Bezinning bij / surfen naar:
- Jesaja 61, 1-2a.10-11
- Johannes 1, 6.8.19-28
Zusters en broeders, wanneer Jezus bij het begin van zijn prediking in zijn geboortestad Nazaret de Blijde Boodschap gaat verkondigen, leest Hij in de synagoge precies deze tekst van Jesaja voor. Je mag het dus gerust een programmaverklaring noemen. Jezus wil rust en verlichting brengen aan mensen in nood. Allen krijgen ze zijn aandacht: materieel armen, maar ook armen in doen en denken; mensen die kapotgaan van verdriet; mensen die het leven niet aankunnen, mensen die opgesloten zitten in zichzelf, in hun miserie, in hun wrok, in hun zelfverblinding. Aan al die mensen wil Jezus zijn boodschap brengen van liefde, vrede en vreugde. Van opkomen voor elkaar, van er zijn voor elkaar.
Daartoe roept Hij ook ons, zijn volgelingen op, al tweeduizend jaar lang. En daartoe worden we ook door organisaties als Welzijnszorg en Broederlijk Delen opgeroepen. Welzijnszorg trekt dit jaar de aandacht met de slogan Armoede schaadt de gezondheid. Spijtig genoeg is dat geen slogan, maar barre werkelijkheid: armoede is inderdaad slecht voor de gezondheid. De cijfers die dat bevestigen zijn ronduit ontluisterend voor een rijk land als België, dat er zich op beroemt een van de beste gezondheidssystemen ter wereld te hebben. Geen haar op mijn hoofd denkt eraan dit te ontkennen, maar het kan evenmin ontkend worden dat de gezondheidskloof tussen rijk en arm elk jaar groeit, met alle vreselijke gevolgen van dien. Arme mensen leven drie tot vijf jaar minder lang, en ze leven gemiddeld ook 18 tot 25 jaar minder in goede gezondheid dan niet-armen. Dat komt omdat ze dikwijls ongezond wonen, want ze kunnen zich geen betere woning veroorloven, en heel dikwijls kunnen ze ook de nodige medische zorgen niet betalen. Ik weet het, net als bijna iedereen in dit land zijn ze gedekt door de ziekteverzekering, maar we weten allen dat die bijlange niet alle onkosten dekt. Veel armen stellen trouwens dokter en apotheker uit omdat ze hen niet kunnen betalen op het moment dat ze hen nodig hebben.
Tegelijk met de lancering van de campagne van Welzijnszorg zond de VRT in het programma Koppen een reportage uit over twee vrouwen die moesten zien rond te komen met 50 euro per week. Dat was wat ze overhielden na aftrok van huur en andere vaste kosten. Hun gezondheid was een ramp, allebei hadden ze een zeer zwaar medisch verleden en heden, maar geen van beide had het geld om daaraan aandacht te besteden, het was zo al moeilijk genoeg. Zelfs de allerkleinste aankoop van eetwaren werd gewikt en gewogen, en wat niet echt broodnodig was om te kunnen overleven, werd terug in de rekken geplaatst.
Zusters en broeders, wie deze reportage gezien heeft, weet dat ze een harde confrontatie was met armoede in al haar wreedheid. Geen uitweg zien, altijd moeten rekenen, jezelf te kort moeten doen. Proberen te overleven, met te veel om te verhongeren en te weinig om te leven. En dat allemaal als gevolg van een zeer slechte gezondheid. Wellicht herinner je het je niet meer, maar tien jaar geleden liep de actie van Welzijnszorg onder de slogan Arm maakt ziek, ziek maakt arm. Dat is een waarheid zo groot als een koe: armoede en ziekte zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. En het kan ons allemaal overkomen: een ongeval met een jarenlang kostelijk herstel, of misschien helemaal geen herstel maar wel blijvende medische kosten; een chronische ziekte die alleen met peperdure, niet-terugbetaalde geneesmiddelen kan behandeld worden, een levenslange handicap die handenvol geld kost … het is dikwijls zó gebeurd. En één ding weet ik heel zeker: mocht het ons overkomen, we zouden wát blij zijn met elke steun die we zouden ontvangen. Laten wij dus zelf die steun zijn, zowel materieel, straks bij de omhaling, als ook moreel door onze handtekening onder het eisenprogramma van Welzijnszorg.
Zusters en broeders, we zijn christenen, dus worden we door Christus geroepen om, net als Hij, ‘aan de armen de blijde boodschap te brengen, gebroken harten te genezen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken, en aan hen die opgesloten zijn de terugkeer naar het licht; om het genadejaar van de Heer te melden.’ Laten we van ganser harte ingaan op zijn oproep. Amen.