Bezinning bij / surfen naar:
Zusters en broeders,
In de eerste lezing hoort de jonge Samuel ’s nachts zijn naam roepen, maar hij weet niet waar de stem vandaan komt, noch hoe hij er moet op reageren. Want – zo staat het in de lezing – ‘hij kende de Heer nog niet: een woord van de Heer was hem nog nooit geopenbaard.’ Maar ook de oude priester Eli, bij wie Samuel in opleiding is, heeft drie beurten nodig om te begrijpen dat het God zelf is die Samuel roept. Horen én luisteren dus, want horen alleen is niet voldoende. Dat wordt woordelijk duidelijk in de lezing: als Samuel de stem nog eens hoort, moet hij antwoorden: ‘Spreek, Heer, uw dienaar luistert.’ En door dat luisteren was de ‘Heer van dan af bij hem, en liet niet een van zijn woorden onvervuld’, aldus de lezing.
Dat wij zouden luisteren naar God, wordt ook aan ons gevraagd. Luisteren naar zijn woorden, die Hij ons via Jezus heeft gebracht. Dus luisteren naar God en naar elkaar. Luisteren naar woorden van vrede, maar ook naar woorden van verdriet. Luisteren naar woorden van liefde en geluk, maar ook naar woorden van pijn en moedeloosheid. Ik denk dat het een van de problemen van onze tijd is: dat we niet meer luisteren naar elkaar. Via de media worden we overspoeld met berichten, nieuws, weetjes, met ik weet niet wat nog allemaal, zoveel dat het over ons heenloopt als water over een eend, dat het dus niet meer doordringt. Dat we nog wel horen, maar niet meer luisteren. Ook niet naar elkaar. Misschien is dat wel de belangrijkste reden waarom zoveel huwelijken en relaties stukgaan: omdat de partners niet meer naar elkaar luisteren. Want hoe kun je voeling houden met elkaar als je niet luistert naar elkaar? Hoe kun je troosten als je elkaars verdriet niet hoort? Hoe kun je gelukkig zijn als het geluk van de ander niet ook in jouw oren opklinkt?
Luisteren dus, maar ook zien en kijken, want dat staat centraal in het evangelie. Johannes ziet Jezus voorbijgaan, en hij zegt: ‘Zie het Lam Gods.’ Jezus ziet hoe twee van Johannes’ leerlingen Hem achternakomen, en nodigt hen uit te zien waar Hij woont. En als ze dat gezien hebben, blijven ze de rest van de dag bij Hem. Door te kijken en te zien wordt het leven van die twee leerlingen dus helemaal anders: ze blijven immers niet alleen die dag, maar hun hele verdere leven bij Jezus. Je kunt je moeilijk voorstellen dat dit komt omdat ze zijn huis gezien hebben. Dat stelde immers niet veel voor: een vissershuisje in Kafarnaüm. Nee, dat kan het niet zijn. Veel waarschijnlijker is dat ze hebben geluisterd naar zijn boodschap van liefde en vrede, en dat ze hebben gezien hoe Hij met de mensen omging. Hoe Hij luisterde naar hun verhalen, hoe Hij mee lachte met hun geluk en mee huilde met hun verdriet, hoe Hij zieken genas en hoe barmhartig Hij was voor zondaars. Dat alles zagen en hoorden ze, en ze wisten: deze Man is geen gewone mens, dus zegt Andreas ’s anderendaags vol overtuiging tegen zijn broer Petrus: ‘We hebben de Messias, de Gezalfde gevonden.’
Horen en luisteren, zien en kijken: als we dat niet doen, kunnen we God en elkaar nooit ontmoeten. We kunnen alleen maar naast elkaar door leven, als half bekenden, en wellicht nog meer als half onbekenden. Soms denk ik: wat zou het goed zijn als we opnieuw zouden leren luisteren en kijken als een kind. Een kind dat boven het geraas van deze tijd toch dat ene vogeltje hoort kwetteren. Een kind dat een papiertje kan horen vallen. Een kind dat vol spanning wacht op het geluid van de sneeuw, dat leeft met aandachtige oortjes, omdat het zijn weg wil vinden in de wereld van de grote mensen. Een kind dat een regenboog ziet in een druppel water, dat verwonderd kan kijken naar een pluisje op de grond, dat in het gras beestjes ziet waarvan wij het bestaan niet eens vermoeden. Zo zouden we opnieuw moeten leren luisteren en kijken: met de aandachtige oren en de ogen vol verwachting van een kind, om onze weg te vinden naar God en naar elkaar.
Zusters en broeders, we zouden ook moeten leren luisteren en kijken met de oren en de ogen van Jezus. Luisteren naar zijn woorden is meteen ook luisteren naar elkaar en naar het geluk en de pijn in onze omgeving en in de wereld. En zien zoals Hij: God zien in het goede om ons heen, en ook in onze evenmens, en dan die evenmens behandelen zoals Jezus ons dat geleerd heeft: vol aandacht, vol mee lachen en mee huilen, vol barmhartigheid. Want precies zo luistert en kijkt God zelf naar ons. Amen.