Jaar 2007-2008 Cyclus A

Bezinning bij / surfen naar:

 

 

Zusters en broeders,

We leven in de beste der werelden, daaraan kan niet getwijfeld worden. De bedrijven maken winsten als nooit tevoren, we gaan op reis als nooit tevoren, in winkels en warenhuizen is er een aanbod als nooit tevoren, en onze wegen slippen dicht, want niemand blijft nog thuis. En straks gaat in steden en dorpen de kerstverlichting aan, heel het land wordt een flikkerende kerstboom, de muziek klinkt door de luidsprekers en wij hollen met zijn allen door de straten, winkel in winkel uit, op zoek naar cadeaus die niemand nodig heeft, zeker de kinderen niet, want sinterklaas is pas voorbij. Maar toch moeten we op zoek, want zeg nu zelf: Kerstmis zonder cadeaus, dat is als Rome zonder de paus. Enfin, dat zegt men toch. En ja, we leven in de beste der werelden. Wie daaraan twijfelt is een zeurpiet.

Hoewel, misschien, wie zal het zeggen ... eigenlijk weet ik het niet zo zeker. Want achter al die rijkdom en al die welvaart lees ik dat meer en meer mensen in de armoede belanden en dat tegelijk, dank zij het op de rijken gerichte beleid van minister van financiën Reynders, 30 000 bedrijven ongestraft geen belastingen betalen. En verder lees ik dat, op Finland na, Vlaanderen het hoogste zelfmoordcijfer van Europa heeft. En ik lees ook dat in ons Vlaams onderwijs één op acht jongeren de school verlaat zonder diploma, dat één op vijf Belgen depressief is en dat er nergens anders zoveel antidepressiva en slaappillen geslikt worden als bij ons. En verder lees ik dat meer en meer jongeren met een zwaar drank- of drugprobleem zitten, dat het geweld in de scholen, op straat, in de woonblokken en in de gezinnen stijgt. Dat de vluchthuizen vol zitten en de hulptelefoonlijnen overbelast zijn. Dat, en nog veel meer, hoor en zie ik elke dag op radio en tv, en lees ik in de kranten. Achter de schone schijn van rijkdom en welvaart gaan dus heel veel armoede, heel veel onvrede en heel veel gebrokenheid schuil. Waarbij ik soms de indruk heb dat er tegelijk iets als een onuitgesproken verbond bestaat van zwijgen en nietsdoen. Precies of we met allen politici geworden zijn die zeggen: we zwijgen het probleem dood, dan is er geen probleem. En als er geen probleem is, moeten we er ook niets aan doen. Die indruk heb ik soms: dat we heel graag onze ogen sluiten om het onrecht, de pijn, de gebrokenheid en de onvrede niet te zien.

Advent roept ons precies op om onze ogen wél te openen. In het evangelie waarschuwt Jezus uitdrukkelijk tegen een leven van gedachteloos consumeren waartoe wij in de westerse wereld uitgenodigd worden. Gedachteloze consumenten, mensen die werken, eten, drinken en slapen, die zich geen vragen stellen en die vooral niets in vraag stellen. ‘Welnu’, zegt Jezus, ‘precies zo ging het er in de dagen van Noah aan toe. De mensen leefden met hun ogen dicht, en ze hadden geen oog voor wat er om hen heen aan het gebeuren was.’ Wellicht lachten ze Noah nog uit ook, die vent die ik weet niet hoever van de zee op zijn erf een boot begon te bouwen. Je zou voor minder lachen.

Zusters en broeders, advent betekent ook een nieuw kerkelijk jaar. Vorige week hebben we het voorbije kerkelijke jaar afgesloten met het feest van Christus Koning. Geen bazuingeschal en geen tromgeroffel voor deze Koning, want dat was niet aan Hem besteed. Hij zocht het in de luwte van de eenvoud, van het meevoelen met anderen, van het dienstbaar zijn, van de nederigheid. In dat voorbije jaar was Lucas onze gids en vanaf vandaag is dat Mattheus. Een jaar lang zal hij ons leiden doorheen het leven, de woorden en de werken van Jezus, en hij doet dat met heel veel liefde en heel veel bewondering. En die liefde en die bewondering probeert hij met ons te delen, want Jezus, die is echt wel de moeite waard – zo lees je in de teksten van Mattheus.

En advent is ook de telkens herhaalde oproep om uit te kijken en op te kijken naar Jezus. Ik ben er zeker van dat gij allen die hier zijt samengekomen in zijn naam mensen ‘van goeden willen’ zijt, om het met de woorden uit een oud kerstlied te zeggen. Mensen die willen luisteren naar zijn woord, en die zijn daden ook tot de hunne willen maken. In een van onze adventsliederen zingen we: ‘Advent is dromen dat Jezus zal komen’, en dat is heel mooi. We moeten ons alleen maar afvragen in welke wereld Jezus zal komen: die van de schijnbare probleemloosheid of die van de verborgen pijn. En we moeten er ook voor zorgen dat het niet bij dromen blijft, want dromen doen we in onze slaap en met onze ogen toe. ‘Niks ogen toe,’ zegt Jezus, ‘maar ogen open, zodat ge kunt zien. En niks slapen en dromen, maar wakker en waakzaam zijn, zodat ge de tekenen van de tijd kunt zien, en kunt handelen. Niet zomaar in het wilde weg, maar bewust en doelgericht: gericht op God en gericht op uw naaste.’

Zusters en broeders, laat dat onze advent zijn: Jezus laten komen in een wereld van vrede en gerechtigheid. Een wereld die Hij ons heeft voorgeleefd, en waaraan wij mogen en kunnen meebouwen. Een Rijks Gods op aarde. Amen.

 

 

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha