Jaar 2006-2007 Cyclus C
Bezinning bij / surfen naar:

Zusters en broeders,

De opdracht van Jezus in de tempel, kinderzegen in de kerken, Maria Lichtmis, Gods licht dat in de wereld komt: vandaag is een feestdag met veel gezichten. Ik wou blijven stilstaan bij de kinderzegen: de zegen, het geluk van kinderen te hebben, en de ook de zegen die vandaag over onze kinderen wordt uitgesproken.

Ieder van ons kent, direct of indirect, de vreugde om een nieuwgeboren kind. Een geluk dat negen maanden groeit: de trots van de aanstaande moeder en vader om haar uitdijende buik. En dan de geboorte: de eerste levenskreet, een wolk van een kind dat aan de borst van de moeder wordt gelegd, de pijn van de bevalling die ineens voorbij is, de blijdschap, het mee lachen en mee vieren van familie, vrienden en bekenden, en zelfs van vreemden die toevallig passeren. Een nieuw leven is geboren, een nieuw en onvervangbaar leven, en het geluk erom is onuitsprekelijk. Het geluk dat ook Maria en Jozef hebben gekend om hun eerstgeborene. Ik zie het zo voor mij: zij die onder hun drietjes naar Jeruzalem trekken: twee fiere jonge ouders die hun kind in de tempel aan God willen opdragen.

Maar dikwijls zie je dat dit geluk met de jaren omgroeit in pijn en verdriet, in spanning en ruzie. Kinderen die zich afzetten tegen hun ouders, meisjes die hun moeder een zaag vinden, jongens die in opstand komen tegen hun vader, kinderen die verkeerd lopen. En ook ouders die in de fout gaan, die zich te weinig om hun kinderen bekommeren, die hun kinderen niet opvoeden of een slecht voorbeeld geven. Of ouders die nooit eens nee kunnen zeggen, die elke vraag, elk verlangen, elke nood met geld en alweer een nieuwe gsm, een nieuwe iPod, een nieuwe brommer, een nieuwe computer, een nieuwe dit en een nieuwe dat beantwoorden. En kinderen die van alles veel te veel hebben, behalve van het enige wat telt: tederheid en liefde.

Zusters en broeders, kinderen zijn een teken van Gods licht in deze wereld en een geschenk van de liefde tussen man en vrouw, en dat moeten ze ook blijven. We leven in een tijd en in een land waarin de meeste mensen zich een goede opvoeding kunnen veroorloven. Spijtig genoeg kunnen velen dat niet, en hun aantal groeit elk jaar. In Brussel bijvoorbeeld wordt nu al meer dan 25 procent van de kinderen geboren in een gezin dat onder de armoedegrens moet leven. Wat het ene ouderpaar te veel geeft aan zijn kinderen, kan het andere helemaal niet geven. Ze moeten altijd nee zeggen: nee voor een stuk speelgoed, nee voor dingen die de kinderen nodig hebben op school, nee voor een winterjas, nee voor alles. Altijd nee. Maar ook die kinderen zijn het teken van Gods licht in deze wereld en een geschenk van de liefde tussen man en vrouw. Liefde die elke dag materieel op de proef wordt gesteld. Ik kan me de pijn van die ouders voorstellen, het verdriet van de alleenstaande moeder, de steek door het hart bij het zoveelste nee, de angst voor de toekomst. Dezelfde steek, dezelfde angst die Maria gevoeld moet hebben toen Simeon zei dat haar kind niet zomaar een kind was, maar dat het zou zijn een teken van tegenspraak, en dat ook haar ziel door een zwaard zou worden doorboord. Het grote geluk en de trots om de eerstgeborene maken plaats voor de pijn en de angst voor de toekomst. En dat terwijl Jezus bij uitstek het geschenk was van Gods licht en liefde.

Liefde die wereldwijd meer en meer op een verschrikkelijke manier onmogelijk wordt gemaakt, verraden wordt, monddood gemaakt. Ik denk aan de miljoenen kinderen die in Afrika, Azië en Latijns-Amerika, en meer en meer ook in Oost-Europa op straat moeten leven. Ik denk aan de miljoenen meisjes die in Indië door hun doodarme ouders voor nauwelijks een paar roepies worden verkocht om dienstmeisje te worden. Soms zijn ze nauwelijks vier jaar oud. Ze worden geslagen en geschopt, en als ze ouder worden, worden ze massaal misbruikt. Ze hebben geen naam, geen rechten, geen gezicht, geen leven. Ze zijn niemand. Ik denk aan de kinderen die overal in deze wereld gekidnapt en vermoord worden en ergens in een riool gedumpt. Ik denk aan de kinderen in de zonnige toeristische oorden die door westerse mannen misbruikt worden. Ik denk aan de miljoenen jongens en meisjes die verplicht worden te werken in duistere krochten om ons goedkope kledij en schoeisel te bezorgen. Miljoenen kinderen die een teken zijn van Gods licht en een geschenk van de liefde, maar die die liefde nooit gekend hebben.

Zusters en broeders, laten we goede ouders en grootouders, goede familie en goede vrienden, goede bekenden en goede leraren zijn voor onze kinderen. Laten we nooit vergeten dat ze een geschenk zijn van Gods liefde voor ons, mensen. En laten we ook nooit vergeten dat ze dat ook moeten blijven: een geschenk van de liefde. Liefde die geduldig en verdraagzaam is en ook vergevensgezind, liefde die ook nee kan zeggen. En laten we ook altijd aangegrepen worden door het lot van kinderen die minder geluk hebben dan onze eigen kinderen. Laten we dus elk initiatief steunen dat erop gericht is het lot te verbeteren van de vele miljoenen kinderen die geen leven hebben, die niets hebben en die niets zijn. Ook zij zijn een geschenk van de liefde. En liefde is voor eeuwig. Om die liefde bidden we wanneer onze kinderen straks Gods zegen ontvangen. Amen.

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha