Jaar 2008-2009 Cyclus B

 

 

Bezinning bij / surfen naar:

 

Zusters en broeders,

Twee weken geleden kwam een leraar uit Hoegaarden negatief in het nieuws. Hij had een weerspannige leerling hardhandig aangepakt, maar hij had pech: een andere leerling had de scène met zijn gsm gefilmd en was ermee naar de pers getrokken. De beelden kwamen op teevee, en dagen later schreven de kranten er nog lange bladzijden over. Daarbij kwam aan het licht dat het niet direct gemakkelijke jongeren waren aan wie die man les gaf, en dat is heel voorzichtig uitgedrukt. In nogal wat artikels werd ook dieper ingegaan op de problematiek als dusdanig: sommige jongeren hebben zware karakterproblemen, horen eigenlijk thuis in de psychiatrie, maar daar is geen plaats voor hen. Dus moeten de leerkrachten maar proberen er het beste van te maken. En dat lukt niet altijd even goed. Je zou kunnen zeggen: die jongeren en hun leerkrachten verstaan elkaars taal niet meer, ze beleven hun eigen Babel. Je kent dat verhaal uit het Oude testament: om hun macht te tonen, willen de mensen een toren bouwen die tot in de hemel reikt, maar het loopt fout omdat er spraakverwarring onder hen ontstaat. Met andere woorden, ze komen niet meer overeen. De een wil zus, de ander zo en de derde wil nog iets anders. Ze kunnen of willen niet meer in dezelfde richting denken, zodat ze elkaar ook niet meer verstaan. Net zoals sommige jongeren de school en hun leerkrachten, en dikwijls ook eigen ouders niet meer kunnen of willen verstaan.  

Ze zijn geen uitzondering. Meer en meer lijkt het erop dat we met zijn allen in een Babelse maatschappij leven. Dat Vlamingen en Walen elkaar niet verstaan, is al lang een uitgemaakte zaak, maar ook politici vliegen elkaar voor het minste in de haren, bankiers spreken een eigen financiële taal waar alleen zijzelf beter van worden, buren kennen elkaar niet meer, relaties lopen op de klippen, mensen worden agressief voor een prul, en dikwijls slaan de stoppen door. Allemaal omdat ze elkaar niet meer verstaan of elkaar niet meer willen verstaan, wie zal het zeggen. Dikwijls begrijpen mensen elkaar ook letterlijk niet meer, omdat ze ook echt een andere taal spreken. Zowat overal heerst Babel, met als gevolg dat velen zich opsluiten in zichzelf, in hun verbittering en in hun zelfbeklag, en ze kunnen alleen nog agressief naar buiten komen. 

En dan is er Pinksteren, en wat zien we? Dat iedereen hoort spreken in zijn eigen taal: Parten, Meden, Elamieten en ga maar door: allen horen ze in hun eigen taal spreken over Gods grote daden. Ik denk dat we ons daarbij niet echt een taalwonder moeten voorstellen. Die Parten, Meden enzovoort zijn uitgeweken joden die ter gelegenheid van het Oogstfeest naar Jeruzalem gekomen zijn. En hoewel ze misschien al generaties lang niet meer in Palestina wonen, spreken ze toch nog altijd Aramees. Zoals de apostelen dus. Maar toch is er sprake van een wonder, namelijk dat de apostelen ineens openlijk en enthousiast over Jezus durven spreken. Ze vinden daarbij niet alleen gretig gehoor bij die zogenaamde vreemdelingen, maar ook bij de inwoners van Jeruzalem zelf. Dat blijkt uit het vervolg van het verhaal: na een toespraak van Petrus laten er zich ongeveer drieduizend dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest.  

Zusters en broeders, het wonder van Pinksteren bestaat erin dat de onenigheid van Babel opgeheven wordt. Mensen spreken niet langer een vreemde taal die alleen zijzelf begrijpen,  nee, ze willen luisteren naar elkaar en ze willen er zijn voor elkaar. Ze willen niet achteruit, maar vooruit, en ze willen zich niet opsluiten in verbittering en zelfbeklag. Want mensen van de Geest zijn mensen van hoop, en van begrip en toewijding voor elkaar. Mensen van de Geest zijn mensen die zich laten leiden door Gods liefde, die streven naar vrede, die het goede willen voor zichzelf en voor anderen. Mensen van de Geest zijn mensen voor wie liefde en vrede en gerechtigheid geen woorden in de wind zijn, maar woorden die moeten gedaan worden. Het zijn mensen die zorg willen dragen voor elkaar, die trouw blijven, die niet opgeven door een tegenslag. En het zijn ook mensen die geloven dat oorlog en haat nooit het laatste woord zullen hebben. Het zijn, in één woord, mensen die willen leven zoals Jezus ons heeft voorgeleefd.  

Dat is de betekenis van Pinksteren: dat de Geest over ons komt met zijn kracht, zijn vreugde, zijn vuur, zijn wijsheid en zijn durf, zodat we echt kinderen van God kunnen worden, die willen leven in het spoor van Jezus. Mogen we allen zulke Pinkstermensen zijn. Amen. 


Download deze preek in Microsoft Word formaat

 

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha