Jaar 2009-2010 Cyclus C

Bezinning bij / surfen naar:

  • Kolossenzen 1, 12-20
  • Lucas 23, 35-43

    Zusters en broeders,

    ‘Christus, Koning van het heelal’, zo heet het feest dat wij vandaag vieren. Maar als ik het evangelie hoor, heb ik niet de indruk dat er veel te feesten valt. ‘Koning van het heelal’ … een propere koning is dat die op een kruis sterft. Nee, Jezus doet niet direct aan een koning denken, maar dat kruis, dat kennen we wél. Want Jezus wordt tot op vandaag opnieuw gekruisigd in de honger van miljoenen armen, in het onrecht van zieken, in de pijn van uitgebuite en onderdrukte mensen, in de kwetsuren van misbruikte kinderen, in de vernedering van gemartelde vrouwen. En Hij wordt ook opnieuw gekruisigd door de wreedheid van het terrorisme, door stukgeslagen relaties, door onze harde woorden, door ons lauw geloof en door de onmacht van Kerkelijke gezagsdragers om alleen zijn woorden en daden voor te leven. Altijd opnieuw wordt Hij gekruisigd omdat wijzelf, onze Kerk en onze wereld niet willen of niet kunnen leven zoals Hij ons tot op zijn kruis heeft voorgeleefd. 

    Laten we vandaag dus goed naar Hem luisteren, zodat we eindelijk horen wat Hij ons zegt van op zijn kruis. Zodat we meeleven met zijn laatste minuten als mens, en ons openstellen voor zijn ultieme testament. En dat testament begint net vóór de lezing die we hoorden, en ik begrijp niet goed dat die woorden niet mee opgenomen werden. De woorden die Jezus spreekt terwijl Hij gekruisigd wordt: ‘Heer, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen.’ Ik weet niet of die woorden ooit echt goed tot ons doorgedrongen zijn. Een Man in de fleur van zijn leven wordt na een schijnproces tot de wreedst denkbare dood veroordeeld, en Hij bidt bij God om vergeving voor hen die Hem dit aandoen. Is het ooit tot ons doorgedrongen wat Jezus hier doet? Om vergeving bidden, in die omstandigheden? Deel van zijn ultieme testament: God is vergeving.
     

    En dan zijn vijanden: ‘Anderen heeft Hij gered; laat Hij zichzelf eens redden als Hij de Messias van God is, de uitverkorene.’ Ze dagen Hem dus uit niet voor anderen, maar voor zichzelf op te komen. En daarmee is de cirkel rond, want net vóór zijn openbaar leven werd Hij in de woestijn op dezelfde manier door de duivel op de proef gesteld. Ook die wilde verhinderen dat Hij beeld van God zou zijn. Dus daagt hij Hem uit om van stenen brood te maken of van de tempel af te springen, want Gods engelen zouden Hem zeker dragen. Maar dan zou Hij een spektakelmessias zijn, en dat is iets heel anders dan beeld van God. Jezus weigert, dus daagt de duivel Hem uit voor hem neer te knielen en hem te aanbidden, en in ruil krijgt Hij de hele wereld in zijn macht. Maar Jezus wil geen macht en geen gezag. Ook nu niet, wanneer Hij in het aanschijn van de dood tot dezelfde verlokkingen wordt uitgedaagd: ‘Laat uw macht zien.  Kom dus van dat kruis af, en dan zullen we in U geloven.’ Opnieuw weigert Jezus, en opnieuw krijgen we inzage in zijn ultiem testament: God is geen gezag en geen macht, maar liefde, nederigheid en trouw. 

    En ten slotte de beide moordenaars. De een spot mee met de machthebbers, de ander toont berouw, en Hij spreekt Jezus aan. Mét zijn naam. ‘Jezus’, zegt Hij. Niet de overheden, niet de soldaten, niet het volk, maar een naamloze moordenaar spreekt Jezus aan met zijn naam, en hij vraagt Hem: ‘Denk aan mij wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt.’ En opnieuw stel ik de vraag: is de betekenis van die woorden ooit tot ons doorgedrongen? Jezus hangt te sterven aan het kruis, en zijn zending en zijn boodschap sterven mee met Hem. Enfin, daar is iedereen van overtuigd, behalve één man: een moordenaar. Hij gelooft in een toekomst voor Jezus, en hij vraagt dat Jezus ook hem die toekomst zou geven. Zijn vraag klinkt zo oprecht en zo vol geloof dat Jezus hem die toekomst ook schenkt. Opnieuw deel van Jezus’ ultiem testament: niemand mag verloren gaan of verworpen worden. Want God is barmhartigheid en hoop. 

    Zusters en broeders, in de eerste (tweede) lezing zingt Paulus een juichend loflied op Jezus, ‘beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene van heel de schepping.’ Het is een van de mooiste dingen die hij ooit geschreven heeft. Ik citeer het einde ervan: ‘Het heelal is geschapen door Hem en voor Hem. (…) In Hem heeft God willen wonen in heel zijn volheid, om door Hem het heelal met zich te verzoenen en vrede te stichten door het bloed, aan het kruis vergoten om alles in de hemel en op aarde te verzoenen, door Hem alleen.’ 

    En daarmee is de cirkel voor de tweede keer rond: Christus is inderdaad Koning van het heelal. Hij is Koning omdat Hij tot ter dood Beeld is van God: vergeving, liefde, nederigheid, trouw, barmhartigheid, hoop. Laten wij Hem in dit koningschap naleven. Amen. 

     

Download deze preek in Microsoft Word formaat

Intekenen voor de wekelijkse overwegingen

captcha