Bezinning bij / surfen naar:
Zusters en broeders,
Op dit feest van Ons Heer Hemelvaart zal ik maar beginnen met het slechte nieuws. En dat slechte nieuws is precies wat we vandaag vieren, namelijk dat Jezus ten hemel is opgevaren. Hij had immers ook hier kunnen blijven. Geef toe, het zou de zaken heel wat gemakkelijker hebben gemaakt. Twijfel zou niet meer mogelijk zijn, want Hij zou het levende bewijs zijn van zijn eigen goddelijkheid. Niet geloven zou al evenzeer onmogelijk zijn. Probeer immers maar eens niet te geloven in een man die al eeuwen al weldoende rondgaat, zonder dat de dood vat op Hem heeft. Doe er nu en dan nog een mirakel bovenop, en het kan helemaal niet meer stuk. Zusters en broeders, wat een weelde zou dat niet zijn.
Maar ik zei het al, ik zal maar beginnen met het slechte nieuws. En dat slechte nieuws is ook dat Jezus het niet lang zou uitgezongen hebben. Hij zou nooit de Romeinse keizers overleefd hebben. Geen van die mannen zou iemand naast zich hebben geduld die groter was dan zijzelf. Ze zouden Hem opnieuw aan het kruis hebben geslagen, daar moet je geen moment aan twijfelen. En als ze dat niet uit eigen beweging hadden gedaan, dan hadden hun vrouwen er wel voor gezorgd, want die waren soms nog wreder dan zijzelf.
Maar stel dat Jezus op een wonderbaarlijke manier toch het Romeinse Rijk had overleefd, wat dan? Wel, dan had Hij in geen geval Mohammed en de islam overleefd. Mohammed zou nooit een andere, grotere profeet naast zich hebben geduld, hij zou een wereldwijde fatwa over Jezus hebben uitgesproken, waardoor het voor elke rechtgeaarde moslim een heilige plicht zou geweest zijn om Jezus te vermoorden.
En wat als Jezus die fatwa had overleefd? Wel, in dat geval zou een aantal pausen van tussen de tiende en de zestiende eeuw Hem uit de weg hebben geruimd. Ze zouden hem als een pottenkijker hebben beschouwd, een lastige getuige, een rem op hun vuile zaakjes en hun dikwijls onvoorstelbaar gore leven, hun machtswellust, hun wreedheid. Let wel, er waren in die eeuwen ook goede pausen, vrome mannen die echt probeerden te leven naar het woord van de Heer, maar nogal wat andere leefden straal tegen dat woord in. Heel dikwijls ging het om politieke creaturen, om wrede dictators, om mannen die te vuur en te zwaard hun eigen vieze zaakjes verdedigden. Ze waren een aanfluiting van het ambt dat ze bekleedden, een ambt dat ze trouwens dikwijls met corruptie en geweld hadden opgeëist. Het mag een wonder heten dat de kerk deze creaturen heeft overleefd. Dat kan alleen te danken zijn aan de werking van de heilige Geest. Die waait immers waar Hij wil, en in die eeuwen waaide Hij vooral onder de gewone gelovigen.
En als het onvoorstelbare nu toch eens was gebeurd, als Jezus zowel de Romeinse keizers als Mohammed en die onwaardige pausen had overleefd, wat dan? Wel, dan was er nog altijd Hitler geweest om orde op zaken te stellen. De orde van het nazisme en de orde van de holocaust. Jezus zou de weg zijn gegaan van miljoenen andere joden: Hij zou dus in Auschwitz of Birkenau of Treblinka zijn beland, Hij zou beroofd zijn van zijn schaarse bezittingen, zijn beulen zouden zijn kleren onder elkaar hebben verdeeld en Hem in de gaskamer hebben omgebracht. En als de nazibeulen Hem niet hadden vermoord, dan hadden die van Stalin daar wel voor gezorgd, want die was even erg als Hitler.
Zusters en broeders, misschien vraag je je af waarom ik zo zeker ben van dit alles. Wel, luister dan nog eens naar het begin van de evangelielezing. ‘In die tijd begaven de elf leerlingen zich naar Galilea, naar de berg die Jezus hun aangewezen had. Toen zij Hem zagen, wierpen ze zich in aanbidding neer; sommigen echter twijfelden.’
‘Sommigen echter twijfelden.’ Die sommigen zijn dus enkele van zijn apostelen. Niemand is Hem ooit zo nabij geweest als zij, niemand heeft met Hem geleefd als zij, niemand heeft van zo nabij zijn woorden gehoord en zijn daden gezien. Hij heeft hun zijn lijden en dood, maar ook zijn verrijzenis voorspeld, en na zijn verrijzenis is Hij meer dan eens aan hen verschenen, Hij heeft met hen gegeten en gedronken, en toch kunnen sommigen onder hen niet onvoorwaardelijk geloven, ook al zien ze Hem in levenden lijve vóór zich. Als zij het al niet konden, hoe zouden mensen die niet zo met Hem geleefd hebben zonder uitzondering in Hem kunnen geloven?
Zusters en broeders, wat is dan het goede nieuws van deze feestdag? Wel, dat goede nieuws is dat Jezus zijn leerlingen belooft dat Hij hun zijn Geest zal zenden. ‘Johannes doopte met water’, zegt Hij, maar gij zult over enkele dagen gedoopt worden met de heilige Geest.’ Met andere woorden, Jezus zal fysiek verdwijnen, maar toch blijft Hij aanwezig onder zijn leerlingen en ook onder ons. Met zijn Geest van liefde en waarheid, zijn Geest van barmhartigheid en vrede, zijn Geest van nederigheid en geduld. Zijn Geest die ervoor zorgt dat ook wij lammen en kreupelen kunnen laten lopen, boze geesten kunnen uitdrijven, al weldoend kunnen rondgaan. Dat ook wij zijn woord kunnen verkondigen en vooral naar dat woord kunnen en willen leven.
En het goede nieuws is ook dat Jezus’ Geest ons niet zomaar voor eventjes begeleidt en sterkt, maar dat dit voor eeuwig is. Want Jezus’ laatste woorden in het evangelie zijn: ‘Zie, Ik ben bij u tot aan de voleinding van de wereld.’
Zusters en broeders, dat is het goede, het zeer goede nieuws van deze feestdag: dat Jezus voor eeuwig bij ons is, en dat Hij ons en onze wereld nooit in de steek laat. Ik weet niet hoe gij u daarbij voelt, maar mij geeft dat een veilig gevoel van hoop en geborgenheid. Amen.