Bezinning bij / surfen naar:
Zusters en broeders,
Meer dan honderd jaar na zijn dood blijft Guido Gezelle voor velen een groot dichter. Terecht, denk ik, want hij heeft enkele gedichten geschreven die de tijd kunnen doorstaan. Een van mijn lievelingsgedichten is Waar zit die heldere zanger, en dat is een gedicht over een nachtegaal. Gezelle trekt daarin alle registers van zijn dichterlijk vermogen open. Hij maakt het bijna onmogelijke waar: hij slaagt erin de zang van de nachtegaal in taal om te zetten, of op zijn minst te suggereren. En hij eindigt het gedicht op een heel merkwaardige manier: hij zegt dat het hem niet kan schelen dat die nachtegaal, hoewel hij maar een vogel is, beter en mooier kan zingen dan hijzelf, en dat niet hij, maar die nachtegaal de dichterskroon verdient. Hij voelt zich dus heel klein tegenover die nachtegaal met zijn onnavolgbare, want volmaakte lied.
Datzelfde gevoel van onmacht overvalt, denk ik, vandaag iedereen die het bij manier van spreken moet opnemen tegen Jezus’ zaligsprekingen. Ze zijn immers zo volmaakt en zo mooi verwoord dat je je alleen maar kunt afvragen: wat kan ik daar in Godsnaam aan toevoegen? Je doet toch maar een poging, maar je weet dat je dit volmaakte lied, die prachtige grondwet van ons christen zijn, zelfs niet kunt benaderen.
Dus toch maar: zalig de armen naar geest, de mensen die geen dikke nek hebben. Ze denken niet dat de wereld om hen heen draait, ze eisen de aandacht niet op, ze zijn niet met zichzelf bezig. Ze draaien niet rond hun eigen as, maar hebben oog en oor voor anderen, en ze dragen hun hart op de juiste plaats. Zalig zijn zij, want ze werken volop mee aan de verwezenlijking van het Rijk der hemelen voor alle mensen op deze wereld.
Zalig zij die treuren, niet omdat ze treuren, maar omdat ze mensen zullen ontmoeten die hen troosten. Mensen die met hen begaan zijn, mensen die met hen willen meevoelen en meetreuren. Mensen die hen zullen optillen uit hun verdriet.
Op de goede weg zijn de zachtmoedigen, mensen die andere mensen met geduld en tederheid benaderen, mensen die voorzichtig omgaan hun evennaaste, mensen die door hun goedheid een teken zijn voor anderen.
Goed bezig zijn zij die gerechtigheid hoog in het vaandel voeren. Mensen die ingaan tegen onrecht, mensen die opkomen voor wie benadeeld wordt, mensen die de roddels van deze tijd verwerpen, mensen die maar gelukkig kunnen zijn als alle mensen om hen heen het goed maken, mensen die in vriendschap en vrede en gerechtigheid met elkaar omgaan.
Gelukkig zij die barmhartig zijn, zij die ook kunnen vergeven als het moeilijk is. Zij die niet uit zijn op wraak, zij die niet staan op hun eigen groot gelijk, zij die niet oordelen en veroordelen. Zij die de fouten van anderen niet optellen en niet op de harde schijf van hun geheugen en van hun gevoelens opslaan, maar die altijd bereid zijn om nieuwe kansen te geven.
Zalig zij die zuiver zijn van hart. Mensen die niets te verbergen hebben en die er niet op uit zijn te liegen en te bedriegen, of anderen een loer te draaien en een hak te zetten. Mensen die alleen maar het goede willen in hun eigen leven en in dat van anderen. Mensen door wie het licht van God zichtbaar wordt in deze wereld en in deze maatschappij. Zalig zijn zij.
Op de goede weg zijn zij die vrede en eenheid brengen waar verdeeldheid heerst, die niet zoeken naar wat mensen van elkaar scheidt, maar naar wat hen met elkaar verbindt. Mensen die in elke chaos woorden van verzoening spreken, mensen die bij harde woorden naar de zachte klanken zoeken, mensen die altijd proberen elkanders taal te verstaan. Ze zijn het zout der aarde in deze tijd, in deze wereld, in onze samenleving, in onze gezinnen. Mensen die vrede brengen. Terecht worden zij kinderen van God genoemd.
Zalig zij die vervolgd worden om hun inzet voor vrede en gerechtigheid, want zij weten wat het Rijk der hemelen betekent, en zij willen er zich voor inzetten, tegen de stroom in, tegen de beledigingen, de laster, de kwetsuren in. Zalig zijn zij om hun inzet en hun volharding.
En ten slotte: zalig zijn wij die geloven in het Rijk der hemelen, op de goede weg zijn wij wanneer we ons voor dat rijk willen inzetten, goed bezig zijn wij wanneer we willen ingaan op de uitnodiging van Jezus om te leven in en door zijn Geest, om zijn weg te gaan. De weg van zijn zaligsprekingen. Amen.
Opdracht van de Heer – Lichtmis en kinderzegen: zie hierna.