. Ze dachten dat Hij het had over de tempel van Jeruzalem, terwijl Hij het had over zijn verrijzenis drie dagen na zijn dood. Ik denk dus dat Hij ook hier gedeeltelijk in beelden spreekt. Ik kom daar nog op terug. En verder: Hij begint met te waarschuwen tegen valse profeten die in zijn naam zullen spreken, en die zelfs zullen zeggen dat zij Jezus zijn. ‘Zij zullen beweren dat het ogenblik nabij is’ zegt Hij, ‘maar geloof ze niet. En wanneer gij hoort van oorlogen en onlusten, laat u dan niet uit het veld slaan.’ Dat is dus helemaal niet de taal van een onheilsprofeet.

Is Hij dat wel in wat daarna volgt? Ik zou zeggen: spijtig genoeg niet, want met de dingen die Hij opsomt: oorlogen, aardbevingen, hongersnoden, vervolging enzovoort, worden we elke dag geconfronteerd. Die dingen zijn er gewoon, zowel in de wereld om ons heen als in onszelf. Ook in onszelf dus. En hier begint de beeldentaal van Jezus. Ieder van ons kent als persoon, op zijn werk, in zijn relatie oorlogen, vervolging en allerlei andere pijnlijke dingen, en iedereen kent momenten waarop hij zegt: ‘Dit is het einde. Mijn hele wereld stort in.’

Verre van ons te ontmoedigen, spreekt Jezus ons precies moed in. ‘Ik zal er zijn voor u’, zegt Hij, ‘Ik zal u de wijsheid en de moed geven om sterk te staan en om niet op te geven. Geen haar op uw hoofd zal verloren gaan.’ Jezus spoort ons dus aan om ook in moeilijke omstandigheden trouw te blijven in en aan ons geloof. Want geloof geeft troost, geeft kracht, geeft moed. Dat zegt ook de profeet Maleachi in de eerste lezing: wie trouw blijft aan en in zijn geloof zal gerechtigheid kennen en zal sterk staan in moeilijke tijden.

Zusters en broeders, ik weet het, in deze tijd en in deze maatschappij klinken deze woorden achterhaald en ouderwets. Maar wie ook maar een beetje gelovig is, weet wel beter: geloof geeft inderdaad kracht, gewoon omdat je je gedragen weet door Iemand die beter is dan je zelf bent. Gewoon omdat je weet dat je nooit alleen de weg moet gaan. God is ons altijd nabij, in blijde en meer nog in droeve dagen, en Hij geeft ons de moed en de kracht om in te gaan tegen het pessimisme, de moedeloosheid en de wanhoop in deze wereld en in onszelf.

Dat is wat Jezus ons vandaag wil zeggen, en ik vind dat een heel hoopgevende boodschap. Amen.

 

 

 

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha