Jaar 2007-2008 Cyclus A

 

Bezinning bij / surfen naar:

 

' Nee, ik heb dat niét gezegd!’

‘Jawel, je hebt dat wél gezegd!’

‘Maar ik heb dat toch niet zo bedoeld!’

‘Natuurlijk heb je het zo bedoeld!’

Zusters en broeders, we kennen het, zo een spelletje welles-nietes. We spelen het nu en dan misschien zelf ook, hoewel we weten dat het tot niets dient. Want het blijft ‘Nee!, en het blijft ‘Ja’, ook al gaan we er uren mee door. Het illustreert dat taal een prachtig communicatiemiddel is, maar ook een middel vol strikken en valkuilen. We mogen immers zeggen wat we willen, we kunnen er nooit zeker van zijn dat degene tegen wie we iets zeggen precies datgene zal horen wat we zeggen, en we kunnen er nog minder zeker van zijn dat hij dan ook nog precies zal verstaan wat we bedoelen.

Hoe ingewikkeld taal wel is, kan misschien nog het best blijken uit het groot woordenboek van de Nederlandse taal: Van Dale heeft een hele kolom in kleine druk nodig om alle betekenissen van het woord uit te leggen, plus nog eens zes kolommen samenstellingen. Ik denk niet dat er één ander woord is waar het woordenboek zoveel bladzijden aan moet besteden. Dat komt precies omdat ‘taal’ zo dubbelzinnig is en ook zo gevoelig ligt. We weten uit eigen ervaring dat we echt niet met een Chinees moeten praten om elkaar niet te verstaan. Of misschien willen we elkaar niet verstaan, of verstaan we alleen maar wat we willen verstaan. De meest succesrijke reeks uit de Vlaamse tv-geschiedenis, De Kampioenen, is zelfs gebouwd op die taalverwarring: Pol zegt iets, en Xavier verstaat iets anders. Of andersom. En als Carmen er zich mee moeit, is het helemaal om zeep, want dan begrijpt iedereen meteen iets anders, en praten ze allemaal naast elkaar door. Ik denk dat het succes van de reeks precies te verklaren is door het feit dat het zo herkenbaar is: mensen die naast elkaar doorpraten. De een zegt iets, en de ander begrijpt iets anders. Elke dag ons eigen Babel. Je kent het verhaal van die beruchte toren: in hun hoogmoed willen de mensen een toren bouwen die tot in de hemel reikt. Maar het plan gaat niet door, want er ontstaat spraakverwarring onder hen, zodat ze elkaar niet meer verstaan. Niet omdat ze ineens verschillende talen zijn gaan spreken, natuurlijk niet, wel omdat de een het zus wilde en de ander zo. Er was dus geen overeenstemming meer onder hen, dus trokken ze verschillende kanten uit, om erger te voorkomen.

In de eerste lezing van vandaag wordt Babel naar de archieven verwezen. Parten, Meden en Elamieten, bewoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en Lybië, Rome, Kreta en Arabië: allen horen ze de apostelen spreken in hun eigen taal. Nee, de apostelen zijn niet ineens al die talen gaan spreken, maar ze hebben dingen verteld die iedereen recht naar het hart gingen: dingen over Gods grote daden, over God die geen dreigende, straffende, wraakzuchtige tiran is, maar wel liefde, alleen maar liefde is. Over Jezus die zijn Zoon is en onze Broeder, over vergeving en verzoening, over geloof, hoop en liefde, over vrede.

In het evangelie komt Jezus de verblijfplaats van de apostelen binnen en zegt: ‘Vrede zij u.’ Hij zegt ook: ‘Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend ik u.’ En Hij geeft hun zijn heilige Geest. De Geest van wie Johannes de Doper gezegd had: ‘Ik doop u met water, maar Hij die na mij komt, is sterker dan ik. Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur.’ Dat is precies wat de apostelen, wat wij vandaag meemaken: dat zijn geest, dat zijn vuur over ons komt. Zijn geest van liefde en vrede, zijn geest van barmhartigheid, zijn geest van vergeving. ‘Zo zend ik u’, zegt Hij, en Hij voegt er onmiddellijk aan toe: ‘Als gij iemand de zonden vergeeft, dan zijn ze vergeven; maar vergeeft gij ze niet ze niet, dan zijn ze niet vergeven.’

Ook Jezus maakt dus korte metten met Babel, en Hij gaat meteen naar de echte zin van ‘taal’: taal is verzoening. Geen ruzie, geen welles-niets, geen onbegrip, geen wrok, geen haat. Wel verzoening, niets anders. Het is een boodschap die recht naar ons hart en naar het hart van deze tijd en deze maatschappij gaat. Een maatschappij en een tijd waarin onbegrip en chaos de boventoon voeren, waarin geweld heel gewoon geworden is, en waarin vooral niet meer naar de ander geluisterd wordt. Tegen die chaos en tegen dat onbegrip en die onwil in plaatst Jezus zijn boodschap van verzoening. ‘Vergeef elkaar’, zegt Hij, ‘want alleen zo kunt ge de wereld leefbaar maken, meer nog, kunt ge van deze wereld de plaats te maken die God zich droomt: een oase van liefde, vrede en gerechtigheid.

Zusters en broeders, moge zijn Geest van verzoening over ons komen. Amen.

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha